Iconografie op orgelluiken Annemarie ten Cate Op het kruispunt van verschillende disciplines Op 25 februari promoveert Mieke van Zanten op een studie naar de schilderingen op orgelluiken uit de periode 1526-1720. Een studie die zich begeeft op het kruispunt van kunstgeschiedenis, liturgie- en kerkgeschiedenis en waarin ook politieke geschiedenis een rol speelt. 26 Heemschut De bescherming van het orgel werd al in een 12de-eeuws traktaat aanbevolen. Het kostbare instrument moest niet alleen beschermd worden tegen schommelingen in de tempera tuur, maar ook tegen nesten en uitwerpselen van ratten en muizen. Bovendien vlogen vogels vrij in en uit. Het afschermen geschiedde eerst door middel van een raamwerk van hout met daarin stof gespannen. Toen het orgel eenmaal een vaste plek in de kerk kreeg, ging men het instrument afscher men met luiken. Al spoedig werden deze houten luiken beschilderd, zowel aan de binnen- als aan de buitenzijde. Aanvankelijk Koning Saul doet aanval op de harpspelende David. Orgelluik van David Colijns, Nieuwe- zijds Kapel, Amsterdam. Museum Catharijne- convent, Utrecht vooral met voorstellingen als de Annunciatie, geboorte en aanbiddingsscènes. We zien dit bijvoorbeeld afgebeeld op het Scheemda-orgel uit 1526, nu in het Rijksmuseum te Amsterdam. Ook ziet men patroonheiligen, die in relatie stonden tot de schenkers of de eigenaars van het instrument. Het thema van de Annunciatie past bij het Sanctus, dat inherent is aan de eenwording van de hemelse en aardse liturgie en de aanwezig heid van Christus te midden van de gelovigen. David Vanaf het begin van de 16de eeuw komt er een verandering in deze beeldtraditie, die te maken heeft met de overgang van de tntisica coelestis (de lofzang der engelen) naar de musica mundana (de aardse zang uit de monden der stervelin gen). De uitbeelding van de muziek en van de zang (in de persoon van David), van historische momenten in de muziekgeschiedenis, zijn vroege tekenen van verandering van de beeld traditie. Alle overgeleverde Nederlandse orgelluiken tonen de aanwezigheid van David. Het vroeg ste voorbeeld ziet men op de Delftse luiken uit 1501De kerkelijke muziek werd onder invloed van de Moderne Devotie en het humanisme niet meer uitsluitend door de priesters ten gehore gebracht. De voorliefde voor de psalm groeit in de 17de eeuw. De personificatie van het psalmzingen is David. De muziekbeoefe ning tijdens zijn jeugd en gedurende zijn koningschap leverden voldoende thema's voor opdrachtgevers om hun allegorische en morele boodschap uit te beelden. Nieuwe Kerk Een prachtig voorbeeld zijn de orgelluiken in de Nieuwe Kerk te Amsterdam uit 1655. Hierop zijn voorstellingen uit het leven van David geschilderd, die niet eerder werden afge beeld en die aansluiten bij het beeldprogramma van de gehele kerk, waarin de stedelijke geschiedenis in letterlijke en allegorische beelden wordt verteld. Uitvoerig wordt in het proefschrift de icono grafie rond David beschreven, zoals hij tot in februari 1999

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1999 | | pagina 28