Nieuwe uitgaven
Anne-Marie ten Cate
Heemschut
39
gevolgd. Het dictatorschap van Cuypers zal
plaatsmaken voor dat van een jonger kracht'.
Het verschijnen van de 'Grondbeginselen'
had tot gevolg dat de in 1903 ingestelde
Rijksbeschrijvingen inventarisatiecommissie in
1918 werd omgezet in de Rijkscommissie voor
de Monumentenzorg. Dr P.J.H. Cuypers werd
weliswaar ondanks zijn zeer hoge leeftijd nog
voorzitter van deze commissie, maar de werke
lijke touwtjes kwamen in handen van 'een
jonger kracht', te weten drj. Kalf als directeur
van het Rijksbureau voor de Monumentenzorg.
Dempen van grachten
En verder bleef de Bond in deze jaren vooral
ageren tegen het dempen van grachten, soms
met succes zoals in het geval van de Oude Delft
te Delft, soms tevergeefs zoals in het geval van
de Mare te Leiden. Tijdens de zomervergade
ring op 2 7 juni 192 3 in Nunspeet zag
Overvoorde zijn voorstel om een 'Vereeniging
van Directeuren van Nederlandsche Musea' (in
de wandeling 'Directeurendag') op te richten,
aanvaard. Deze vereniging, die tot 1977 onder
auspiciën van de KNOB bleef functioneren,
heet sinds 1970 de Nederlandse Museum
vereniging.
Het 25-jarig bestaan van de Bond kon op
Architectuuragenda
De agenda voor 1999 heeft als onderwerp de
Moderne Beweging. Hiermee wordt het 10-
jarig jubileum gevierd van de werkgroep
DOCOMOMO (DOcumentatie
COnservering MOdern MOvement).
Onderdeel van deze organisatie, die inmiddels
internationaal opereert, is het samenstellen van
een register van (inter)nationaal belangwek
kende werken van deze beweging. Inmiddels
zijn 35 landen aangesloten en het register is
uitgegroeid tot een lijst van ca 600 objecten.
Vanaf half september is dit internationale regis
ter, bestaande uit ruim 500 dossiers, onderge
bracht in het Architectuur Instituut en volop in
ontwikkeling. In de architectuuragenda wordt
de complete Nederlandse Top 50 van vooroor
logse werken afgebeeld; de na-oorlogse lijst is
nog in onderzoek. De Moderne Beweging en
het Nieuwe Bouwen hebben de architectuur
van onze gebouwde omgeving diepgaand beïn
vloed en genieten ook internationaal grote
bekendheid. Het is een toepasselijk onderwerp
voor een agenda aan de vooravond van het
Millennium. De agenda bevat behalve een
aantal bekende objecten niet eerder gepubli
ceerd materiaal uit het archief van het
Architectuurinstituut. Zij bevat een voorwoord
van de voorzitter van DOCOMOMO, Hubert-
Jan Henket, en een korte inleiding over de
29 februari 1924 opgewekt gevierd worden in
de Ridderzaal te Den Haag, maar gerust kon er
niet. 'Presenteert het geweer! Voorwaarts
marsch! met moed vooruit na dit herdenkings
feest' klonk het martiaal uit de mond van
bestuurslid F.A. Hoefer, van oorsprong militair
van professie. Toch geven de volgende jaren
- het wordt crisistijd - een minder inspirerend
beeld te zien. Bondscoryfeeën als Overvoorde
en Hofstede de Groot overleden in 1930, het
ledenaantal nam af en de financiële mogelijk
heden voor bijvoorbeeld restauraties daalden
al evenzeer. Er werd nog wel een kastelen
commissie ingesteld, maar of het door deze
commissie opgestelde en in 1936 aan de minis
tervan Financiën aangeboden rapport enig
effect sorteerde, is mij niet gebleken. Een
ontwerp-regeling voor het oudheidkundig
bodemonderzoek, in 1934 aan de minister van
OKW aangeboden, werd echter enige jaren
nadien praktisch ongewijzigd door het ministe
rie overgenomen.
Na de oorlog wordt voorzichtig - de financiële
situatie van de Bond is uiteraard verre van roos
kleurig - de draad weer opgepakt. Het royaal
uitgevoerde vooroorlogse Oudheidkundig
Jaarboek wordt teruggebracht tot het minder
omvangrijke Bulletin. De viering van het 50-
Moderne beweging door Marieke Kuipers
De vormgeving van deze fraaie agenda is van
Gebr. dejong.
