Begraafplaatsen en kerkhoven,
hoe nu verder
f.
Anne-Marie ten Cate
Na zestien jaar eindelijk tweede studiedag over funerair erfgoed
In 1985 schreef oud-minister Elco Brinkman tegen de achter
grond van de decentralisatie van de monumentenzorg en een
nieuwe Wet op de lijkbezorging een brief aan alle gemeenten in
Nederland met het verzoek meer aandacht te schenken aan het
funeraire erfgoed. Veel impact had deze oproep vooralsnog niet.
De KNOB organiseerde op 12 december1986 een studiedag, met
de titel: 'Begraafplaatsen en kerkhoven, wat doen we ermee/
Op 11 april dit jaar organiseerde de KNOB in samenwerking met
de Rijksdienst, de Landelijke Organisatie van Begraafplaatsen
(LOB) en de Vereniging DeTerebinth opnieuw een studiedag.
juni 2002
Heemschut
27
Ypie Attema, spreekster namens de Rijksdienst,
probeerde antwoord te geven op de vraag:
'Begraafplaatsen en kerkhoven, wat hebben we
er eigenlijk voor gedaan?'. Wat heeft de oproep
van Brinkman na bijna 17 jaar opgeleverd. De
conclusie is niet veel, niet genoeg, maar het
funeraire erfgoed wint toch steeds meer plaats
op de culturele erfgoedkaart van Nederland.
Een begraafplaats is niet alleen een rustplaats
voor de doden, maar ook een groen oase van
rust voor de levenden, besluit Attema haar
inleiding.
Goedbedoeld projectiel van Brinkman
Ypie Attema, verbonden aan de Rijksdienst
Monumentenzorg, geeft een zo volledig moge
lijk antwoord op de vraag, wat we eigenlijk voor
begraafplaatsen en kerkhoven hebben gedaan.
De brief van Brinkman, waarin hij wees op de
waarden van ons funeraire erfgoed, kwam in
feite bij gemeenten neer als een ongeleid
projectiel, want enige vorm van voorlichting,
laat staan beleid en financiële toezegging
ontbrak. De meeste gemeenten wisten er dan
ook geen raad mee. Op grond van de nieuwe
Graf in G roenlo.
Wet op de Lijkbezorging (ruimen na 10 jaar
mogelijk) bestond namelijk de vrees, dat het
niet mogelijk zou zijn begraafplaatsen of graf
monumenten onbeperkt in stand te houden,
ook al zou behoud om cultuurhistorische
redenen gewenst zijn. Slechts enkele gemeen
ten reageerden op het schrijven met bijvoor
beeld een verzoek om plaatsing op de rijksmo
numentenlijst. Omdat de Rijksdienst toen al
bezig was het Monumenten Inventarisatie
Project, moest er in de meeste gevallen gewacht
worden; prioriteiten lagen elders.
Door het enorme geldvretende en tijdrovende
inventarisatie- en selectie project is de Rijks
dienst jaren niet ontvankelijk geweest voor
andere projecten en is er onvoldoende gestimu
leerd vanuit de overheid. Misschien wel juist
daardoor zijn vooral buiten de overheid vele
initiatieven ontplooid, zoals de oprichting van
de Terebinth en een Teleac cursus over dood
en begraven, terwijl onlangs het Nederlands
Uitvaartmuseum werd opgericht. Op 11 mei
stond op de Achterpagina van NRC Handels-