Modelbehandeling voor
vestingwallen Gorinchem
JÊJKL
Bert Franssen
De 16de-eeuwse vestingwallen in Gorinchem worden versterkt
en gerepareerd. Ze waren niet veilig genoeg en dus moest er
ingegrepen worden. Hoe? Dat was de kwestie. Versterken kan op
allerlei manieren. Provincie, Gemeente en Hoogheemraadschap
besloten het zichzelf niet makkelijk te maken: het moest allemaal
cultuurhistorie-proof, de vesting moest intact blijven.
Een bezoek aan Gorinchem, een gesprek met Erik Jan Brans, de
cultuurhistoricus van het versterkingsproject, een project van
Bouwmij-Woerden.
augustus 2001
Heemschut
29
Vestingwal met Tolhuis. Foto's auteur.
De vestingwallen van Gorinchem werden aan
het eind van de 16de eeuw aangelegd om de
vijand buiten de deur te houden en maakten
later deel uit van de Hollandse Waterlinie.
Bakstenen muren (revêtementsmuren) verre
zen op plaatsen die kwetsbaar waren door de
werking van ijs en water van onder meer de
Merwede. Het was een vesting met bastions.
Kanonnen konden vanaf een bastion de voor
kant van een aangrenzende muur en een van de
schuine zijden van het naburige bastion bestrij
ken. Dè manier om de vijand af te schudden.
Tegenwoordig functioneert de vesting als
waterkering, schakel in een cirkel van keringen
die de Alblasserwaard voor overstroming moet
behoeden. Maar de wallen voldoen niet aan de
criteria van de Wet op de waterkering en
moeten versterkt en gerepareerd worden.
Hoewel er zich de vorige eeuw alleen in 1926
min of meer een noodsituatie voordeed, stelde
een Milieu Effect Rapportage vast dat de
muren omver zouden kunnen duvelen, vooral
bij laagwater. Namelijk als er zich beneden-