Platform Landschap en Cultuurhistorie
over Vijfde Nota RO
Reactie van het
Nationaal Contact
Monumenten
juni 2001
Heemschut
27
(vervolg van pag. 1)
Intensiveren, combineren, transformeren
Deze trits zal de komende jaren leidraad
worden voor de ruimtelijke ordening en het
bouwen. Voor het cultuurhistorisch erfgoed
liggen hier kansen (bijvoorbeeld het vinden van
nieuwe functies voor gebouwen) maar ook
bedreigingen. Intensief bodemgebruik kan
leiden tot aantasting van het bodemarchief, van
het archeologisch erfgoed. In de nota
Grondbeleid zal hier nadrukkelijk aandacht aan
besteed moeten worden. Bij intensivering,
zowel in stedelijke als in landelijke gebieden,
zal er onder andere voor moeten worden
gewaakt dat de molenbiotoop (dit is de vrije
ruimte rondom een molen die nodig is voor
windvang en landschappelijke beleving) geen
geweld wordt aangedaan. Bij (landschappelijke)
transformatie is de kans aanwezig dat cultuur
historie letterlijk wordt ondergeschoffeld.
Het is bij zowel intensiveren, combineren als
transformeren dan ook van groot belang dat
helderheid bestaat over de aanwezige cultuur
historische waarden. Hiertoe is op nationaal
niveau de inspanning vereist om te komen tot
strategische integratie en tot het operationali
seren van kennis en informatie. De Rijksdienst
voor de Monumentenzorg, de Rijksdienst voor
het Oudheidkundig Bodemonderzoek, Alterra
en het Expertise Centrum van LNV zullen de
krachten samen met de provincies moeten
bundelen met als partner de Rijks Planologische
Dienst.
Gebieden en contouren
Bij het trekken van rode contouren zal de over
gang van stad naar land een belangrijke rol
moeten spelen. Daar moet een analyse van
zowel de stads- als landschapsontwikkeling aan
vooraf gaan.
In de nota wordt een veelheid aan gebieden
benoemd: groene contour-gebieden, Nationale
Landschappen, Provinciale Landschappen,
balansgebieden, buitengebied, landelijk gebied.
Bij het bepalen van het beleid voor elk van deze
soort gebieden zullen de beleidslijnen van
zowel het Verdrag van Malta, de nota
Belvedere als de nota Ontwerpen aan
Nederland betrokken moeten worden. Het
Platform mist node de in oktober 2000 van
kracht geworden European Landscape
Convention. Het is voor het Platform onduide
lijk op welke wijze de Belvederegebieden- en
steden, behalve die in de PKB met name
worden genoemd, geïntegreerd zullen worden
in het ruimtelijke ontwikkelingsproces. Ook
moet helder worden op welke wijze de nota
NBL 2 len nog uit te brengen SGR2 gerela
teerd zijn aan de Vijfde Nota. Het Platform
beveelt op dit punt een nadere uitwerking van
de Nota aan, mede in verband met de beoogde
doorwerking van de PKB. Aangetekend wordt,
dat de Belvederegebieden in overleg met de
provincies zijn vastgesteld. Verder vraagt het
Platform zich af of de veelheid aan gebieden
met vaak onduidelijke criteria, niet zal werken
als een rookgordijn. Dreigt het landschapsbe-
leid niet erg fragmentarisch te worden? Het
Platform is van mening dat de Ontwerp PKB
op dit punt onevenwichtig is.
Het rijk zal er op toe moeten zien dat bij het
bepalen van het (landschaps)beleid voor de
verschillende gebieden, cultuurhistorie een
criterium is.
Water krijgt vanwege het nationale cultuurhis
torische belang een prominente ordenende rol
toebedeeld in de Vijfde Nota. Bij de 'water-
toets' die ruimtelijke plannen zullen onder
gaan, zal gezien de sterke verwevenheid met
het cultuurhistorisch erfgoed ook een kwali-
teitstoets plaats moeten vinden. Verder zullen
hoogheemraadschappen en waterschappen hun
verantwoordelijkheid als dagelijks beheerder
van veel cultuurhistorisch erfgoed uit het
oogpunt van algemeen belang daadwerkelijk
moeten gaan invullen.
