Te gast in gasthuiskapel en stadhuis van Tholen W Heybroek Op 23 februari organiseert Heemschut een Muzikaal Monument op het Zeeuwse eiland Tholen (zie pag. 20). Een impressie van het stadje. In de eerste helft van de 13de eeuw ontstond langs de zeearm de Eendracht het dorp Tholen. Het eiland met dezelfde naam bestond in die tijd nog uit vier losse poldereilandjes, waarvan het meest oostelijke tot Brabant behoorde. Op Tholen was het dorp Schakerloo al gevestigd omstreeks 1200 en van hieruit werd tol geheven op de Oosterschelde. Heemschut 17 Het plaatsje Tholen moet zijn ontstaan toen inpolderingen rond Schakerloo het dorp van het water afsloten en elders tol geheven moest worden. Tholen groeide zeer voorspoedig en kreeg in 1366 stadsrechten. In het midden van de 15de eeuw werd het door een grote brand met de grond gelijk gemaakt. Stadhuis Tholen was een zo bloeiend stadje geworden, datin 1460 de bouwmeesters Andries en Antonie Keldermans opdracht kregen voor de bouw van een nieuw stadhuis. De gevel heeft acht con soles, die waarschijnlijk bestemd zijn geweest voor beelden, die er nooit kwamen. De zeskan- tige toren bevat een beiaard met daarin het oudste luidklokje van Nederland, dat dateert uit 1458. Het carillon bevat 35 klokken, waar van negen gegoten door Michael Burgerhuys in Middelburg. Vanuit de hoofddeur komt men eerst in de Vierschaar, waar de baljuw met negen schepe nen recht spraken. Daar achter is de kamer waar de bestuurlijke zaken werden behandeld door de burgemeester en de vroedschap. Het interieur van het stadhuis heeft diverse kunstwerken en voorwerpen, zoals twee schil derijen van respectievelijk de school van Barend van Orley en een drieluik van een Antwerpse tijdgenoot van hem. Aan de achterzijde van het gebouw was een open doorgang naar de markt, waardoor de veroordeelden naar het schavot werden gebracht; het beulszwaard is nog aanwezig. Van hieruit kan men binnendoor naar de gasthuis kapel lopen De gasthuiskapel De Gasthuiskapel in de Kerkstraat is een gebouw met een rijk verleden. Deze aan St. Laurens gewijde kapel is gesticht in 1312 door Ewout Pieterszn, die zijn huis beschikbaar stelde voor de verpleging van zieken. Dit huis en de kapel zijn ook bij de grote brand verloren gegaan, waarna de huidige kapel en het gasthuis vrij snel daarna herbouwd werden. Het gasthuis werd in de woelige jaren van de Tachtigjarige oorlog door het stadsbestuur gevorderd, maar heeft daarna zijn oude bestemming weer terug gekregen. Omdat rond 1630 buiten de stadskern een nieuw gasthuis werd gebouwd zijn de gebou wen verkocht. Een kleine eeuw later was de kapel in tweeen verdeeld, maar werd tijdens het beleg van Bergen op Zoom toch weer gebruikt als hospitaal voor gewonde soldaten. Bij de invoering van het kadaster bleek de kapel in drie woningen onderverdeeld. Na de reformatie verzochten de katholieken of zij de kapel weer mochten gebruiken; dit werd echter niet toegestaan. In de Tachtigjarige oorlog werd er buskruit in opgeslagen. Daarna werd het weer als gasthuis gebruikt, vooral toen Tholen werd geteisterd door de pest. Bij de restauratie in 1974 is de kapel weer in ere hersteld en vond men in de achtergevel een grote spitsboogvormige opening, waar vermoe delijk een zijkapel heeft gestaan. Deze kerk ondergaat op dit moment een kanjerrestauratie, maar tegen de tijd van het muzikale monument zal deze grotendeels zijn voltooid en bestaat de mogelijkheid om als eerste van het interieur te genieten. Van grote afstand zien we de bijna 50 meter hoge toren waarvan de oudste delen nog tot de 14de-eeuwse bouwperiode behoren. Deze goti sche kruisbasiliek heeft haar grootste bloei beleefd na de verheffing tot kapittelkerk in 1404. Er is weinig bekend over de oorsprong en oudste geschiedenis van deze kerk, omdat zijn voorganger omstreeks 1360 is gesloopt. Vermoedelijk zijn er na de verheffing tot kapit telkerk bouwactiviteiten geweest. De bouw van het huidige schip in Vlaamse gothiek zal rond 1458 zijn begonnen. Dit is in fasen gerealiseerd tot omstreeks 1570. Men had toen de binnenste kooromgang gemaakt, die provisorisch afgeslo ten werd. Aan de buitenste omgang met straal kapellen is men om duistere redenen niet meer toegekomen, maar de fundamenten liggen er nog wel. Na de reformatie waarbij een groot deel van de sculptuur is vernietigd, heeft men nog wel een librije (bibliotheek) aangebouwd. Er is een grafzerk (heer Van den Dorpelvolledig gespaard gebleven doordat deze omgekeerd in het koor lag. Binnen zijn er een fraaie preekstoel, een doop hek uit 1648 en wel 100 grafzerken, waarvan de oudste uit 1421 dateert. Bij de vorige restauratie is er een Van Dam orgel uit Leeuwarden in geplaatst. Bijzonder was de vondst van 21 mummies van de leden van het geslacht Vrijberghe, waarvan er 10 in goede staat verkeerden. Drs. W. Heybroek is lid van de Provinciale Commissie Heemschut Zeeland. De Grote of O.L. Vrouwekerk. december 2001

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2001 | | pagina 19