Column
Apotheose
december 1999
Heemschut
Het Park Sonsbeek met het landgoed.
Fotoarchief landgoed Sonsbeek.
Praktijkvoorbeelden
Het historisch stadspark blijkt dus in een dyna
mische relatie met zijn omgeving te staan.
Emotioneel is het een baken in de tijd en een
mogelijkheid tot identificatie voor de moderne
mens. Dit groeiend historisch besef voor het
cultureel erfgoed heeft geleid tot particuliere
initiatieven om fondsen te werven naast de
immer ontoereikende bijdrage van de overheid.
In Engeland, waar een parkmanagement
ontbreekt, leidden de ca. 5000 stadsparken tot
voor kort een vergeten bestaan. De overheid
concludeerde dat het publiek niet geïnteres
seerd was en er dus gebouwd kon worden. Om
dit gevaar te keren kwam uit een in 1995 gestart
Lottery Fund een aanzienlijk deel beschikbaar
voor de restauratie van stadsparken gedurende
vier jaar. In overleg met omwonenden werd
besloten tot reconstructie van onderdelen en
het aanbrengen van door het publiek gewenste
voorzieningen. De parken worden weer als
veilig ervaren, waardoor het aantal bezoekers
groeit.
Central Park New York
In New York nam in 1980 een privé non-profit
organisatie, de Central Park Conservancy, het
management van het Central Park op zich
onder contract met de stad. De conservancy
creëerde uit privé-donaties een enorm fonds
waarmee het volgens een management- en
restauratieplan het park beheert, werknemers
betaalt en recreatie- en vrijwilligersprogram-
ma's voor jong en oud organiseert. Hiertoe zijn
bezoekerscentra toegevoegd en verbeteringen
aangebracht in publieksvoorzieningen zonder
het oorspronkelijke karakter aan te tasten. Bij
de restauratie van 1990 werd de pastorale
kwaliteit van het park teruggebracht.
Voor renovatie en behoud van de vroegere
kasteeltuin Gaasbeek bij Brussel heeft een
belendend bedrijf niet alleen geld ter beschik
king gesteld, maar verzorgt ook de controle van
het park tijdens de nachtelijke sluiting.
In Den Haag nam de locale overheid in 1950
het initiatief tot renovatie van het Zuiderpark
door een groot bedrag beschikbaar te stellen en
het inhuren van een onafhankelijk projectbu
reau voor een masterplan. Samen met een
commissie van omwonenden zijn 85 projecten
- ook kunstprojecten - opgesteld om het park
toegankelijker en veiliger te maken.
Uitgangspunt is de term 'lifetime cyclus of the
city pare', waarbij het oorspronkelijke plan, het
casco, goed moet zijn en iedere tien jaar een
budget beschikbaar is voor tijdelijke aanpassin
gen.
Aanbevelingen
In de forumdiscussie bleek een meerderheid
van de leden de inbreng van omwonenden
belangrijk te vinden ter mobilisatie van de
burgertrots voor het historische park. Bij
enkelen bestond terughoudendheid voor de
Belgische privatisering en het Amerikaanse
donorsysteem vanwege de vrees te veel aan
eisen tegemoet te moeten komen. Ten aanzien
van de relatie Park Sonsbeek-stadscentrum
werden verschillende suggesties gedaan, o.a.
het park als een groen plein in het stadssysteem
opnemen, de relatie met de stad onderzoeken
en de zichtlijnen op de rivier controleren.
Declaratie van Arnhem
Tijdens het Soirée Culturelle in de
Eusebiuskerk benadrukte Paul Scholten de
belangrijke rol van de locale overheid in beslis
singen ten aanzien van ons erfgoed. Jan Hoet,
directeur van het Museum van Hedendaagse
Kunst in Gent, die in 2001 de openluchtten
toonstelling Sonsbeek zal inrichten, sprak zijn
vertrouwen uit in de 'dialoog tussen kunst
park-stad'. De president van Europa Nostra
Z.K.H. prins Henrik van Denemarken bena
drukte het natuurlijke en bebouwde erfgoed als
gelijkwaardige componenten van onze cultu
rele erfenis. Aan Z.K.H. werd de 'Declaration
of Arnhem' aangeboden, een manifest waarin
overheden worden opgeroepen tot grotere
inspanning om de groene monumenten in
stand te houden door een 'platform for green
monuments' op nationaal niveau op te richten.
Dit initiatief van de gemeente Arnhem is
inmiddels gehonoreerd met een vervolgtraject!
Drs.R. Koning is PR-medewerker van Heemschut
Gelderland.
Het zit goed mis met de verkaveling en
inrichting van ons land. Volgens staatsecre
taris van Cultuur Rick van der Ploeg liggen de
onderling conflicterende deelbelangen van
de betrokken overheden er grotendeels aan
ten grondslag; belangen die zich kenmerken
door een gebrek aan culturele visie. In de
Volkskrant van 23 oktober pleit hij daarom
voor een nationaal ruimtelijk toekomstplan.
Daarbij ziet hij een belangrijke rol wegge
legd voor architecten, stedenbouwers en
landschapsarchitecten. Van der Ploeg: 'De
honger van de architectuurwereld om bij te
dragen aan de oplossing van maatschappe
lijke problemen is groot. Juist de architecto
nische disciplines kunnen bij uitstek een
sleutelrol spelen in het hervinden van de
aansluiting tussen cultuur en de ruimtelijke
ordening.' Tja, bekijk een willekeurige
nieuwbouwwijk, loop rond op een willekeu
rig stationsplein of rij door een will ekeurig
polderlandschap: daar wordt een mens niet
vrolijkvan. De architectuurloze architec
tuur is alomtegenwoordig. Flauwekul en
incompetentie lijken meer regel dan uitzon
dering te zijn. En de vermonsterlijking van
de horizon wordt door niemand meer
ontkend. Waar zijn die creativiteit en avant-
gardistische en artistieke visies? Waar is die,
door Van der Ploeg veronderstelde, bouw
kunst? De projectontwikkelaar, de consu
ment of poli ticus bepalen wat er gebouwd
wordt. De ontwerper draaft trouw mee in
hun voetspoor en is daarmee tot onderne
mer geworden, tot leverancier van een
product, in plaats van de ontwikkelaar van
nieuwe ideeën en vormgeving. Voordat
ontwerpers een, door Van der Ploeg
gewenste, sleutelrol gaan vervullen in het
nationale toekomstplan is het allereerst
noodzakelijk de, door de eeuwen heen tot
stand gekomen, specifieke ruimtelijke
kwaliteiten te formuleren. Daarbij moeten
cultuurhistorici zoals historisch geografen
een kernrol spelen. Wordt de cultuurhisto
rische wetenschap niet als uitgangspunt
genomen dan is de wens van Van der Ploeg
van een 'bevlogen toekomstvisie, een schit
terende choreografie, die de kakofonie van
publieke en private deelbelangen in polder
land tot apotheose brengt' een ambitieuze
maar verdwaasde kreet.
WAARNEMER