Waarom moet alles zo
nodig schoon?
m
Olga van der Klooster
Gevelreiniging
Op 16 november jl. organiseerde de Rijksdienst voor de
Monumentenzorg een symposium over gevelreiniging. Wanneer
is gevelreiniging noodzakelijk en welke technieken zijn er
tegenwoordig voorhanden. Welke daarvan zijn schadelijk. Maar
waarom moet alles zo nodig schoon. Waarom ziet men niet de
schoonheid van woekerende mossen en korstmossen op een
tuinbeeld en de kleurenpracht van aangetaste verflagen. Waarom
moeten gebouwen na restauraties spie en span zijn. Het is toch
ook het patina dat het gebouw haar aantrekkingskracht verleent.
Is de Nederlander niet romantisch genoeg?
8
Heemschut
februari 2000
Gevelreiniging is niet nodig, nuttig of noodza
kelijk, al naar gelang de situatie. Dat schept
duidelijkheid. Waar het om gaat is het behoud
van het monument. Als vervuiling het verval
van het monument bespoedigt doordat vocht
achter een vuilkorst ingesloten wordt en daar
schade aanricht, dan is het noodzakelijk. Als
slechts één bewoner de voorgevel van zijn
rijtjeswoning wil reinigen, om er weer eens
schoon bij te zitten en daardoor de architecto
nische eenheid van het gehele bouwblok
verstoort, dan is reiniging niet nodig. Als een
gevelsteen zo zwart is uitgeslagen dat de voor
stelling niet meer te zien is, dan is reiniging
nuttig en volgens anderen nodig. Ook het weer
zichtbaar maken van materiaalkleuren, waar
door het oorspronkelijke vormconcept van de
architectuur weer tot zijn recht komt, kan
nuttig of nodig zijn. Van dat laatste vormen het
Haags Gemeentemuseum en het
Scheepvaarthuis in Amsterdam geslaagde voor
beelden.
Reinigingsmethodes
Er bestaan verschillende reinigingstechnieken.
De beste methode is die methode waarbij de
ondergrond niet wordt aangetast. Als het deli
cate stucwerk aan gort wordt gestraald, de frijn-
slag van de natuursteen verdwijnt en van het
metselwerk alleen de voegen overeind blijven
staan, dan is er duidelijk sprake van een
verkeerde methode. Maar ook het verwijderen
Schoonheid van verweringsverschijnselen.
Foto's auteur.