34
Heemschut
omgeving telt. Drenthe bemoeit zich ook
nadrukkelijk met de plannen rond beekdalen en
vochtige gronden.
Toch waren over Belvedere wel degelijk kriti
sche geluiden waar te nemen. Met name ir.
Dirk Sijmonsdirecteur van H+N+S bv
Landschapsarchitecten, was zuinig in zijn waar
dering. Hij heeft sowieso iets absoluut relative-
rends over zich, wat best weldadig aandoet, al
zie ik hem niet snel Heemschut-bestuurder
worden. Conserveren? Behouden? Niet per se,
vond hij. En niet per se langs de weg van over
heidsbescherming. Als de cultuurhistorie
uitgroeit tot een heel volwassen beleidssector
van de overheid, dan heeft dat aardige èn ramp
zalige gevolgen. We zijn in Nederland natuur
lijk goed in staat een bureaucratisch netwerk op
te bouwen, en aan de hand van strenge toet
singskaders te bekijken of iets wel of niet kan.
Die weg kunnen we volgen. Ideaal? Nee, met
bevriezen van de cultuurhistorie kun je ook
ontzettend veel kapot maken, meende hij. De
weg die de provincie Zuid-Holland volgt, is
beter. Die is bezig met een uitgebreide karte
ring van de cultuurhistorische hoofdstructuur.
Er worden waardekaarten met typologieën
gemaakt. Maar het doel is vooral het wekken
van begrip voor de cultuurhistorie.
Sijmons had een anekdote. Over Drenthe nota
bene. Hij zat eertijds in een commissie die de
opmaat was van de nota Levend Verleden. De
commissie moest in kaart brengen waar in
Nederland zich onveranderde cultuurhistori
sche waarden bevinden. Toen het werk was
gedaan, was iedereen stomverbaasd: Drenthe
zat er niet bijDe provincie was een grote witte
vlek! Hoe dat kwam? De provincie was grondig
aangepakt door provinciaal landschapsarchitect
Harry de Vroomenooit bestuurslid van
Heemschut-Drenthe overigens. Deze had het
volgende gedaan. Hij had alle ruilverkavelingen
op historiserende wijze uitgevoerd. Zodat alles
op een brinkdorp leek. Maar met een eindresul
taat dat ons nu heel erg aanspreekt. Van bevrie
zing van waarden was hier uiteraard helemaal
geen sprake.
De stekker eruit
Sijmons had nog meer commentaar: er zit
nauwelijks geld bij de nota. De Nota brengt wel
waarden in kaart, maar van verder problemati
seren is geen sprake. Neem een gebied als
Waterland. De boeren trekken daar de stekker
eruit. De kosten om Waterland te houden zoals
het nu is, bedragen liefst 30 miljoen gulden. Per
jaar. En dat terwijl de nota 18 miljoen gulden te
verdelen heeft. 'De strategie om tamelijk
museaal met onze cultuurhistorie om te gaan is
dus maar voor een heel klein deel betaalbaar,'
stelde hij en op dat punt sprak niemand hem
tegen.
Een andere anekdote. Een paar jaar geleden
vond er een ongebruikelijk Russisch onderzoek
plaats. In 12 landen werd nagegaan wat de
bevolking het meest en het minst.gewenste
schilderij vond. Een onderzoek met een verras
sende uitkomst. Het meest gewenste schilderij
was steevast een figuratief en het minst
gewenste een abstract schilderij. Met één
uitzondering: Nederland. Bij ons had de bevol
king een voorkeur voor een abstract schilderij.
Vanwaar deze aberratie? Het collectief
aanvaarden van abstracte schilderijen is wellicht
te herleiden tot het vlakke landschap, dacht
Sijmons. Dat speelt een geweldige rol in de
perceptie van Nederlanders. Het landschap
wordt hier enorm gewaardeerd. Er is tegen
woordig een tendens om alles te bekijken
vanuit een esthetisch criterium, wat vroeger
zeker niet zo was. De esthetisering van het
wereldbeeld, noemde Sijmons het. Het heeft
volgens hem ook te maken met een verzwak
king van de positie van de landbouw.
Opmerkelijk is het wel. Want het Nederlandse
landschap is niet gemaakt voor de bühne. Maar
juist de norsheid ervan blijkt na verloop van tijd
te worden gewaardeerd. Deze herontdekking
en herwaardering vond Sijmons een breuk in de
geschiedenis. Toch staan de beeldbepalende
elementen van ons landschap heel dicht bij het
gebruik. De kavelconstructie, de knotwilgen,
enzovoort. Met het wegvallen van dit gebruik
moeten we iets anders verzinnen.
