Bonnefantenmuseum
Postmodern in Amsterdam
december 1999
Heemschut
Locatie: Céramique-terreiti
Maastricht
Architect: Aldo Rossi
De keuze van de Afdeling Limburg
voor het Bonnefantenmuseum als
'Monument van de toekomst'
wordt door twee overwegingen
bepaald: wat is de intrinsieke
schoonheid en wat is de uitstraling
van het toekomstig monument?
Het door Aldo Rossi begin jaren '90
ontworpen Maastrichts museum
voldoet in hoge mate aan beide
criteria. De architectonische waarde
van het aan de oostelijke Maasoever
gelegen gebouw is ontegenzeglijk.
Zowel de vorm en het exterieur,
met als meest opvallend element de
met zinkplaten beklede 'tele
scooptoren', als het interieur,
waarvan de naar het Luikse straat
beeld refererende trap bijzonder
imponeert, getuigen van een
authentieke en unieke creativiteit.
Maar wat de doorslag bij de keuze
heeft gegeven is de betekenis die
het gebouw heeft gehad voor de
herinrichting van het Céramique-
terrein. Dit voormalig terrein van
de aardewerkfabriek Société
Céramique wordt momenteel met
architectonische en stedenbouw
kundige creaties van de hoogste
kwaliteit opnieuw ingevuld. Het
ontwerp van Aldo Rossi heeft de lat
kennelijk zo hoog gelegd dat elke
andere architect als het ware te
verstaan werd gegeven dat van
hemof haar het uiterste werd
gevergd.
Het Bonnefantenmuseum zou wel
eens het beeldbepalend kenmerk
van de Limburgse hoofdstad
kunnen worden: de Eiffeltoren van
Maastricht!
Frank Hovens, PR-medewerker
Heemschut Limburg.
Foto Kim Zwarts.
Locatie: Rokin 99, Amsterdam
Architect: Mart van Schijndel
Het effectenkantoor aan Rokin 99
dateert uit 1990 en is een van de
eerste postmoderne gebouwen in
Amsterdam. Dit pand van archi
tect Mart van Schijndel valt op in
de historische gevelwand. Mede
daarom noemt een recente archi
tectuurgids het 'gedurfd en niet
onomstreden'. Het is een combi
natie van een kantoor met een
woning op de bovenste verdie
ping.
Het pand is interessant omdat het
één van de weinige Amsterdamse
voorbeelden is van een speelse,
licht ironische opvatting van de
postmoderne stijl. Traditionele en
moderne materialen en vormen
zijn hier tot een samenhangend
geheel gemaakt.
De gevel heeft een klassieke inde
ling met een sokkel. Maar de
blokken daarvan zijn diagonaal
geplaatst in plaats van horizontaal.
De piano nobile heeft een erker
maar die bestaat uit gebogen
panelen van modem spiegelglas.
De gevel bestaat uit banden klas
siek graniet, maar die worden
afgewisseld met blauwe stroken.
Er is gebruik gemaakt van klas
sieke vormen zoals een tympaan
en van historiserende elementen
als de ronde ramen in de sokkel.
Deze knipogen naar de architec
tuurgeschiedenis en geven het
gebouw een bijzondere charme.
Bovendien is het zo klein dat het
de omgeving niet aantast, in
tegenstelling tot de kantoorkolos
sen verderop langs het Rokin.Van
de weinige sporen die de postmo
derne stijl in Amsterdam heeft
achtergelaten is dit de meest
karakteristieke. Daarom verdient
dit pand het om in de toekomst
een monument te worden.
Drs. J. Beelen, Heemschut
Amsterdam.
29