Stad en landschap al maar lelijker Niet leunen op goede wil Allround niet-vakman Geurt Brinkgreve, bekroond met Heemschut Persprijs: Column Mijnheer de voorzitter van de Bond Heemschut, juryleden van de Heemschut Persprijs, dames en heren, voor de mij toegekende onderscheiding en voor de vriendelijke woorden die bij de uitreiking van de prijs zijn gesproken ben ik u zeer erkentelijk. Dat die woorden mij zelf wat overdreven voorkomen, wilt u wel van mij aannemen. Wierookwalm hoort naar mijn gevoelen thuis in de oude Romeinse liturgie en is vrijwel afgeschaft. j oktober 2000 Heemschut 3 Geen mens is zonder ijdelheid, waardering is aangenamer dan tegenspraak, of erger nog, dan doofheid voor wat je naar eigen inzicht meent te moeten zeggen. Aanvaardbaarder is die waardering omdat de verdediging van het Europese, in het bijzonder het Amsterdamse cultuurgoed, nooit een solorecital is, veeleer een opera, met een goed op elkaar ingespeelde bezetting. Bestuursvergaderingen van stichtingen en verenigingen kunnen inspirerend zijn, ook omdat zij niet openbaar zijn, en, als het goed gaat, niet worden ontsierd door de wens om individueel te scoren in de publiciteit. Het gaat om teamwerk, waarbij ideeën worden gelan ceerd, opgevangen, verder uitgesponnen tot ze hanteerbaar worden. In Heemschutverband denk ik dan aan de figuren als Ton Koot, d'Ailly of Bentinck, in de Diogenes-kring in de eerste plaats Mn Jaap Oranje. Als ik mijn eigen aandeel in die samenwer kingsverbanden probeer te definiëren dan zijn daarbij twee omstandigheden van belang. De eerste is dat ik een halve eeuw lang dicht bij het fornuis gestaan heb waarop de niet-modernisti- sche gerechten uit het Heemschut-kookboek werden bereid. Met Meischke en Zantkuijl ben ik zowat de enige nog actieve uit de ploeg van de jaren vijftig. De tweede factor is dat ik geen vakman ben, geen specialist op een van de talrijke vakgebieden die bij de verdediging van het culturele erfgoed aan de orde komen, geen architect, geen bouwkundige, allerminst finan cier of econoom, alleen maar in de oorspronke lijke betekenis van het woord: een amateur, dilettant, liefhebber, zonodig journalist. Ik heb maar een keer het vak waarin ik een beroepsopleiding heb gevolgd kunnen uitoefe nen in het kader van een restauratie. In het netgewelf onder de vieringtoren van de oude Sint Bavo in Haarlem ziet men op de snijpun ten van de ribben kleine vergulde bolletjes. Van dichtbij heeft de middelste van de holge- sneden houten aanhangsels aan het gewelf een doorsnee van driekwart meter. Daarvan heb ik de ontbrekende delen ingevoegd en bijgesne den. Van de andere, iets kleinere, heb ik drie of vier nieuwe exemplaren gemaakt, met hetzelfde laat-gotische rankenornament, telkens anders gevarieerd. Ik heb er zeker maanden langer over gedaan dan mijn voorganger vijf eeuwen geleden, en dat heeft me duidelijk gemaakt dat bezuiniging op arbeidstijd - het principe van elke calculatie in het huidige bouwbedrijf - haaks staat op de zorg die de instandhouding van het monumentenbestand vereist. Het is misschien wat overdreven om te stellen dat alle zaken van materiële cultuur, gebouwen, huis raad, kleding en voedsel, tot ver in de 19de eeuw werden voortgebracht door vaardige ambach telijk geschoolde handen. Wat voedsel betreft heeft een goede kwaliteit van brood, kaas en wijn het nog altijd uitgehouden. Ik voel veel sympathie voor de Franse schaapherder Bové in zijn strijd tegen de macmerde of malbouffe, het genetisch gemanipuleerd fabrieksvoedsel, maar ik vrees dat hij het tenslotte zal verliezen. Niet-vakman kan afstand nemen Niet-vakman zijn in de vele specialismen waarmee je, schrijvend over de bedreigde cultuurhistorische waarden, of als bestuurder van restaurerende instellingen te maken hebt, heeft het voordeel van een zekere afstandelijk heid. Je moet weten waar je de specialist nodig hebt, om telkens de vele tekorten van eigen kennis aan te vullen, maar je moet ook tegen de specialist kunnen zeggen: meneer nu gaat u te ver, wat u wilt, past misschien binnen de oog kleppen van uw discipline, maar er zijn andere zaken aan de orde, en die wegen zwaarder. Vervolg zie pag. 21 i Particuliere initiatieven en investeringen hebben de monumenten in Nederland overeind gehouden. De overheid zou daar meer aan bij moeten dragen. Van oudsher is de rol van particulieren bij het behoud van monumenten zeer groot. De overheid heeft pas vanaf de jaren zestig i monumenten daadwerkelijk beschermd. Het Rijk gaf daarmee aan dat monumenten naast een particulier belang ook een belang voor de samenleving vormen. Doordat het Rijk ging S meebetalen is in feite een vroege vorm van publiek-private samenwerking ontstaan. Die samenwerking kwam onder druk te staan j toen de overheid in de jaren tachtig zijn j 'afspraken' niet meer nakwam. Daardoor steunt het Rijk zwaar op de investeringen die particulieren willen doen. Dat kan en mag, maar je moet er geen misbruik van maken. Door aanhoudende bezuinigingen was het financieringstekort voor monumentenzorg begin jaren negentig opgelopen tot 1,4 miljard. Dit geldgebrek heeft extra grote investeringen van particulieren gevraagd. Sommige eigenaren verkochten zelfs het tafelzilver om te kunnen restaureren. De twee paarse kabinetten stellen het behoud van cultureel erfgoed hoog op de agenda. Zij hebben de laatste jaren extra geld voor monu mentenzorg beschikbaar gesteld. Het tekort aan subsidie voor monumenten is daarmee teruggebracht van 1,4 miljard naar/280 miljoen. Het is echter teleurstellend dat in de j nieuwe rijksbegroting géén extra geld voor monumenten te vinden is. Temeer omdat er voldoende plannen zijn om het geld meteen te gebruiken. Dat is lang niet bij elke 'zorg' het geval. Het kabinet zou die 280 miljoen alsnog bedrag beschikbaar moeten stellen. Het is fatsoenlijk als het bedrag er alsnog komt. Het gaat ons nu goed, en de inzet van particulieren rechtvaardigt een vergelijkbare inzet van de overheid. Steunen op goede wil mag, maar leunen niet! WAARNEMER lVan Dale: Steunen: 'helpen in stand te houden'; Leunen: 'zich verlaten op

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2000 | | pagina 5