Conserveren? Dat is, hij had het al gezegd,
nogal prijzig. En eerlijk gezegd hoeft dat
volgens hem ook niet per se. Sijmons ging in
zijn relativering wel erg ver. Zelfs gewoon
negeren van de cultuurhistorie levert volgens
hem soms hele mooie resultaten op. Maar dat is
dan een kwestie van puur toeval, denk ik dan.
Reacties geturfd
Het congres telde weinig jaknikkers en zo viel
er nog menig kritisch geluid te noteren, dr. J. C.
Bierens de Haan, adjunct-directeur van de
Stichting Vrienden der Geldersche Kasteelen,
had de reacties geturfd. 'Ten eerste: wat
gebeurt er als een gebied niet onder Belvedere
valt? Krijg je dan minder geld? Ten tweede:
zijn er wel middelen om de cultuurhistorie te
beschermen? Ten derde: inderdaad, het schort
aan kennis van de cultuurhistorische waarden.
Die moeten we vergroten.'
Sijmons kreeg overigens beschaafd weerwerk.
Enkele commentaren: 'U spreekt over de
nadelen van bevriezen van cultuurhistorische
waarden. Slechts 3 procent van het landschap is
beschermd. Er wordt ons een schaamtegevoel
aangepraat. Maar ik wil me inzetten voor
behoud en bescherming.' Sijmons weer: 'Er
zijn verschillende manieren om te behouden en
te restaureren.'
Bierens de Haan vond dat niet vol doende: 'Bij
sommige sprekers lijkt het wel alsof de zorg
voor het monument en het landschap iets nega
tiefs heeft. Je mag niet bevriezen of pal staan
voor historische waarden. Die negatieve klank
moet eruit. Ik sta pal voor ons erfgoed.'
Amersfoort
Bierens de Haan had gelijk. Want bescherming
van cultuurhistorische waarden kwam af en toe
in de sfeer van truttigheid en oubolligheid
terecht. Heemschut kan er over meepraten.
En kijk eens naar het alternatief, het rücksichts
loze negeren van de cultuurhistorie. De
Amersfoortse wethouder Tom de Man is oud
genoeg (1938) om zaken in historisch perspec
tief te kunnen zetten. Hij heeft de tijd nog
meegemaakt dat cultuurhistorische waarden
niet in tel waren en iedere stad met een beetje
zelfrespect grootschalige plannen voor door
braken in de binnenstad maakte. Totdat eind
jaren '70 het besef doorbrak dat het behoud van
het cultureel erfgoed in Amersfoort centraal
gesteld moest worden. Dankzij deze 'behoud
zucht' is de prachtige binnenstad nog volledig
intact. Desondanks is er ruimte voor nieuwe
architectuur, zoals het gebouw van de ROB,
nota bene aan de befaamde Muurhuizen,
bewijst.
Ook in de geplande nieuwe wijk Vathorst is
aandacht voor cultuurhistorische waarden. Er
wordt om het bestaande dorp Hooglanderveen
heengebouwd, er komen dorpse en groene
overgangen. En in het landschappelijk mooiste
deel worden bestaande structuren van landwe
gen, houtwallen en boerderijen voor een flink
deel gerespecteerd en bovendien gebruikt als
inspiratie voor stedenbouwkundig ontwerp en
architectuur.
Bij ir. H.C. Jacobs van de Rijksplanologische
Dienst klinkt zo'n benadering als muziek in de
oren. Hij moet niets van historiserende truttig
heid hebben. Cultuurhistorische waarden
moeten uit de behoudende sfeer vandaan, vond
hij. We moeten ze gebruiken als inspiratiebron
voor de gebouwde omgeving. Dan ontwerpen
we ook eens een nieuwbouwwijk met een eigen
karakter, waar mensen graag willen wonen, in
plaats van de witte schimmel (woningbouw),
patatcultuur (recreatie) en hi-tech (bedrijven
terreinen), die overal elders ook hadden
kunnen staan. De cultuurhistorie biedt kansen
voor verscheidenheid. Stelling van Jacobs:
'Cultuurhistorie is leuk, het onderwerp zeer
aaibaar.'
februari 2000