Column
Pollers
Heemschut
3
Je vindt, dat monumenten levende dingen moeten
zijn, je moet ze kunnen beleven.
'Ja, je moet er vaker in kunnen. Een dag per jaar
op Open Monumentendag is te weinig.
Je moet evenementen gaan combineren. Er zijn
zoveel bijzondere dagen in een jaar, maak daar
gebruik van door steeds weer andere monu
menten open te krijgen voor het publiek. Is het
bijvoorbeejd De Week van het Landschap,
probeer dan een relatie te leggen met het
gebouwde erfgoed en stel dat ook open.
Een ander voorbeeld is herbestemming van
monumenten. Er mogen geen dode gebouwen
ontstaan, ze moeten blijven functioneren met
nieuwe functies. Het mag niet zo zijn, dat er
geen spijker meer in de muur mag.'
Henk Jan is ook in de discussie reconstrueren
of niet, voorstander van levende monumenten.
'Als er op een gegeven moment iets is toege
voegd aan een monument verwijder dat dan
niet direct weer bij restauratie. Een toevoeging
kan heel waardevol zijn.
Alleen als een monument echt geweld is aange
daan moet je het in de oorspronkelijke staat
terug brengen.'
Nieuwbouw kan verrijken
Wat vind je van nieuwbouw in historische binnen
steden?
'Daar ben ik niet zo tegen als schaal, maat en
geleding maar goed passen bij de historische
omgeving. Aan een historisch plein zie je toch
ook panden met soms eeuwen verschil in bouw
datum broederlijk naast elkaar staan. Dat bete
kent, dat er toen ook nieuwbouw heeft plaats
gevonden, die nu wel degelijk wordt gewaar
deerd.
Je moet de monumenten van de toekomst ook
een kans geven.'
Enthousiast is Henk Jan over de organische
architectuur van Albertsen VanHuet. Het
kantoor van de Gasunie, vorig jaar in
Heemschut nog genomineerd als Monument
van de Toekomst, vind hij prachtig.
Minder enthousiast is hij over het modieuze
kantoor op de hoek van de Nieuwezijds
Voorburgwal en de Nieuwezijds Kolk vlakbij
het Korenmetershuisje van Heemschut in
Amsterdam. Dat is een brutale ingreep in het
stedelijk weefsel.
Wat vind je van Wederopbouwarchitectuur?
'Je moet er niet alles van willen bewaren zo
mooi en bijzonder vind ik het persoonlijk niet,
maar wel hier en daar voorbeelden ervan.'
Wat vind je van industriële archeologie?
'Fabrieken waren er vaak eerder dan de omlig
gende woonwijk. Het is dan niet zo, dat een
fabriek later als storend element werd toege
voegd. Ook is zij vaak bijzonder van architec
tuur, passend in de tijd van ontstaan. In
Driebergen staat bijvoorbeeld een electrici-
teitscentrale uit 1899. Driebergen was een stad
als Rotterdam jaren vooruit met electrisch
licht. Je moet zo'n gebouw uit historische over
wegingen behouden. In de gevel zitten trou
wens heel mooie Jugendstil tegeltjes. Ook
watertorens zijn vaak de moeite van het behou
den waard.'
Het landschap
'Er zijn al heel wat bijzondere landschappen
onnodig verloren gegaan bij stadsuitbreiding.
Waren de cultuurhistorische effectrapportages
er maar eerder geweest, dan was er veel meer
behouden gebleven.
Veel waterlopen bijvoorbeeld zijn onnodig
dichtgegooid en mooie bomengroepen omver
gehakt. Een architect werkt toch niet in een
luchtledig. Zulke elementen moeten zijn
vertrekpunt vormen. Er is teveel tekentafel
architectuur. De architect moet uitgaan van de
bestaande landschappelijke structuur.'
Positief zijn
Je pleit voor een positieve benadering in de monu
mentenbescherming.
'Je moetje niet afzetten tegen gemeenten, maar
ze juist ondersteunen. Vaak willen gemeente
besturen een projectontwikkelaar ook niet
volledig carte blanche geven. Steun ze daarin
met goede argumenten en help de politiek om
voor het stellen van voorwaarden draagvlak te
verwerven.
