12 Heemschut juni 2002 JnT".'.1.'Svin»v'i 'ii>, ri 'hH De terp heet dit aardige woonboerderijtje. Veel boerderijen in de polder en het Kampereiland werden op terpen gebouwdzodat de bewoners droge voeten hielden als het zee- of rivierwater weer eens flink steeg (foto boven). Het dorpje Kamperzeedijk langs de gelijknamige dijk, die Mastenbroekerpolder en Kampereiland scheidt. dijkdoorbraken. De bedijking tegen de zee, de verkave ling en de verdeling van het gebied tussen de omlig gende steden en marken gebeurde in de tweede helft van de 14de eeuw. De bisschop had de eerste keus, hij kreeg een voorslag, het huidige 's Herenbroek. Zwolle kreeg Stadshagen, waar nu een nieuwe stadswijk wordt gebouwd. Die nieuwbouw (het plan Stadshagen 2) vormt samen met het tuinbouwgebied Koekkoek het industriegebied Genemuiden en uitbreiding van Hasselt een viertal ernstige bedreigingen van het oude poldergebied. Die aantasting wordt ook door Heem schut met zorg bezien. Het oude landschap ligt er ondanks alles nog steeds weids en redelijk gaaf bij, het is zaak dat ook zo te houden. Kampen bruist De bloei van Kampen en de andere IJsselsteden nam na de Middeleeuwen snel af door de opkomende concur rentie van de Zeeuwen en de Hollanders. Daar kwam bij dat de rivier begon te verzanden en de schepen steeds groter werden. Een tijdje geleden las ik een artikel over toerisme in Overijssel en daarin werd Kampen een beetje als achtergebleven gebied beschre ven. Dat is ver naast de waarheid, want de stad is dyna misch en bruist van leven, zonder daarbij haar oude culturele erfgoed op te offeren. Wat die dynamiek betreft: de automobilist die nu de stad uit wil via de oude (vernieuwde) IJsselbrug, moet vaak in een lange rij wachten voor de rode verkeerslichten want het is knap druk op en rond de IJsselbrug. Elk nadeel heeft een voordeel, zo ook hier. Wie de route langs de IJssel neemt en moet wachten voor hij over de brug kan, heeft volop gelegenheid om de gemoderniseerde oeververbinding te bekijken. Heel apart zijn de merk waardige gouden wielen die boven op het hefgedeelte van de brug zijn aangebracht. 'Gouden wielen' moet in dit geval letterlijk worden genomen, want de architect liet de wielen voorzien van een laagje bladgoud. Ooit liep Heemschut Overijssel storm tegen die wat kitsche rige aankleding, maar nu de brug er eenmaal ligt, zijn de protesten minder geworden. Het is in elk geval een opvallende versiering. Dijkdoorbraken De bedijking tegen de zee, de verkaveling en de verde ling van dit gebied tussen de omliggende steden en marken gebeurde tussen 1364 en 1390. Hoogwater was niet altijd een gevolg van dijkdoorbraken. Ook de Mastenbroekerpolder stond tot ver in de 19de eeuw elke winter blank. De boerderijen staken er op hun terpen als eilandjes bovenuit. De terpen bleven, hoewel er geen gevaar meer bestaat voor dijkdoorbraken en overstromingen. Zo rond het begin van de jaartelling werd de IJssel een zijtak van de Rijn. Deskundigen zeggen dat hierbij niet op een paar eeuwen eerder of later moet worden gekeken. De rivieren deden in die tijd immèrs wat ze zelf wilden. Pas na het jaar 1000 begon de waterafvoer via de IJssel toe te nemen. En dat had zo zijn gevolgen, de kleiafzettingen groeiden en in de 13de eeuw werd de IJsseldijk aangelegd. Daar moet men zich trouwens niet al te veel bij voorstellen, de dijk was aanvankelijk niet veel meer dan een meter hoog, maar zij zorgde er wel voor dat overstromingen minder werden. Ook de bevaarbaarheid van de rivier werd verbeterd. Zoals gezegd ontstond rond 1200 ook de IJsseldelta, in die tijd verscheen ook Kampen. Kampen uit 1227 Die stad stak destijds veel geld in de ontwikkeling van de polders. In de Middeleeuwen konden de Kampenaren zich dat wel veroorloven, ze waren rijk genoeg. Kampen verdiende zijn geld voornamelijk met visserij en doorvoerhandel. Het juiste aantal inwoners van Kampen in de vroege Middeleeuwen is niet te achterhalen. Zwolle had in die tijd eigenlijk weinig in de melk te brokkelen. In 1404 woonden er niet meer dan 3200 mensen. In heel Overijssel woonden er trou wens in 1475 ooknogmaar 52.600, zegmaar bijna zes per vierkante kilometer. In oude geschriften wordt

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2002 | | pagina 14