Commentaar Geen gat april 2001 Heemschut 3 Het oude streven naar compactheid mag dus niet het slachtoffer worden van de nieuwe extra ruimte binnen de rode contouren. Dus behalve uitbreiden ook inbreiden door bijvoorbeeld oude industrieterreinen om te vormen tot woonlocatie. Pronk wil daarnaast ook groene contouren getrokken hebben. Waardevolle landschappen, bijvoorbeeld Belvedere-gebieden, worden groen omcirkeld. Er mag niet gebouwd worden of er moet wel een heel erg harde reden voor zijn. Eigenlijk wilde de minister ook nog lichtgroene contouren. De grond binnen die lijnen, bijvoor beeld het open landschap tussen steden, zou dan vooral bestemd zijn voor recreatie of land bouw maar over bebouwing viel eventueel te praten. Jammer genoeg heeft de minister die wens moeten inslikkken. Zijn collega's op Verkeer en Economische Zaken, Netelenbos en Jorritsma wilden niet teveel belemmerd worden door contouren in hun verlangen naar infrastructuur en bedrijfsterreinen. Balansgebieden In plaats van die lichtgroene contouren kwamen er zogeheten balansgebieden. Gebieden, waar de balans kan overslaan naar rood of groen. De minister betreurt deze concessie en dat kunnen we wel begrijpen want niet minder dan de helft van ons land blijkt nu uit balansgebied te bestaan. In die balansgebieden liggende gemeenten mogen nu van geval tot geval gaan bekijken of delen van balansgebieden al dan niet bebouwd gaan worden. En op dat punt beginnen de heren, met wie we spreken, uit elkaar te gaan in hun beoordeling. Van der Haagen: 'Dat betekent niet, dat die gebieden vogelvrij zijn want alle bestaande regimes, de Vogel- en de Habitatrichtlijn en de Belvedere-status, blijven volgens de Vijfde Nota gelden. Wolters doet er minder luchtig over. Hij betwijfelt of gemeenten de zelfdiscipline kunnen opbrengen om deze kwetsbare gebie den de ruimte te laten, die hun toekomt. Van der Haagen: 'Ja, maar ook hier moeten Provincie en Rijk volgens vastgestelde kwali teitsuitgangspunten weer goedkeuring geven en vastleggen in streekplannen. En Pronk spreekt hiervan een optimaal regime, waarin alle overheidslagen hun bevoegdheden actief gebruiken om in vrijheid de voor elk van die overheidslagen wezenlijke belangen te dienen.' Van der Haagen wijst ook nog op het kwantum aan ruimte, dat voor de diverse gebruiksfunc ties per landsdeel centraal is vastgesteld en dat nooit overschreden mag worden. Maar Wolters wijst op zijn heurt op de hardnekkig heid van economische belangen, die vaak toch prevaleren. Hij vindt ook, dat de regering het probleem van de ruimte veel meer op Europees niveau had moeten bekijken. Voor recreatie-gebieden is in ons land weinig ruimte, maar even over de grens is de bevolkingsdichtheid stukken lager, daar kun je op Europees niveau extra ruimte voor recreatie reserveren. Waarom kunnen we bijna alles in Europees verband bekijken en voeren zelfs een gezamenlijke munt in maar houdt het op bij het grondgebruik. Van der Haagen wijst op de verschillende kaarten in de nota, die wel degelijk wijzen op een Europees denken en noemt het Benelux - overleg op dit gebied, maar Wolters blijft het onvoldoende vinden. Hij vindt trouwens ook, dat er te weinig continuïteit zit in de elkaar opvolgende nota's Ruimtelijke Ordening. Elke keer worden er weer nieuwe concepten bedacht. Eerst had je landschapsparken en nu weer nationale landschappen. Eerst stadsge westen en dan weer stedelijke netwerken. Er zit te weinig lijn in de planning. Van der Haagen ziet wel enige conceptuele continuïteit. Maar vooral bij de Vijfde Nota valt hem de vrij strakke regievoering op. Ruimtelijke kwaliteit Van der Haagen: 'Voor het eerst ligt er een heel zwaar accent op ruimtelijke kwaliteitsden ken, waar de derde en vierde nota nog bleven steken in kwantiteitsdenken. Ruimtelijke