ffl 1' t[-tttip-h De cultuurhistorische ambitie voor de 5e nota li J.A.C.Tillema overleden 3-3-B december 1999 Heemschut 35 •IWHLI'I.r.C.rï! Plaat XVIII. Teekeningen van lengte- en breedte-doorsneden over het gebouw der Agnietenkapel BovenVóór de restauratie Onder: Na de restauratie tingen uit dezelfde periode is daarbij een onmisbaar hulpmiddel. Het betoog wordt geïllustreerd met dia's; de diverse perioden worden op andere wijze begrijpbaar gemaakt door voor die periode karakteristieke muziekstukken te laten horen. Muziek heeft met architectuur gemeen dat het een tijdsbeeld van een cultuur weergeeft. Aan het slot van het afscheidscollege geeft spreker zijn gehoor iets te denken mee en poneert de stelling: 'Voor een goede akoestiek is het (ondermeer) nodig, dat élke octaaf die men kan horen zijn antwoord vindt in de architectuur, dus in centimeters voor de boventonen tot en met decimeters voor de diepe bassen. Elke octaaf moet zijn antwoord vinden in de ritmes van de architectuur!' Het afscheidscollege wordt hieronder samen vattend, fragmentarisch weergegeven, zonder pretentie tot volledigheid. 2) Tekening A.A. Kok 1919. Nuancering non-reconstructie dogma Muziek en architectuur hebben gemeen dat er een afstand bestaat tussen bedenkers en uitvoe renden, tussen de makers van abstracte concep ten en degenen die deze in klank of steen mate rialiseren. Net als bij het uitvoeren van werken van overleden componisten moet men het bij het restaureren van gebouwen stellen zonder de aanwijzingen van de bedenkers. Het is daarom dat - ondanks de charters - het bij het restaure ren van gebouwen wèl aanvaardbaar kan zijn om iets dat verdwenen is te reconstrueren en bij het restaureren van schilderijen en beeldhouw werken niet. 3) Daar immers waren bedenker en maker één - wat verdween is dus niet opnieuw te maken. Maar het materialiseren van abstracties als bouwmassa, silhouet, ruimtevorm en lichtval kunnen terugkomen, kortom alles wat wiskun dig als partituur beschrijfbaar is - al is het mate- Materie en abstractie zijn in de monumen tenzorg elkaar versterkende bestanddelen, die de cultuurhistorische waarde van de gebouwde en ongebouwde omgeving analyseren, respectievelijk materialiseren, met als ambitie: bescherming van de menselijke biotoop. Het verankert mensen in hun wordingsgeschiedenis en behoedt hen voor vervreemding daarvan. Dat is de essentie van de instandhouding van het gebouwde en ongebouwde archief. Dat is de ultieme culturele ambitie! En dat is precies datgene wat cruciaal is in de komende discussie over de in het voorjaar 2000 te verschijnen, vijfde nota ruimtelijke ordening! De contouren van die discussie tekenden zich al af in de serie van vier debatten: 'De Culturele dimensie van de Se Nota ruimte lijke ordening' die zich recentelijk in het Nederlands Architectuur Instituut afspeel den. In zijn inleiding tot het slotdebat op 2 7 oktober jongstleden geeft staatssecretaris Rick van der Ploeg aan dat ruimtelijke orde ning een daad van cultuur is. (Toespraak slotbijeenkomst van de serie debatten 'De Culturele dimensie van de 5 e Nota ruimte lijke ordening.' N.A.I. Rotterdam, 27 oktober 1999.) De Amsterdamse hoogle raar bestuur en beleid Maarten Hajer stelt de onbeantwoord gebleven vraag: 'Wat is de cultuurhistorische ambitie hiervan de 5de nota?' (De cultuurhistorische ambitie van de 5 e Nota: publiek dom ein of de fric- tieloze samenleving. In Socialisme en Democratie december 1999.) De hoogleraren Fons Asselbergs en Coen Temminck Groll geven in hun recente redes, ieder vanuit hun eigen invalshoek een invulling daaraan. J.J. B Ons bereikte het bericht, dat op 1 juli j.1. ir.J.A.C. Tillema is overleden. Tillema was tijdens zijn werk zame leven directeur van de Dienst Gemeente werken van Rotterdam en lid van de Monumen- tenraad. Hij schreef in opdacht van het ministerie van CRM de geschiedenis van de monumentenzorg in Nederland. Ook was hij nauw betrokken bij de plaatsing van het beroemde en destijds controver siële beeld van Zadkine 'De verwoeste stad' op de kop van de Leuvenhaven.. Het oktober-nummer van het KNOB bulletin besteedde uitvoerig aandacht aan deze markante en veelzijdige persoonlijkheid.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1999 | | pagina 37