De toekomst van het historisch
stadspark
Ria Koning
Heeft het veelal in de 19de eeuw aan de rand van de stad
aangelegde stadspark nog levenskansen nu het door
stadsuitbreiding is omgeven en de verhoogde mobiliteit de
inwoners naar verderweg gelegen recreatiedoelen brengt?
Heemschut
december 1999
Het 100-jarig jubileum van het landgoed
Sonsbeek als stadspark was aanleiding voor de
Stichting Sonsbeek 100 Jaar Stadspark de zorg
voor het groene culturele erfgoed breder onder
de aandacht te brengen door middel van een
symposium onder dit motto.
Dit initiatief werd gerealiseerd in nauwe
samenwerking met Europa Nostra, de pan-
Europese paraplu-organisatie die als interna
tionale spreekbuis van Europese vraagstukken
betreffende Heritage and Environment haar
35-jarig jubileum viert.
Gastheer was de gemeente Arnhem, waar
burgemeester mr. Paul Scholten en Daniël
Cordon de Lichtbuer, uitvoerend president van
Europa Nostra, het symposium openden.
Gedurende twee dagen hebben vertegenwoor
digers uit Europa en de Verenigde Staten op
Luchtfoto uit 1996 van Haagse Zuiderpark voor
de renovatie.
plenaire zittingen en workshops kennis
genomen van en gediscussieerd over eikaars
visies en ervaringen met het stadspark als
monument, over ontwerp en functie, parkma-
nagement, planning en politiek. Na de theore
tische dagen volgde een praktijkdag met excur
sies naar verschillende parken in Nederland.
Problematiek stadspark
Een deel van de stadsparken is, zoals Sonsbeek,
voortgekomen uit een particulier landgoed.
Deze dateren doorgaans van vóór 1900. In de
19de eeuw werden stadsparken met een
publieksfunctie aangelegd veelal in de toen
populaire Engelse landschapsstijl, die ook werd
doorgevoerd ter modernisering van (delen) van
particuliere tuinen. Economische ups en downs
waren bepalend voor de mate van onderhoud
van de parken, waardoor bij weinig budget
essentiële onderdelen, met name de zo kenmer
kende zichtassen, verdwenen. Verder is een
eeuw na aanleg de groenaanplant aan haar
natuurlijke einde gekomen, waardoor de vraag
actueel wordt het park in zijn oorspronkelijke
gedaante te reconstrueren en/of eisen uit deze
tijd mee te laten wegen. De flaneertuinen van
weleer lagen oorspronkelijk aan de rand van de
stad en zijn door stadsuitbreidingen in de stads
kern komen te liggen. De moderne wens tot
sport en recreatie van de omwonenden oefent
druk uit op de parkbeheerders daaraan tege
moet te komen, maar ten koste waarvan...
Bovendien weegt de factor 'veiligheid' zwaar.
Wordt een park als onveilig ervaren en door
bezoekers gemeden, dan verkeert niet alleen
het park in een neerwaartse spiraal, maar heeft
het ook economisch effect op de omringende
bebouwing.