februari 2000 Heemschut 5 pen. Iets wat momenteel met de huidige golf van criminaliteit op stations weer schrijnend actueel is. De bouwmaterialen, glas en staal, zijn bovendien zo gekozen dat ze gemakkelijk te reinigen zijn en weinig uitlokken tot verniel zucht. Jammer is alleen dat, zoals inzender Jan-Derk Gerritsen al opmerkte, de omgeving van het station niet aangepast is aan dat futuristische karakter. Het is een beetje een rommeltje. Vormfreak De tweede keus van Bert Franssen viel op het gebouw van de Gasunie in Groningen van Alberts en Huut vanwege de sterke vorm. 'Ik ben nu eenmaal een vormfreak. Blokkendoos architectuur kan me zelden bekoren. Al te Hollandse bescheidenheid hoeft van mij niet zo. Iets van groots en meeslepend kan helemaal geen kwaad.' Zijn persoonlijke keuze buiten de inzendingen om is het Piraeusgebouw op het Amsterdamse KNSM-eiland van Hans Kolhojf en Christian Rapp. Een merkwaardig gebouw, donker en somber ogend maar van een sculptur ale schoonheid. Het is op een buitengewoon creatieve manier om een veel lager voormalig havengebouwtje gevlochten. Piraeus is ongelo felijk mooi gedetailleerd, vindt Bert. De oost zijde oogt als een schilderij van Mondriaan met een uiterst gevarieerd patroon van loggia's en vensters. De zuidzijde imponeert door de vorm met de lijnen van het dak, die naar het havenge bouwtje aflopen. Staande voor de westelijke toegangspoort past slechts stille bewondering. Verwarring Niets is zo verhelderend als verwarring', zo citeert redactrice Mariëtte Polman Wint T. Schippers. Bijzondere architectuur geeft verwar ring. Het zet je hersens en zintuigen hevig aan het werk en laat je lichtelijk verbijsterd achter omdat de essentie van het gebouw onbenoem baar blijkt. Dat is precies wat zij keer op keer beleeft bij gebouwen als de uitbreiding van Museum Boymans van Beuningen van Benthem Crouwel, het Teylers Museum van Hubertjan Henket in Haarlem of hetMuseum Beelden aan Zee in Scheveningen van Wim Quist. Maar het geldt ook voor de onlangs gerealiseerde ING- Bank In Haarlem van Max van Aerschot. Het zijn gebouwen waar je vol genot naar kunt kijken en die je hart sneller doen kloppen. Wat een verademing tussen al die poeha van opdringerige gebouwen, die zichzelf en de omgeving ontken nen. Wat een verschil met de bloedeloze mono tonie van zoveel gebouwen, die overal ter wereld hadden kunnen staan. Wat een aangename afwezigheid van het zogenoemde Grote Gebaar, dat bij nader inzien klatergoud blijkt te zijn. Menselijk Voor mij zelf eindigden het Bonnefantenmuseum en de Algemene De ING Bank te Haarkem. Architect: Max van Aershot. Foto Mariëtte Polman. Rekenkamer in Den Haag ex aequo. Het archi tectenechtpaar Aldo en Hannie van Eyck kreeg bij de bouw als beperkende conditie mee, dat aan de voorgevel vcan het 16'lc- eeuwse voorgebouw van de Kamer niets mocht veranderen en dat het beschermd stads gezicht ter plaatse geen geweld mocht worden aangedaan. Het resultaat is een juweel van menselijke architectuur. Het veelvormige en kleurrijke nieuwe hoofdgebouw slingert met zijn geknikte geveldelen langs de bestaande bebouwing. De hoogte varieert in reactie op de monumentale omgeving. En op de gevel stroken is een tegelpatroon van halve cirkels in liefst zestien kleuren verwerkt. De vorig jaar overleden Van Eyck bij de opening van zijn laatste werk: 'We hebben het eentonige opsta pelen van verdiepingen doorbroken. En van welke kant je het gebouw ook benadert, je ziet steeds een andere kleurstelling.' Een humaan gebaar van de architect is, dat alle werknemers vanuit hun kamer naar buiten kunnen kijken en zelf het klimaat kunnen regelen. Een verademing in een tijd van veel kille, harde architectuur. Valkhof een kist Nog wat reacties van lezers. Gerard Meijer uit Malden geeft de foto van het genomineerde Museum Valkhof een compliment. Het lijkt zo heel wat maar het is het niet, vindt hij. Het museum kan model staan voor alles wat wordt bedoeld in het artikel Apotheose van 'Waarnemer' in hetzelfde nummer. Op de krantenfoto, die hij meestuurde, is het gebouw een 'kist'. Het is geen architectuur, het is emballage. En zelfs de toegang tot het verpakte is mislukt. Over de koffietent op de Haagse Plaats merkt hij op, dat dit historische plein met zijn goed bewaarde gevelwand door elke koffietent zou worden geschoffeerd. Maar de nieuwe tent is wel een verbetering t.o.v. het vorige bouwsel. Lachspiegel De heer J.F.Hondius uit Amsterdam heeft kritiek op de nominatie van de aanbouw van het Van de Perrehuis in Middelburg. Hij noemt het een moeilijke uitdaging om een hedendaags gebouw te ontwerpen in de hoofdzakelijk 18'lc- eeuwse context van de Middelburgse binnen stad. Benthem Crouwel ervoeren dat kennelijk anders: hoe die context zo goed mogelijk omzeilen? Hun gebouw is een soort bedrijfs kantine, die op een industrieterrein thuishoort. Maar nu als koekoeksjong in het verkeerde nest is gedumpt. 'In de achterovervallende glasge vel, die uw PR-medewerker blijkbaar zo mooi vindt worden het Van de Perrehuis en de overige oude panden als in een lachspiegel op een kermis vervormd. En gelachen dat we hebben. Veel hedendaagse gebouwen hebben glasgevels en als daarin soortgelijke gebouwen worden weerspiegeld levert dat wel eens grap pige effecten op. Maar als je in zo'n glasgevel oude gebouwen laat spiegelen, zoals hier, wordt die gebouwen onrecht gedaan: 'een jonge hool igan die een oude man in elkaar slaat.' De histo rische humanistische context wordt misbruikt, kortom onethisch spotten met oude waarden. Weg met die glasgevel. W.J.H. de Ridder uit Haarlem tenslotte vindt dat een gebouw als station Sloterdijk niet alleen maar mooi moet zijn maar ook een prettige plek om te wachten. Dat zit boven en op de begane grond wel goed maar beneden is het kil, koud en akelig. En, heeft u in dit station wel eens 'hoge nood' gehad? De enige toiletgroep op het station is nauwelijks te vinden. Zijn voorkeur gaat uit naar het Fries Museum(I), het kantoor van de Gasunie (2) en Rokin 99 (3). Het gebouw van Rossi in Maastricht vindt hij fraai van binnen maar van buiten een mislukte raket. (Zie voor reacties van lezers ookpag.22)

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2000 | | pagina 7