De Tricot, met een opvallende neo-renaissance-
gevel en een in betonskeletbouw opgetrokken
spoelerij (1912-'22), werd anderhalfjaar
geleden van de sloop gered en is nu rijksmonu
ment. Iets verderop aan de Wilhelminastraat
bevindt zich een winkel (thans artsenpraktijk
en een daarboven gelegen galerie) dat de herin
nering levend houdt aan de eerste verbruiks
coöperatie Help U Zeiven. Die coöperatie werd
in 1900 opgericht door de vereniging van
textielarbeiders.
Spoor-Jan
Aan de overkant, op de hoek van de Groenlose-
weg, staat de verwaarloosde, maar rijk georna
menteerde villa van textielfabrikant Willink.
Aan de overzijde van de Groenloseweg ligt
(de tot sloop gedoemde en voor woningbouw
bestemde) fabriek van Blydenstein-Willink, een
gebouwencomplex met opvallende sheddaken.
Het bedrijf werd in 1862 als eerste stoomwe
verij van Winterswijk gesticht door Hendrik
Willink, de vader van de stichter van de Tricot.
Op loopafstand ligt aan de Singelweg de oude
begraafplaats met de graven van dezelfde
Hendrik Willinken zijn zoons Gerritjan
(Tricot-Jan) en Jan, de stichter van de textiel
fabriek die later bekend werd als De Batavier.
Deze Willink werd nog veel bekender onder
zijn bijnaam Spoor-Jan.
Hij nam het initiatief voor de aanleg van de
spoorwegen, die Winterswijk in de 19de eeuw
uit zijn isolement haalden. 'Eigenlijk is dit deel
van het dorp één groot openluchtmuseum voor
de textielindustrie, zij het langzamerhand met
enige rafels.' Scholtz doelt op het schandaal
met het vakwerkgebouwtje, de sloop van de
ketelhuizen en sheddaken van de Tricotfabriek
voordat de rijksbescherming een feit werd.
Vriezenhuis aan de Wooldseweg.
Winterswijk (28.500 inwoners) biedt meer dan
de herinnering aan textiel. Het landschap rond
het dorp biedt de kwijnende boerenstand
nieuwe kansen. Kleine akkers en weiden, vaak
omzoomd door houtwallen en bosschages,
vormen de contouren van het coulissenland-
schap. In de buurtschappen zie je diep ingesne
den beekjes, Saksische boerderijtjes (met rood
bruine topgevels) en scholtenboerderijen. De
macht van die scholte of herenboer is terug te
vinden in de karakteristieke woonboerderijen.
Voor het bedrijfsgedeelte werd in de 19de eeuw
een landhuis, met de nodige tierelantijnen,
gezet. Zo ontstond hier het bekende T-type.
Een van de mooiste scholtenboerderijen staat
in het Woold. Het is het Vriezenhuis, met
Jugendstil-achtige ornamenten in het fries van
het uit 1905 daterende voorhuis.
Scholtz, en hij niet alleen, ergert zich aan de
kitscherige boerderettes in het buitengebied.
Het zijn van oorsprong Saksische boerderijtjes,
de nieuwe eigenaars hebben geen binding met
het boerenerf en verpesten het pand met glazen
nendeure, verlengde zijgevels en wagenwielen
bij de entree. 'Ze herinneren nauwelijks nog
aan de vroegere agrarische functie. De overheid
zou, uit cultuurhistorische overwegingen, regu
lerend tegen dit soort uitwassen moeten optre
den. Wonen in verantwoord aangepaste stijl
kost, als ér verbouwd wordt, heus niet meer.'
Korenspieker
Korenspieker Kössink is een ander vast item op
de tochten van Het Museum.
Het vakwerkgebouwtje was bestemd voor de
graanopslag en dateert uit de tweede helft van
de 18de eeuw. Het is eigendom van de G.A. van
der Lugt Stichting en in gebruik als dependance
van streekmuseum Freriks. Wim Scholtz is
verheugd over het historische verantwoorde
Spieker Kössink.
herstel van de Ruitenburgerschans in de buurt
schap Woold, pal aan de grens. De uit 1575
daterende schans, waar pachtboeren zich in het
rampjaar 1672 verschansten tegen plunderende
legers van de bisschop van Munster, is verwor
den tot een rommelig bosje met her en der
hoopjes afval en nauwelijks herkenbaar. Maar
de Achterhoekse G.A. Van der Lugt Stichting
heeft zich er over ontfermd en maakt een plan
voor gedeeltelijk herstel. Het oosten van de
Achterhoek kent meer van dergelijke schansen,
die onder meer herinneren aan het beleg van
Groenlo door Frederik Hendrik in 1627.
Veel van die schansen krijgen hun oude glorie
terug.
Dat die schansen er nog zijn komt ook doordat
ze in het vergeetboek zijn geraakt. Dat blijkt
een prima voorwaarde te zijn voor een aantrek
kelijke omgeving. Het enkele kilometers naar
het westen gelegen Bredevoort was jarenlang
ingeslapen. Als enige boekenstad in Nederland
met een keur van antiquarische boekwinkeltjes
profiteert het van de goed bewaard gebleven
historische stadskern. Winterswijk heeft die
slaap gemist. Scholtz: 'De textiel zakte in, maar
de middenstand floreerde door de komst van
drommen Duitsers, die 'billig' hun inkopen
kwamen en komen doen. Dat had negatieve
gevolgen voor het uiterlijk van het centrum.
De mooiste winkelpuien zijn vernield, tal van
waardevolle panden weken voor de aanleg van
gratis parkeerplaatsen.
Rob Lureman is lid van de Provinciale Commissie
van Heemschut in Gelderland.
38 IES&2S33H augustus 2001