Rotterdam, NAi uitgevers, 1998.
ISBN90 5662 084 3. Prijsf34,50.
Ambacht-kunst-Wetenschap
In 1997 promoveerde Coert Peter Krabbe op
de studie 'Ambacht Kunst Wetenschap;
Bevordering van de bouwkunst in Nederland
(1775-1880)'.
Deze indrukwekkende en interessante studie
bestaat uit twee delen. Te weten de tijd voor
de oprichting van de Maatschappij tot
Bevordering van de Bouwkunst in 1842 en de
periode daarna. Het jaar 1880 is als eindpunt
genomen, omdat na een statutenwijziging de
Maatschappij toen een andere koers ging varen.
Pas in 1864 werd te Delft de Polytechnische
School opgericht. Tot die tijd was er dus geen
architectenopleiding. De vereniging vervulde
een belangrijke functie bij de verspreiding van
nieuwe ideeën en concepten die in de
Nederlandse en in de buitenlandse bouwkunst
speelden. Zij gaven daartoe het tijdschrift
'Bouwkundige Bijdragen' uit, waarin
Nederlandse architecten geïnformeerd werden
over bouwtechniek, architectuurtheorie, archi
tectuurgeschiedenis enz. Bovendien schreven
zij prijsvragen uit, die voornamelijk dienden
jarig bestaan van de Bond op 27 mei 1949 in het
Rijksmuseum te Amsterdam kreeg een extra
feestelijk accent door het bericht, dat H.M. de
Koningin het predikaat 'Koninklijk' aan de
Bond had toegekend.
In het volgende nummer van Heemschut
behandelen we de tweede vijftig jaar van de
KNOB en zijn relatie met de in 1911 opge
richte Bond Heemschut. Op 28 januari houdt
de KNOB zijn jubileumbijeenkomst.
Beide artikelen vormen een sterk gecotnprimeerde
versie van het artikel, dat ik in Bulletin 1998/5
over de geschiedenis van de nu bijna 100-jarige
KNOB schreef. Ik moge dus daar naar verwijzen
voor wie méér daarover wil weten. Het bureau van
de KNOB is gevestigd aan de Mariaplaats 51,
3511 LM Utrecht, tel. 030-2321756,
fax 030-2312951. Men zal u daar gaarne als lid
van de KNOB registreren (afl. 75,-per jaar).
Mr G. W. van Herwaarden was van 1974 tot 1987
hoofd van de afdeling Monumenten van de departe
mentale directie Musea, Monumenten en Archieven
en van 1987 tot 1995 secretaris van de voormalige
Rijkscommissies voor de Monumenten en voor de
Archeologie. Hij is lid van de KNOB-lustrumcom-
missie.
om inzenders hun ontwerpvaardigheden te
laten oefenen en te demonstreren. Het was lang
niet altijd de intentie dat deze ontwerpen ook
daadwerkelijk uitgevoerd werden.
Daarbij was de vraag, die als een rode draad
door de studie loopt, voor wie en met welke
bedoeling de initiatieven tot bevordering der
bouwkunst waren genomen. Werd De Bouw
kunst als kunst, als ambacht, als wetenschap, of
als combinatie van die drie opgevat?
In het boek staat de 19de-eeuwse burgerlijke
bouwkunst centraal, ter onderscheiding van de
water- en vestingbouwkunde, alhoewel die
zeker terzijde aan de orde komen. De bouw
kunst had een wetenschappelijke en artistieke
component en hoe die zich tot elkaar verhou
den was telkens weer een punt van overdenking
en discussie. Wat betreft de 19de-eeuwse
bouwkunst is er in Nederland in tegenstelling
tot het buitenland op dit gebied zeer weinig
gepubliceerd. Krabbe hoopt dan ook dat deze
studie weer aanknopingspunten biedt voor
verder architectuurhistorisch onderzoek.
Het boek is verschenen als deel vier in de serie
Cultuurhistorische Studies, een initiatief van de
Rijksdienst voor de Monumentenzorg en
Waanders Uitgevers.
Zwolle, Waanders, 1998. 294 p.
ISBN 90 400 91 99 4. Prijs f85,-.
december 1998