Organisatie
De meeste gebiedsvisies zullen op regionaal of
provinciaal niveau worden gemaakt. De
inbreng van cultuurhistorie zal daarom ook op
dit schaalniveau adequaat plaats moeten
vinden. De momenteel verspreid aanwezige
kennis bij o.a. de Rijksdienst voor de
Monumentenzorg, de Rijksdienst voor het
Oudheidkundig Bodemonderzoek, Alterra,
Expertise Centrum LNV, provincies en parti
culiere organisaties, zal integraal ingebracht
moeten worden bij de plan- en visievorming.
De Provinciale Steunpunten Monumenten
zorg, waarin de meeste van deze partijen zijn
vertegenwoordigd, moeten hierin een belang
rijke initiërende en coördinerende rol spelen.
Het Platform is van mening dat het particulier
initiatief bij de planvorming betrokken moet
worden. Hier is veel kennis aanwezig. Boven
dien krijgen de plannen op deze wijze een beter
draagvlak in de betreffende gebieden.
Platform Landschap en Cultuurhistorie Red.
In het algemeen kan worden gesteld dat in de
eerste hoofdstukken van de Vijfde Nota de
notie van cultuurhistorie en ruimtelijke kwali
teit sterk is verwoord. In de PKB-tekst komt
die notie veel zwakker naar voren. Dit geldt
met name voor de PKB tekst betreffende het
bebouwd gebied.
Kwaliteitstoets
In de nota Belvedere staat dat in de Vijfde Nota
als concrete beleidsdoelstelling zal worden
opgenomen dat gemeenten wordt gevraagd aan
te geven hoe en in hoeverre de cultuurhistorische
samenhang ivordt gehandhaafd en daartoe de
cultuurhistorische kernkwaliteiten aan te geven als
ruimtelijk toetsingskader bij de locatie-, inrichtings-
en vormgevingskeuze. Gezien het belang van de
rol die de gemeenten hebben bij de uitwerking
van het rijksbeleid, is het NCM van mening dat
deze passage in de PKB moet worden opgeno
men.
Nota Belvedere
Tijdens de behandeling van de Nota Belvedere
heeft minister Pronk aangekondigd dat deze
nota in de Vijfde Nota beleidsmatig zou
worden verankerd. Twee aspecten zijn hierbij
van belang. Op de eerste plaats de incorporatie
in het ruimtelijk beleid van de
Belvederegedachte, vertaald als culturele
planologie of ook wel behoud door ontwikke
ling. Ten tweede een beleidsmatige veranke
ring van de Belvedere gebieden- en steden.
Het NCM mist in de Vijfde Nota een uitwer
king van de Belvedere gedachte. Het NCM is
echter van mening dat Belvedere slechts kan
slagen indien de gedachte expliciet in de Vijfde
Nota wordt verwoord. Het NCM pleit er
daarom voor om in de PKB 3 de begrippen
culturele planologie en behoud door ontwikke
ling te operationaliseren.
Gebiedscategorieën en contouren
In de Vijfde Nota wordt een aantal gebiedsca
tegorieën geïntroduceerd: nationaal landschap,
provinciaal landschap, balansgebied, rode en
groene contouren. De gebiedscriteria zijn
vooralsnog onduidelijk. Hierdoor is het lastig
inhoudelijk te reageren. Het NCM vraagt zich
in ieder geval wel af welke plaats de Belvedere
gebieden zullen krijgen. Zoals het er nu naar
uitziet vallen de Belvederegebieden in drie
categorieën uiteen: de UNESCOgebieden, een
selectie die als zoekgebied voor groene contou
ren kan dienen en de rest. Het is het NCM