Cher
juni 2002
Heemschut
17
Het voormalige metergebouw van de gasfabriek, nu in gebruik als jeugdsociëteit. Het wordt in elk
geval behouden.
2000 is het gebied verrijkt met het schitterende
Montessori College Oost van Herman
Hertzberger.
Een heel markant bouwwerk uit de eerste
periode, dat helaas al lang geleden gesloopt is,
is de watertoren van architect Gosschalk.
Tegenwoordig zou je zo'n landmark natuurlijk
nooit meer afbreken.
Een van de speerpunten bij de herinrichting
van het gebied is het behoud van de cultuur
historische identiteit ervan. Reden waarom ook
besloten werd een cultuurhistorische effect
rapportage (Cher) te maken.
Welke aspecten hanteert de projectleiding bij
de afweging of je bestaande historische gebou
wen nu kunt behouden of moet slopen?
Dat zijn de cultuurhistorische waarde van een
gebouw, de functionaliteit ervan, de steden
bouwkundige inpasbaarheid, de bodemveront
reiniging ter plekke en de financiële mogelijk
heden.
Bij dit laatste spelen een rol de instandhoudings-
en restauratiekosten en de vergelijking tussen
de kosten en opbrengsten bij behoud en sloop.
Op Polderweg 92 staat bijvoorbeeld het
gebouw van de voomalige gloeiinrichting van
de gasfabriek, de gloeikousjesfabriekthans in
gebruik bij fysiotherapeuten.
De Cher pleit voor behoud. Het als landhuis
ontworpen 'kasteelachtige' bedrijfsgebouw uit
1905 heeft een schilddak met in de langsschil-
den dakkapellen, terwijl de zes uitbouwen zijn
afgedekt met zadeldaken. Lateien, raamdorpels
en afdekking van de topgevels zijn van Obern-
ldrchner zandsteen. Met de ingrijpende reno
vaties uit het verleden is de waarde van het
gebouw nogal afgenomen. Inpassing in de
nieuwbouw is erg geforceerd en de grens van
de bodemafgraving loopt net voorlangs het
gebouw. Per saldo kost handhaving samen met
met gebouw ernaast, in vergelijking met sloop
5 miljoen gulden. Conclusie van de project
leiding: slopen.
Vakwerkarchitectuur
Hier kan men nog vrede mee hebben - de
architectuur van het gebouw was al behoorlijk
aangetast - pijnlijker is de conclusie om het
naastliggende oude werkplaatsengebouw en
schaftlokaal en thans vergadercentrum het
Kraaiennest af te breken. Dit gebouw is geheel
in vakwerkarchitectuur uitgevoerd en heeft een
zeer expressieve uitstraling.
De Cher bepleit behoud maar onder het
gebouw zit een ernstige bodenverontreiniging
en is volgens de projectleiding onmogelijk in te
passen in het nieuwe bouwvolume. De variant
sloop, inclusief het gebouw ernaast, pakt
5 miljoen goedkoper uit. Conclusie: slopen.
Heemschut heeft hier beslist moeite mee.
Er zijn in het gebied nog twee gebouwtjes in
vakwerkstijl: het voormalige gaspomp-
installatiegebouwtje (later dienstwoning) naast
de gashouder en een schaftlokaal (later schil-
derloods) tussen dienstwoning en Ringvaart in.
De dienstwoning ligt precies aan het einde van
een geplande passage door de oude tramremise
en is bij de herbestemming tot woning destijds
architectonisch flink aangetast. De Cher twijfelt
erover. Maar het schaftlokaal zou mogelijk nog
te redden zijn, al zit het waarschijnlijk vol asbest
en is het moeilijk in te passen in de plannen.
De situering van het schaftlokaal is heel bij
zonder, want het ligt precies in de zichtas van
de ertegenover gelegen Arntzeniusweg aan de
andere kant van de Ringvaart.
Heemschut pleit ervoor in elk geval een van de
drie vakwerkgebouwen te behouden als voor
beeld van de vakwerkfase in de architectuur van
de Gemeente Gasfabrieken rond 1909.
Tineke en Gerrit van de projectleiding willen
over behoud van een van de laatste twee
gebouwtje nog eens nadenken, vooral ook
omdat er voor dit deel van het project nog een
aparte stedebouwkundige uitwerking moet
komen.
Zoals gezegd worden koolgasstokerij, meter
gebouw (nu disco), Don Bosco school, zuive
ringshuis (later tramremise) en gashouder
(door architectM. Kamerlingin 1974 verbouwd
tot sporthal) goeddeels gehandhaafd, al zullen
we met name de verbouwing van de tramremise
goed in de gaten houden. Behoud van de voor
malige ammoniakfabriek, thans dierenasiel, is
nog lang niet zeker.
Dierenasiel
De Cher vindt dit fabrieksgebouw vlakbij het
spoor met zijn originele ventilatiekappen het
behoud meer dan waard. Voor architect
B.J. Ouëndag, een leerling van Gosschalk, bete
kende dit bouwwerk uit 1887 een doorbraak in
zijn carrière. De bekende Amsterdamse School
architect^.M. van derMeij (bekend van het
Scheepvaarthuis) verbouwde in 1925 de voor
malige fabriek tot dierenasiel.
Onder het gebouw is geen verontreiniging
gevonden. Het is inpasbaar in de plannen maar
gaat wel ten koste van zo'n 10-20 woningen.
Het dierenasiel gaat binnenkort verhuizen en
herbestemming tot theehuis of pleisterplaats
op deze prachtige plek is heel goed mogelijk.
De projectleiding wil de optie 'behoud' open
houden. De eindafweging zal plaatsvinden in
het stedenbouwkundig plan voor dit deel van
het gebied en is mede afhankelijk van het finan
ciële totaalbeeld. Ook de ideeën over de invul
ling gaan een rol spelen. De bewoners van de
naburige buurt zijn in elk geval erg gechar
meerd van het markante beeld, dat dit gebouw
uitstraalt. Hopelijk krijgt het een kans op een
derde leven.
In 2008 moet de herinrichting van het gebied
klaar zijn. Oost/Watergraafsmeer zal dan een
markant stadshart hebben, waar cultuurhistori
sche elementen de nieuwbouw geschiedenis
meegeven.
Literatuur
Ctiltuurhistorische Effect Rapportage van het voormalig
Oostergasfabriekterrein. Jeroen Schilt, Bureau
Monumentenzorg Amsterdam, 15-11-2000.
Historische rubriekaflevering 3 in stadsdeelbrochure
Polderwegnieuws.Jaap Kamerling. Stadsdeel
Oost/Watergraafsmeer, oktober 2000.
Stedenbouwkundig Progi'amma van Eisen
Polderweggebied - definitief concept 16-11 -01