8 Heemschut oktober 2000 Voor het prachtige Teylersmuseum mag geen pannenkoekenboot komen. Terwijl het water vrolijk tegen de pas aange legde steigers klatert moet de wandelaar op de oever intussen flink zijn best doen om het zicht op het water te behouden.Want van een rustige ochtendwandeling langs het Spaarne is hoege naamd geen sprake. Drukke oversteekplekken met stoplichten, plotseling in het niets verdwij nende stoepen, onhandig geplaatst straatmeu- bilair, het voorbij razende verkeer, er is de laatste decennia werkelijk alles aan gedaan om een wandeling langs de rivier zo onaangenaam mogelijk te maken. En daar moet verandering in komen. Vindt ook de gemeente Haarlem. Verloedering Dus werd er al in 1990 een projectgroep opge richt die uiteindelijk met een plan kwam dat in 1995 door de gemeenteraden van Heemstede en Haarlem (de twee gemeenten waardoor het Spaarne loopt) werd goedgekeurd. Dit zogehe ten Spaarneplan heeft als belangrijkste doel de vele kwaliteiten van het Spaarne te herstellen of te versterken. Volgens deze projectgroep heeft 'de stad Haarlem zich op veel locaties van het Spaarne afgekeerd. Aaneengesloten routes voor voetgangers en fietsers en recreatieve plaatsen langs het water ontbreken; gemotoriseerd verkeer is gaan domineren. In het noorden hebben zich steeds meer bedrijven met de achterzijde naar het Spaarne toegekeerd. Op die manier blijven de kwaliteiten, die de rivier de stad en haar bewoners heeft te bieden, onaangesproken. Het Spaarne wordt zo op veel locaties een barrière, terwijl het de stad op unieke wijze zou kunnen verrijken.' En dat is jammer, want er valt zoveel te genie ten. Er is, denk ik, geen rivier in Nederland die er in een stadscentrum zo lustig op los mean dert als het Spaarne. Na elke tien meter beziet men de omgeving weer vanuit een ander perspectief. Gevels die zo even nog onopval lend in een rij stonden, staan een minuut of wat later opeens pontificaal in het midden van het blikveld. Dit steeds verschuivende gezichtspunt levert veel mooie plaatjes op, maar maakt tege lijkertijd op een pijnlijke wijze zichtbaar hoezeer de oeverbebouwing is aangetast, niet in de laatste plaats door de smakeloze invullingen van eigentijdse architecten. Kortom, de verloe dering heeft in diverse gedaanten zijn sporen langs het Spaarne achtergelaten en dient derhalve een halt toegeroepen te worden. Het Spaarne, lang geleden een veenweide- stroom tussen Haarlemmer- en IJmeer, heeft een opmerkelijke loop. Als een schichtige slang die na een lichte aanraking het lichaam in het midden even samentrekt, zo oogt de rivier op een opengeslagen stadskaart: het tamelijk gestrekte beloop in het zuiden, de kronkeling in het midden en vervolgens het gebogen eindstuk dat uitmondt in het brede water van de Mooie Nel. Maar de blik blijft toch vooral rusten ter hoogte van het Haarlemse stadscentrum waar de kleinschaligheid van de stedenbouwkundige inrichting met al zijn nauwe straatjes een geani meerde gezelligheid doet vermoeden. Het moet hier aan het Spaarne in de weekeinden een gezellige boel zijn. Terrasjes vol met keuvelende mensen, de vele restaurants waar men zonder reservering niet binnenkomt: hier bevindt zich ongetwijfeld het kloppende hart van het Haarlemse uitgaansleven. Was het maar waar. Zo levendig als het misschien op de kaart lijkt, zo rustig en bedaard is de situatie in werkelijkheid. De stilte die hier op een willekeurige zaterdagavond heerst, is bijna weldadig. En wat dat betreft hebben de beleidsmakers wel een beetje gelijk wanneer ze stellen dat de stad Haarlem zich van het Spaarne heeft afgekeerd. Dit is overigens niet alleen in het centrum het geval. Ook in het buitengebied is de relatie van de rivier met haar oevers in meer of mindere mate verstoord. Dus ook daar zullen de nodige aanpassingen plaatsvinden. Zo wordt op dit moment ter hoogte van Haarlem-Noord de westoever van het Spaarne gereconstrueerd waarbij de verkeersfunctie van de Spaarndamseweg wordt gereduceerd en er ruimte komt voor wandelaars en fietsers. Het Spaarneplan Centraal in het Spaarneplan staat de wens om de onderlinge samenhang tussen de rivier en de brede strook openbare ruimte aan weerszijden daarvan (weer) zo optimaal mogelijk te maken. Het plan is geen kant en klaar eindproduct dat vervolgens alleen nog maar hoeft te worden verwezenlijkt. Het is een structuurvisie waar aan, als een kapstok, tot 2015 tientallen projec ten zijn gehangen. In feite is het een beeldkwa liteitplan waarin in grote lijnen de kwaliteiten van het Spaarne en haar oevers zijn beschreven. Het globale karakter van het plan is belangrijk om, indien nodig, het hoofd te kunnen bieden aan veranderingen die destijds niet konden worden voorzien. Het plan kan daarom op onderdelen snel worden aangepast. Hoewel het Spaarneplan ontegenzeglijk een aantal goede aspecten vertoont (de verminde rende verkeersfunctie langs het Spaarne, meer ruimte voor fietsers en voetgangers, een stren gere toetsing van bouwplannen in de directe omgeving) zijn er toch ook zaken die enigszins verontrusten. Neem bijvoorbeeld de plannen voor horecavoorzienigen op en aan het water ter hoogte van één van de mooiste stukjes Haarlem, tussen de Dam en het Teylers museum. Het is zeer de vraag of dit wenselijk is. Wel erg voortvarend Maar het is vooral de voortvarendheid en het tomeloze enthousiasme waarmee de verant woordelijke wethouders en hun ambtenaren de plannen presenteren die op een gegeven moment gaan tegenstaan. Want met de opmer king van een Haarlemse wethouder dat er 'geen stukje Spaarne-oever is dat de komende jaren niet in ere wordt hersteld', kan het Spaarneplan zijn doel ook voorbij schieten. Dan dreigt het gevaar dat het plan uitgroeit tot een megalo mane kolos die geen oog meer heeft voor de juiste verhoudingen. En dat is wel het laatste waar het Spaarne behoefte aan heeft. Het is daarom te hopen dat de vele partners die bij de realisatie van de deelprojecten zijn betrokken (gemeente, NS, Hoogheemraadschap Leiden, architecten, om er een paar te noemen) zich niet teveel blindstaren op de korte termijn. Verandering is niet in alle gevallen de beste oplossing. F. van de Poll is free-lance journalist te Haarlem.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2000 | | pagina 10