december 1999
Heemschut
7
Jonge 1), zoon van de bekende beeldhouwer. In
de Franse tijd werd het opgeëist en na 1814
behoorde het tot de domeingoederen. Onder
de uitdrukkelijke voorwaarde '...dat hetzelfve
gebouw nimmer zal worden afgebroken geheel
of ten deele, noch in de inrigting aan hetzelve
eenige verandering gemaakt dan op Onze
Speciale autorisatie...' werd het door de Koning
aan de gemeente afgestaan als raadhuis.
Maar papier is geduldig. Sinds het begin van
deze eeuw vielen vele naburige historische
panden in Vlissingen ten prooi aan de uitbrei
dingsdrift van scheepswerf De Schelde. En in
de jaren '60 betrok de gemeente een nieuw
stadhuis.
In 1970 weigerde de minister nog een sloopver
gunning. Maar De Schelde heeft de grond
nodig en bij de verkoop heeft de gemeente
verzaakt het oude, eerder genoemde servituut
van Koning Lodewijk Napoleon uit 1814 in de
verkoopakte op te nemen. In 1975 werd er toch
een sloopvergunning afgegeven, maar met veel
mitsen en maren en de voorwaarde het elders
op te bouwen. Er werd een comité Behoud het
van Dishoeckhuis in het leven geroepen, waarin
Heemschut-voorzitter Hoegen zitting nam.
Landelijk werden er duizenden handtekenin
gen ingezameld. Heemschut was ook actief
betrokken bij een verplaatsingsplan.
Inmiddels had De Schelde het terrein niet meer
voor uitbreiding nodig. Maar het vinden van
een passende bestemming en gebrek aan finan
ciële middelen bleven struikelblokken. In 1982
gaf de staatssecretaris een nieuwe sloopvergun
ning af. Heel merkwaardig, want de gemeente
had daar helemaal niet om gevraagd en de
Rijksdienst voor de Monumentenzorg bleef
behoud adviseren. Was hier sprake van een
misvatting of van een eigengereide staatssecre
taris? De gemeente was juist bezig om in
samenwerking met de provincie Zeeland en het
ministerie van VRO een verplaatsingsplan te
realiseren.
Zowel Stichting Stadsherstel Vlissingen als
Heemschut stelden een Kroonberoep in.
Uitstel kan altijd op afstel uitlopen, dacht men
hoopvol. En er werden weer plannen gesmeed.
Het begrotingsbedrag was intussen opgelopen
tot 15 miljoen. Want het huis stond inmiddels
wel bijna 20 jaar leeg, beroofd van al het lood
en aan regenwater en vandalisme blootgesteld.
Verval gaat dan snel.
Er kwam nog een gegadigde die het pand wilde
kopen. Minister Brinkman overlegde nog met
de gemeente. En Heemschut vond aannemer
Woudenberg bereid het casco naar de
Vissershaven te verplaatsen en de aannemer
wilde zelf ook nog wat investeren. Maar er bleef
een begrotingstekort van 3 miljoen. Verzoeken
aan de Rijksdienst om deze uit de calamiteiten-
pot te halen, werden afgewezen. De pot werd
aangesproken voor restauratie en hergebruik
van het Rotterdamse waterleidingcomplex.
^-nT^Tar WMIINGEH
«mai m'ïimmi mwimmWEiiHiGiHG .urn wm»
tRCKUW S. PRINS HBO - B4U.
KCWIIC» i V» OH tEITDCW MG. OEN BOSCH
untitt «namis gwwiimscmw» «boiu tv. <H>
Heemschut in actie in Woudrichem.
Foto Sabel en Daniëls
Op 11 augustus 1986 valt definitief het doek.
Woudrichem: 1971 -1996
Ter gelegenheid van het 60-jarig jubileum in
1971 zocht Heemschut naar een jubileum
actie. En kwam op het idee de verpauperde
vesting Woudrichem in Noord-Brabant te
adopteren. Er bestonden op dat moment
plannen voor een rigoureus stadsvernieuwings
plan, met grootscheepse kaalslag en disharmo-
niërende nieuwbouw. Juist op het moment dat
het gemeentebestuur zelf begon te twijfelen
aan haar plannen, stond Heemschut op de
stoep. Er kwam een Comité van Aanbeveling
voor de Heemschut-actie met Prins Claus als
voorzitter. In 1972 kreeg Woudrichem de
status van beschermd stadsgezicht. Panden
werden gerestaureerd, gaten opgevuld op zorg
vuldige wijze. Molen 'Nooit gedacht' werd
herbouwd (1996). Het Heemschut Restauratie
Hulpfonds bewees zijn eerste diensten.
Heemschut stond ook aan de wieg van de
Stichting Stadsherstel Woudrichem, dat als
projectbureau ging fungeren.
Dordrecht: Berckepoort, 1989-1996
De laatste vijftien jaar van actie liggen de lezer
wellicht verser in het geheugen. De
Berckepoort 2) is misschien de grootste zaak
van Heemschut geweest. Twee bodemproce
dures, vier voorlopige voorzieningen en enkele
jaren later wordt Heemschut door
Staatssecretaris Nuis bij de opening geprezen
'...het is niet allemaal even vlug gegaan, maar
het is dankzij Heemschut goed gekomen.'
Heemschut had gezouten kritiek op het restau
ratieplan, waarin sprake was van foute restaura
tieprincipes, uitgangspunten en opvattingen.
Kritiek werd vooral geuit op het totale strippen
van het interieur, zoals het verwijderen van de
gotische spiltrap en een bijzonder lemen
plafond, totale wijziging van de indeling, onno
dige moderne toevoegingen en verwijderen van
aanzienlijk delen van de 16de-eeuwse kappen.
Bovendien zijn er ook constructiefouten
gemaakt, waardoor muren bol gingen staan en
vlak na de oplevering de kelders blank stonden.
Niet alleen Nuis maar ook de betrokken
Dordtse wethouders hebben de intensieve
betrokkenheid van Heemschut gewaardeerd
(waarschijnlijk meer achteraf dan tijdens) en
toegegeven dat de plannen aanzienlijk verbe
terd zijn.
De toekomst
Het actiewerk van Heemschut gaat gewoon
door. Slechts twee voorbeelden: Haarlem, waar
het bestemmingsplan De Appelaar een onge
kende inbreuk op de historische omgeving
dreigde te worden - die dreiging is nu min of
meer afgewend. Of Nijmegen, waar de
gemeente het middeleeuwse weeshuis De
Hessenberg wil slopen.
Heemschut blijft de luis in de pels, ook in de
nieuwe eeuw.
Noten
1) Op 21 januari 2000 promoveert Inge
Breedveld op Baurscheidt de Jonge.
2) Voor een uitgebreid overzicht over de
Berckepoort zie het artikel van Hans
Bollebakker in: Heemschut, 1998, afl 1, p. 27.