juni 2001
Heemschut
13
Doorsnede van het museumgebouw in het
concept van Cruz en Ortiz
over luttele jaren opnieuw kostbare verbou
wingen nodig zijn. Het wordt een kleiner
museum met minder zaalruimte maar met
ruimte voor de historische ervaring bij het
waarnemen van een beperkte verzameling
van authentieke voorwerpen. De confronta
tie met het origineel is de kracht van het
museum: de magie van het voorwerp dat
prikkelt, boeit en raakt.
Architecten en plannen
Op 4 april maakte de jury, bestaande uit
rijksbouwmeester Jo Coenen, directeur Ronald
de Leeuw, monumentenzorger Fons Asselbergs,
oud-burgemeester Schelto Patijn en publicist
Max van Rooy de uitslag bekend van de
Europese aanbestedingsprocedure voor de
keuze van een architect voor de renovatie.
De procedure die totnogtoe gevolgd is bij de
planvorming is zeer bijzonder. Allereerst
omdat een ideaalplan voor het museum al
bestond in de vorm van het Masterplan
Ruijssenaars, dat onder de ondertitel
'Vooruit naar Cuypers' afgelopen jaar is
uitgegeven. Het kan alleen niet uitgevoerd
worden omdat de opsteller ervan wegens
onverenigbaarheid van karakters als projec
tarchitect is ontslagen. Vervolgens omdat er
een meervoudige opdracht is uitgeschreven
onder zeven architecten, voordat de discussie
en publiciteit op gang kwamen. De visies van
de architecten zijn dus tot stand gekomen
zonder rekening te houden met de overigens
zeer wisselende resultaten van de openbare
en besloten debatten. Dat is een gemiste
kans, hoewel aangenomen mag worden dat
er in het definitieve plan wel rekening mee
wordt gehouden. Het is tenslotte bijzonder
jammer dat de debatten niet meer gestruc
tureerd werden. Nu omvatten ze afgewogen
standpunten maar ook hartstochtelijke uitroe
pen en meningen met een hoog open deur
gehalte. Het lijkt zinvol om in de aanloop tot
de definitieve planvorming en tijdens de
uitvoering de mening te peilen van zorgvul
dig gekozen deskundigen over thema's als
het museumconcept, de omgang met
Cuypers' decoraties, het verzamelbeleid,
maar ook over technische vragen, bijvoor
beeld luchtbehandeling en fundering.
De zeven architecten werd gevraagd de
ruimtelijke structuur van het gebouw te
herstellen met een eigentijdse uitstraling, de
verkeersstructuur en de functies te verhelde
ren en te structureren, de oorspronkelijke
interieurafwerking terug te brengen voorzo
ver wenselijk en tenslotte een visie te ontwik
kelen op de tuin en de omgeving.
Alle plannen laten zien dat de architecten die
vragen serieus hebben genomen en dat ze
waardering en respect voor het gebouw
hebben. Het geeft echter te denken dat de
nieuwe toevoegingen het minutieus
herwaarderen van het oude domineren. Die
toevoegingen kunnen meeslepend zijn:
Venezia annexeert het Museumplein voor een
intrigerende schatkamer, Henket plaatst met
een groots gebaar de Aziatische collectie in
een eivormige inbouw, Cruz en Ortiz maken
er een ondergronds paviljoen voor. Maar de
aandacht voor het terugbrengen van het
verloren gegane interieur is minder aanwe
zig. Alleen Henket maakt een analyse van de
interieurdecoraties. Kneppers geeft in de oude
zalen de decoratieve lijnen en patronen van
Cuypers deels weer. Cruz en Ortiz willen ze
in verzwakte, 'fletse' vorm terugbrengen,
waarbij het nog maar de vraag is hoe we ons
dat moeten voorstellen. Verder gaan alle
architecten ver de grond in. Bij het aanbren
gen van een nieuwe ingangsroute hebben zij
zich laten inspireren door het illustere voor
beeld van het Parijse Louvre, maar het is nog
maar de vraag in hoeverre dit realiseerbaar is
zonder de stabiliteit van het bestaande
gebouw in gevaar te brengen. Het master
plan van Ruijssenaars die het gebouw al jaren
kent, is letterlijk aanmerkelijk minder diep
gravend. De oplossing waarbij Cruz en Ortiz
de bezoekers via een roltrap in de onderdoor
gang het museum laten betreden is intelli
gent en spaart de openheid van deze door
gang, maar zal alleen realiseerbaar zijn door
sterke ingrepen in de bestaande fundering.
Daarom is het goed dat de definitieve
plannen nu pas worden gemaakt. Laat ze niet
solitair en binnenskamers maar in alle open
heid ontstaan in samenspraak met deskundi
gen en liefhebbers van het gebouw. Als Cruz
en Ortiz hun intelligente oplossingen kun
nen combineren met het respect van Henket
en de zorgvuldigheid van Ruijssenaars is er
een kans dat het Rijksmuseum inwendig het
oorspronkelijke karakter herwint en weer in
overeenstemming zal zijn met het sterke
uitwendige beeld.
Dr. A.J.C. van Leeuwen is gepromoveerd op
architect P.J.H. Cuypers en oud-voorzitter van
het Cuypers Genootschap.
Heemschut heeft m,.b.t. de plannen een aantal
voorwaarden opgesteld zie pag. 18.