De luis in de pels
Anne Marie ten Cate en Bert Franssen
Tijdschrift 75 jaar IV: grote Heemschut-acties in deze eeuw
Heemschut werd opgericht in 1911 en bestaat dus zo goed als
een eeuw. De millenniumwende is een goed moment om eens in
de geschiedenis van de vereniging te bladeren en daarbij enkele
wapenfeiten te markeren. Een lijstje aan te leggen van
belangrijke Heemschut-reddingen. Het wordt een willekeurige
greep: er zijn uiteraard vele, vele acties geweest, de keuze blijft
altijd arbitrair.
4
Heemschut
Er zijn acties die Heemschut helemaal op zijn
eentje heeft gevoerd. Maar veel gebruikelijker
zijn acties samen met anderen, plaatselijke
verenigingen, landelijke organisaties soms.
Heemschut is dan één van hen, of treedt op als
katalysator, die een plaatselijke zaak landelijke
dimensies kan geven.
Vaak is Heemschuts verdienste niet zo makke
lijk aanwijsbaar. Inspraak en bezwaarschriften
bij plannen, die vervolgens aangepast worden,
reacties op nota's, die daarna in een la verdwij
nen. Deze missen spektakel en leiden nooit tot
het predikaat Heemschut-redding, maar
kunnen toch enorm belangrijke gevolgen
hebben.
Actievoeren gebeurt op allerlei manieren.
Adhesiebetuigingen, protestbrieven, bezwaar
schriften, bodemprocedures, deelname aan
comité's, cultuurhistorisch onderzoek,
gesprekken met politici, rechtszaken, het komt
allemaal voor.
Nu de acties zelf.
Maastricht: De Maasbrugzaak, 1925-1932.
De 160 meter lange stenen St. Servaasbrug
over de Maas in Maastricht werd gebouwd
tussen 1280 en 1298 van Namense hardsteen en
had oorspronkelijk negen gewelven. De brug
werd tussen 1683 en 1716 vervangen door
Francis Romnan. Aan de Wijckerzijde kwam een
houten overspanning, die begin 19de eeuw
werd vervangen door een stenen.
Toen in 1925 werd begonnen met de kanalisa
tie van de Maas en de aanleg van het
Julianakanaal, bleek de brug overbodig. Een
waterstaatkundig rapport wees uit dat die in
slechte staat verkeerde, de doorvaarthoogte en
breedte waren te gering en vormden een
belemmering voor het snel groeiende scheep
vaartverkeer. Bovendien was er bij hoog water
sprake van een gevaarlijke stuwing van wel vijf
tien centimeter, voor Rijkswaterstaat een reden
te meer om tot sloop over te gaan. Een storm
van protest barstte in heel Nederland los.
Heemschut stuurde vele adressen, waaronder
één aan het Provinciaal Bestuur van Limburg
en de Minister van OK en W, maar stond in
deze zaak absoluut niet alleen. Verschillende
commissies, één onder voorzitterschap van ir.
Lely, werden opgericht en een stroom elkaar
tegensprekende rapporten verscheen. Uit
nader onderzoek bleek dat de stuwing nauwe
lijks gevaar opleverde. Al met al duurde de
strijd om behoud vier jaar. In 1929 lezen we in
dit blad: 'In het verslagjaar kreeg de
Maasbrugzaak haar beslag. Maastricht behoudt
de oude brug en een nieuwe brug komt erbij',
alsof de strijd een fluitje van een cent was
geweest. Enkele afleveringen eerder: 'Het
afbreken ervan [zou] een 20ste eeuwsch vanda-
lenwerk van den eersten rang zijn. Dit is het
dilemma waarvoor wij [Heemschutters] staan.'
Om aan de veranderde eisen van de scheepvaart
tegemoet te komen, werd aan de kant van
Wijckde 19de eeuwse boog gesloopt, evenals
een aansluitende oorspronkelijke boog. Over
de ontstane opening werd een stalen brugdeel
geslagen (in 1962 hefbaar gemaakt), waarmee
een betere verbinding met het Julianakanaal
werd verkregen. In 1932 kwam de noordelijk
gelegen Wilhelminabrug naar ontwerp van
Rijksbouwmeester Bremer gereed, waarna met
de restauratie van de St. Servaasbrug werd
begonnen. Bij de restauratie werden resten van
de 13 de eeuwse brug gevonden. Wat zou
Maastricht geweest zijn zonder de oude
Maasbrug...
Overigens streed Heemschut in diezelfde tijd
tevergeefs tegen de afgraving van de St.
Pietersberg nabij Maastricht. Machteloos
moest de bond toezien hoe die steeds verder
werd afgegraven door de Portlandcement-
fabriek.
Geertruidenberg: wallen, 1933
Geertruidenberg was sinds de verovering door
Prins Maurits in 1593 'frontier-of grensplaats
van Hollant', tot in 1911 de vesting werd opge
heven en de wallen werden geslecht. De stad
wilde toen uitbreiden en er moest een indus
trieterrein komen. Slechts een fragment van de
omwalling, waaronder twee bastions en een
stuk van de enveloppe met twee wapenplaatsen,
bleef over.
In 1933 wilde de gemeente ook dit restant
slopen. Twee argumenten. Het was een mooi
werkverschaffmgsobject, en de openbare orde
was in het geding, want er werd zo allerver
schrikkelijkst gevrijd.
Heemschut hielp de gemeente een handje. Het
weer onder profiel brengen van de nogal
verwaarloosde wallen, de aanleg van wandelpa
den en het plaatsen van banken was óók een
stukje werkverschaffing. En de openbare orde
was volgens de Bond grotelijks gediend door
het plaatsen van enkele lantaarns.
De wallen bleven gespaard.
Amsterdam, 1952-1954
Amsterdam was na de oorlog aan het verloede
ren. De Bond wees daar herhaaldelijk op. Al in
1948 bleek dat van de 3000 monumenten die 20
jaar eerder geteld werden, er niet minder dan
500 gesloopt waren. En er dreigde nog veel
meer. Zo waren er in 1952 volgens dit tijd
schrift plannen 'een vrij grote categorie van
zogenaamde tweederangs monumenten als
zodanig af te schrijven, en in hun toekomstige
verlies te berusten.' In 1953 gevolgd door het
voornemen tot sloop van 96 percelen op de
Voorlopige Rijkslijst. Het hield niet op. In
1954 verscheen het beruchte Plan Kaasjager,
december 1999