SMAAK EN MODE IN DE
TWINTIGSTE EEUW
Begin 1941 besloten B en W van Amsterdam de wandschildering van Chris
Lebeau in de eerste klas trouwkamer van het stadhuis aan het oog te doen
onttrekken, omdat zij 'aanstotelijke voorstellingen' bevatte. Wethouder
Walrave Boissevain gaf hiertoe in een brief van 24 februari 1941 opdracht aan
de directeur van zijn dienst, ir. W.A. de Graaf.
Richter Roegholt
De wethouder kon niet vermoeden, dat deze brief tot
zijn laatste bestuurlijke daden zou behoren. De dag
daarop brak immers de Februaristaking uit, waarna de
gemeenteraad werd opgeheven, het stadsbestuur werd
ontslagen en E.J. Voute als nieuwe burgemeester met
nieuwe wethouders aantrad. Enige tijd daarna herin
nerde ir. De Graaf de nieuwe wethouder aan de opdracht
van zijn ambtsvoorganger, het werk van Chris Lebeau te
verbergen. Lebeau las er iets over in De Telegraaf van 19
april en schreef met grote hanenpoten een felle protest
brief.
'Het zou jammer zijn', schreef hij, 'als door een over
haast besluit, werk hetwelk ik geheel uit overtuiging
voor de gemeenschap heb gemaakt, tijdelijk of voorgoed
zou worden verwijderd.' Het plan werd echter doorge
zet. Er werd betengeling op de beschilderde wanden
aangebracht, die met jute en behangsel werd bespannen.
Groter tegenstelling dan tussen een behangetje en het
werk van Chris Lebeau is wel niet denkbaar. De kosten
waren begroot op 600.000 gulden.
Lang hebben we gedacht, dat de bekrompen geest van de
NSB-burgemeester Voute verantwoordelijk was voor
deze wandaad, maar uit de stukken blijkt, dat ons eigen,
democratisch samengestelde bestuur Lebeau's produkt
zo zwaar had veroordeeld. Toch was de wandschildering
in de trouwkamer toen nog geen vijftien jaar oud.
Je zou kunnen denken dat het werk van Chris Lebeau in
1926, toen het werd gemaakt voor de nieuwe vleugel van
het stadhuis aan de Oudezijds Voorburgwal, choquerend
of controversieel is geweest, of op zijn minst opzienba
rend. Maar zo was het niet. Integendeel, het werd zo
gemakkelijk aanvaard, dat de kritiek alleen klaagde dat
de technische volmaaktheid van het werk aan de diepte
van de inspiratie tekort had gedaan, een echt journalis
tieke gemeenplaats om er tenminste iets van te kunnen
zeggen. Lebeau zal het zich niet hebben aangetrokken.
Hij was toen een gevierd kunstenaar, één van de grote
vertegenwoordigers van de gebonden kunsten die tot
bloei waren gekomen in de Vereeniging voor Ambachts-
en Nijverheidskunst (VANK), die in 1904 was opgericht
in het kielzog van Walter Crane's Arts en Crafts
Movement. Lebeau had in het hele land wandschilderin
gen en gebrandschilderde ramen op zijn naam. Zo radi
caal, van officieel geëerd tot officieel verbannen, was de
heersende smaak in de korte tijd van 1926 tot 1941
omgeslagen.
In 1953 werden Lebeau's wandschilderingen op initiatief
van burgemeester d'Ailly, die met zijn zakmes de beten
geling kapot sneed, weer zichtbaar gemaakt. Ze werden
gerestaureerd, maar vonden weinig weerklank. Pas sinds
zij in 1992 door hotel The Grand nogmaals tot in de
puntjes zijn gerestaureerd, werden zij algemeen als een
hervonden kleinood toegejuicht.
Op de moderne bezoeker maakt de trouwkamer van
Chris Lebeau de indruk van een tot het uiterste doorge
voerde uiting van een lang vervlogen stijlperiode, het
eindpunt van de Jugendstil. Bruid en bruidegom staan
frontaal naakt met gestileerde geslachtsdelen tussen
geëxalteerde engelen, die op langgerekte tuba's blazen,
of met haakachtige vingers harpspelen; andere engelen
met wijd open zingende monden vullen de ruimten
tussen de figuren op. Op aparte vakken staan het meisje
en de jongeling aan intens conventionele verleidingen
bloot. Dit alles in olijfgroen en paars met accenten van
oranje en goud. Men voelt zich omhuld door een
sprookjessfeer, alsof men in opoe's sieradendoosje was
beland.
Bedreigend
Rijpe, dominerende stijlvormen worden vaak door hun
directe opvolgers diep verguisd. Daarom gaven kunste
naars uit de renaissance de naam 'gotisch' aan de stijl van
het voorafgaande tijdperk. De Goten waren de barbaren
die het Romeinse Rijk te gronde hadden gericht. De stijl
waartegen men zich verzette, was bedreigend en moest
dus gotisch, dat is: barbaars, worden genoemd. Zo'n
verguisde stijl kan pas triomfantelijk terugkomen,
wanneer zijn bekoring niet meer als bedreigend wordt
ondergaan. Het geval-Lebeau is een sprekend voorbeeld
van dit proces van dominantie, verguizing en waarde
ring. Tussen de jaren '20 en '30 gaapt de kloof van de
crisis van 1929; zelden was er scherper omslag op alle
gebieden des levens te zien dan die tussen de twee decen
nia van wat vaak met een zekere gemakzucht het
Interbellum wordt genoemd. Soberheid beheerste de
10
Heemschut
december 1999