kwali teit is nu gelijkwaardig aan economische ontwikkeling.' Een verheugende caesuur. Hij signaleert in de nota de grote confrontatie tussen kwantiteit en kwaliteit. Kwaliteit zet kwantiteit onder druk. Verder komt er meer toezicht op de naleving en handhaving van beleid en komt er zelfs een onafhankelijk Ruimtelijk Planbureau. En wat te denken van kwaliteitscriteria als aantrekkelijkheid, culturele identiteit en diversiteit en waarden als stilte en duisternis, die ook de nota hebben gehaald. Groen wordt roze We wensen vooral het Parlement straks veel licht toe bij de behandeling van de nota. Lang niet alle parlementariërs zijn overigens even optimistisch. 'De praktijk bewijst, dat juist het Rijk de touwtjes in handen moet hebben, zei Kamerlid Van Gent van GroenLinks. En Kamerlid Poppe van de SP vond, dat Pronk 'door het ijs is gezakt.' 'Nederland ligt weer open voor asfalt en industrie.' De meerderheid in de Tweede Kamer en de milieubeweging willen, dat het kabinet de open ruimte in Nederland beter beschermt tegen bebouwing. Groene gebieden tussen gemeenten dreigen toch weer dicht te slibben. Lichtgroene contouren zijn volgens Duivesteijn van de PvdA van levensbelang. En Van den Biggelaarvan Natuur en Milieu drukte het als volgt uit: 'Het groen zal lang zaam in roze veranderen.' Het plan Nieuwe Noordzijde in Groningen gaat niet door. Het ontwerp hield in: een nieuwe noordzijde van de Grote Markt met winkels, waaronder V&D en de Bijenkorf, en daarop aansluitend een parkeergarage voor 400 auto's onder de Grote Markt met een inrit langs de Martinikerk. Verder zou er een koopgoot komen achter de nieuwe noord zijde en een nieuw pleintje. Vóór de nieuwe noordzijde zou een gat in de Grote Markt van ongeveer 40 bij 10 meter komen, zodat het ondergrondse winkelplein voorzien zou zijn van lichten lucht. De Stichting Martini kerk was uiteindelijk akkoord met het plan, de Rijksdienst maakte wat kanttekeningen bij de beluchtingsgebouwtjes en het gat. Reeds in 1997 bleek uit een enquête onder bewoners en bezoekers, dat slechts 51 van de ondervraagden een parkeergarage onder de Grote Markt wilde, terwijl 85 de hui dige parkeermogelijkheden voldoende achtte. Het andere onderdeel van het plan, de vernieuwing van de noordzijde van de Grote Markt scoorde beter: 86% wilde een nieuwe noordzijde. Dachten de plannenmakers dat de Gronin gers in ruil voor aantrekkelijke winkels hun bezwaren tegen een parkeergarage opzij zouden zetten? Bij het referendum van 21 februari werd gestemd over het totale plan: de nieuwe noordzijde inclusief de par keergarage. De uitslag was verrassend gezien ervaringen met eerdere referenda: de opkomst van 56% was relatief hoog; dat het plan met zo grote meerderheid verworpen zou worden had niemand verwacht. Het plan was een voorontwerp, er was nog geen onderzoek gedaan naar effecten van het plan op het verkeer en de bodemsituatie onder en rond de Grote Markt, er waren geen bouwtekeningen voor de noordwand. Beide partijen konden daardoor inspelen op angstgevoelens: de tegenstanders wezen vooral op het gevaar voor toenemende ver keersdrukte in het centrum en op de gevaren voor de Martinikerk en -toren, de voorstan ders wezen op de toekomst van Groningen, die op het spel werd gezet, op het 'weglek ken van koopkracht' naar nabije gemeenten. Het wachten is nu op de volgende stap van B en W. De problemen rond de Grote Markt moeten immers worden opgelost. De gemeente lijkt nu wél te willen luisteren naar de tegenstanders van het plan Nieuwe Noordzijde. De projectontwikkelaar Multivastgoed en rijksbouwmeester Jo Coe- nen zijn nog steeds bereid om mee te wer ken aan een oplossing, maar nu zonder een parkeergarage onder de Grote Markt. Tineke Vooijs

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2001 | | pagina 5