5««T' y&dtw«vil"' hcxxi'-'
'vv
1
Heemschut
7
voor de Saksische hertogen als hun opvolgers
keizer Karei Ven koning Filips II. Maar ook qua
kustverdediging zou het 'kasteel' nog eeuwen
zijn stempel drukken op de havenstad. Sinds
het in 1502 bijna door de zee werd verzwolgen,
deden de Saksers en hun opvolgers er alles aan
de zeewering ter plaatse in stand te houden.
De Vijverbuurt
Het blokhuis was, zoals wij hiervoor zagen,
niet alleen van militaire betekenis. Het drukte
ook een onmiskenbaar stempel op de naaste
omgeving. Twee jaar na de overdracht van
Friesland aan Karei V (1515) maakte de drost
van Harlingen (tevens grietman van het omrin
gende Barradeel) Frits van Grombach een begin
met de herinrichting van het terrein tussen de
oostelijke blokhuisgracht - thans het noorde
lijke deel van de Zuiderhaven - en de Kleine
Bredeplaats. De bebouwing op het vierkante
terrein werd afgebrand en het geheel goeddeels
heringericht tot een esplanade, die diende als
vrij schootsveld en exercitieterrein. Op een
gedeelte van dit terrein werden 22 éénkamer
woningen (1547: 'knechts camers', gelegen aan
de zuidzijde van de Vijverstraat, die nog heel
lang de naam Knechtscamerstraat behield)
voor het personeel van het blokhuis ingericht,
waaraan nog heden de Herenknechtenkamer-
straat herinnerd. De huidige naam van de hier
gelegen buurt, De Vijver, verwijst naar de vers-
watervijver die hier werd gegraven. Een onmis
bare drinkwatervoorziening in de zeer brakke
Harlinger omgeving. Ten zuidoosten van de
Vijver werd een boomgaard ingericht. De naam
van de nabije Schritsen (van het Duitse woord
schrift: schrijden, i.e. exerceren) verwijst naar
het militaire karakter dat reeds door de Saksers
aan dit deel van de stad werd gegeven. De oude,
haaks op de Voorstraatgracht of Riedslenk,
staande stegenstructuur werd ter plaatse door
deze ruimtelijke ingreep doorbroken.
Poortgebouwen
Het blokhuis zelf mat 115 meter (west-oost) bij
145 meter (noord-zuid). Op beide hoeken aan
de zeezijde bezat de sterkte een tweetal ronde
len, met een diameter van circa twaalf meter en
muren van drie meter dikte, met een hoogte
van circa 8 1/2 meter. In deze open torens met
kantelen lagen geschutskelders of kazematten
met schietgaten. Achter het noordwestelijke
rondeel bevond zich een kat of verhoogde
geschutsopstelling, direct gericht op de haven
mond. Tussen de rondelen lag een circa tien
meter dikke aarden wal, die iets lager was dan
de torens. Op de zuidoosthoek bevond zich
een bastion. De nabijheid van dit bastion was
ongetwijfeld de reden dat de aan de westzijde
van de Groote Ossenmarkt aanwezige oude
Zuiderpoort weinig meer was dan een een
voudig hekwerk. Een deel van de munitie was
opgeslagen in de gewelven en gangen onder
'5c ^CVii^Cw OvkbtfU (ij b
thfvvcvii* achcictt i, 0000
IjtirnAiF* J*.
Alh
VX. - aóo.*/ +A''A./J
6/>t l.« J.W.
Schets van de gangen, ontdekt bij de ontgraving
van het bolwerk. Rijksachief Fryslan,
verzameling kaarten, nr. 13253.
de torens en de wallen. Twee poortgebouwen
verschaften toegang tot het terrein. In het
midden van de westelijke wal lag een eenvoudig
poortgebouw (in 1573: 'westerpoorten'), van
waaruit de bezetting van het blokhuis op de
zeedijk kon komen. In de oostelijke wal bevond
zich op eenderde afstand van de noordoosthoek
een veel fraaier en forser poortgebouw, dat
gezien zijn proporties en excentrische ligging,
kennelijk mede diende tot dekking van het
noordoostelijke kwadrant van het fort. Het
langwerpige gebouw was voorzien van een
uivormige bekroning en het stond aan het
oostelijke uiteinde van de huidige, tamelijk
brede Weeshuisstraat.
Blauwhuis en weeshuis
Op het blokhuisterrein zelf verrees - omringd
door hoge aarden wallen - een aantal gebouwen
rond een centrale open ruimte. In het midden
tegen de westelijke wal stond het zogeheten
Blauwhuis dat-voorzien van een in 1530
aangebouwde uitzichttoren, die naderhand als
vuurtoren fungeerde - diende als zetel van de
drost of kastelein. Het gebouw was onderkel-
derd ten behoeve van de opslag van graan en
ander proviand, waarvan in 1530 gewag wordt
gemaakt. Ten noorden van het Blauwhuis
bevond zich een tweetal langwerpige gebouwen
waarvan het ene tot brouw- en bakhuis diende
juni 2002