Mensen moeten er trots op kunnen zijn bij
Heemschut te horen. De vereniging moet dus
ook naar buiten brengen, dat zij een gemeente
lijk beleid heeft kunnen beïnvloeden door tijdig
in het besluitvormingsproces te springen.'
Ben je niet bang voor inkapseling van Heemschut?
'Niet, als Heemschut vooraf goed laat merken
waarvoor hij staat en achteraf wat hij heeft
kunnen bereiken.'
Ledenwerving, hoe doe je dat?
'Ik sta helemaal achter het beleidsplan van het
bestuur voor de komende vijfjaar maar ben het
op één punt niet met het bestuur eens. Het wil
zich concentreren op de 45plussers. Dat vind ik
wat eenzijdig. Je moet ook aan de gezinnen met
kinderen denken want die kinderen bepalen de
toekomst (Henk Jan heeft zelf drie geïnteres
seerde kinderen). Zorg dus bij elk evenement
dat je organiseert, dat er ook iets leuks voor de
kinderen is. Ouders hebben het vaak te druk
om ergens heen te gaan vanwege hun kinderen.
Als je nu ook aan de kinderen denkt bij een
monumentendag is dat een reden voor ouders
om juist te komen. Je wint er de ouders als lid
mee en de kinderen win je voor nu en de
toekomst.
Ook jongeren kun je aan je binden, bijvoor
beeld door studenten kunstgeschiedenis stage
plaatsen in provinciale commissies aan te bieden.'
Kan Heemschut de enorme toename van activiteiten
wel aan?
'Ja, als hij tenminste niet alles zelf wil doen.
Heemschut moet meer met andere organisaties
samenwerken.
Als een kastelen- of boerderijenstichting voor
zijn donateurs iets organiseert, kunnen wij als
Heemschut meedoen. We geven bijvoorbeeld
onze leden korting zoals andersom de samen
werkingspartner korting kan geven bij
Heemschutactiviteiten.'
Elke zichzelf respecterende historische stad is
er nu wel mee bezig: het autoluw maken van
de binnenstad. Dat gebeurt mondjesmaat
maar gestaag en meestal in samenhang met
een herbestratingsprogrammaJarenlange,
felle discussies gaan er aan vooraf. Want de
autoluwe aanpak kan op weinig enthousiasme
bij de middenstand rekenen. De heilige koe
mag eigenlijk geen strobreed in de weg
worden gelegd. Gemeenten kloppen zichzelf
vol trots op eigen borst. In brochures en lokale
stadskranten verkondigen ze glunderend van
tevredenheid dat het autoluw maken van het
historische centrum een nieuwe impuls bete
kent voor het woon- en leefklimaat en vooral
voor het economisch functioneren van de
binnenstad. Dat zal wel kloppen. Want zonder
al dat opdringerige blik om je heen wordt slen
teren weer aanlokkelijk.
Het afsluiten van het autoluwe gebied gebeurt
in veel gevallen volgens het Dynamisch
Afsluitingssysteem. Dit is een toegangssys
teem dat door middel van een ontheffingskaart
wordt bediend. De straatafsluiting gebeurt
door middel van zogenoemde pollers. Dit zijn
stalen palen die, als ze in het wegdek zinken,
toegang geven tot het autoluwe gebied. Goed
doordacht zou je denken. En om de auto's te
weren is het ook zeker een geslaagde oplos
sing. Maar dat woud van palen en obstakels er
omheen? Is daar niet een minder afzichtelijke
oplossing voor denkbaar? Zo wordt elke polier
bij de in- en uitgang van het autoluwe gebied
omgeven door regelkasten, een aanmeldzuil met
intercom, een paal met rood-groensignalering,
een of meer overzichtscamera's, de nodige
verkeersborden en afwijkende bestrating. Soms
wordt het geheel nog gecomplementeerd door
een krans van antiparkeerpalen. Een zwaar
bewaakte grensovergang is er niets bij.
Veel steden zullen in de nabije toekomst over
gaan tot dit afsluitingssysteem. Het zou ze
sieren als ze daarbij de palenpest rond de
pollers weten te minimaliseren. Dat zal de
aangename, autoluwe, mooie, opgeschoonde
straten ten goede komen.
Mariëtte Polman
augustus 2001