38
Heemschut
juni 2001
aan de Tetterodeweg vrij, de restauratie werd
een feit en in het najaar van 1999 werd De
Zandwaaier geopend. Een daverend succes,
want het eerste jaar telde men al meer dan
50.000 bezoekers.
In het duincentrum treft men informatie over
planten en dieren van het nationaal park, de
geschiedenis van het duingebied, een kinderhoek
en een schatkistroute, een leestafel met boeken
en computers, filmzaal, wisselexpositieruimte,
een bescheiden groene winkel en een restaurant.
En onlangs werd achter het duincentrum de
oude timmermanswerkplaats verbouwd tot
activiteitencentrum De Duinkijker.
Pompen en zuiveren
De geschiedenis van de drinkwatervoorziening
in Bloemendaal is interessant. Elet schone
duinwater was in trek en binnen de gemeente
grenzen waren dan ook vier drinkwaterleiding-
bedrijven actief, namelijk Amsterdam,
Heemstede, Haarlem en Bloemendaal zelf.
Voordat de Haarlemse drinkwatervoorziening
eind 19de eeuw in Overveen werd ondergebracht,
kreeg slechts een deel van de stad drinkwater
vanuit het particuliere waterleidingbedrijf,
Duinwatermaatschappij Amsterdam (DWM).
Met de DWM werd een akkoord gesloten,
omdat een deel van het buizennet over
Haarlems grondgebied loopt. Sommige huizen
kregen al in 185 5 een directe aansluiting en in
de stad kwam een aantal tappunten. In 1888
besloot de gemeenteraad na vele onbevredigende
onderhandelingen met de DWM over uitbrei
ding van het waterleidingnet tot de aanleg van
een eigen drinkwatervoorziening. Vanaf 1896
beschikte de gemeente Haarlem in Overveen
over grond (5 km bij 100 meter) in voortdu
rende erfpacht. IrJ. Schotel kreeg de opdracht
tot bouw en uitvoering en na twee jaar op 29
april 1898 werd het waterleidingbedrijf officieel
in werking gesteld. Tweederde van de
Haarlemse huishoudens (63.000 inwoners)
kreeg in die tijd aansluiting op het waternet.
Gemiddeld gebruikte een Haarlems huishouden
de eerste helft van de 20ste eeuw tussen de 50
en 60 liter per dag. Met ca 12.000 inwoners in
1906 en bijna 160.000 in 1948 kan men zich
indenken hoezeer het leidingnet telkens weer
vergroot moest worden en voortdurende uit
breiding van het waterwingebied noodzakelijk
was. Onderhandelingen, onteigeningen,
protesten en ruzies waren aan de orde van de
dag. Bovendien was het bovenduinwater op een
gegeven moment gewoon op en was men
genoodzaakt veel dieper te winnen.
De gemeente Bloemendaal kreeg aanvankelijk
water van Haarlem, die daartoe verplicht was,
omdat Haarlem drinkwater op Bloemendaals
grondgebied won. Toch stichtte Bloemendaal
in 1913 een eigen waterleidingbedrijf.
In 1971 werd de Waterleidingwet gewijzigd.
Bevordering van doelmatigheid lag daaraan ten
grondslag. Hoge investeringen voor aanpassin
gen van zuiveringstechnieken en voorraad-
vorming noodzaakten tot een duidelijke
aanpak. De een na de andere samenwerkings
overeenkomst en fusie werd een feit, totdat in
1997 de laatste twee PWN en WLZK
(Waterleidingbedrijf Zuid-Kennemerland)
fuseerden tot N.V. PWN Waterleidingbedrijf
Noord-Holland.
Het pompgebouw precies 100 jaar later in
1998. Foto C.H. Rutte.
Architect Schotel
Ir. J. Schotel (1845-1912) werd geboren in
Dordrecht en begon zijn loopbaan als opzichter
5e klasse bij de spoorwegen. In 1880 begon hij
voor zichzelf. Zijn eerste grote zelfstandige
opdracht was voor de Rotterdamse Tramweg
Maatschappij de aanleg van de paardentram.
Voor de RTM zou hij zijn leven lang blijven
werken.
In 1899 was hij betrokken bij de aanleg van de
eerste elektrische tramlijn Haarlem-Zandvoort.
Voorts werkte hij zijn leven lang voor vele
waterleidingbedrijven, allereerst in Gouda. Hij
bouwde tussen 1883 (Gouda) en 1911 (Voor
schoten) zestien watertorens. In deze torens
van Schotel is heel duidelijk de ontwikkeling op
het gebied van watertoren bouw af te lezen; van
torens in baksteen met grote waterreservoirs
tot het gebruik van het veel goedkopere beton
begin 20ste eeuw. In de ontwerpen van de
torens volgde Schotel de heersende architectuur
stijlen en paste verschillende decoratieve
elementen toe. Overheerste in de eerste toren
nog de sobere neogotiek, rondom 1900 bouwde
men vooral in neorenaissancestijl.
De watertoren van Overveen uit 1897, fier als
een verdedigingstoren, vormt binnen het
oeuvre van Schotel een absoluut hoogtepunt.
Machinegebouw
In 1897 kreeg Schotel de opdracht van de
Haarlemse Waterleiding een begroting op te
stellen voor de bouw van een watertoren,