De Nedinsco-fabriek in Venlo
g ïLm i'
Frans Hermans
Een groot, modern kasteel van kennis en kracht
De reiziger die, per trein of per auto, over een van de Maasbruggen
Venlo vanuit het westen nadert, ziet aan zijn rechterhand een
drietal ongeveer even hoge torens. Twee daarvan werden in 1997
als appartementencomplexen gebouwd. De derde vormt de
bekroning van een groot, voornamelijk in beton, staal en glas
opgetrokken, fabrieksgebouw dat grotendeels uit de jaren '20
stamt. In het pand is een bedrijf genaamd Nedinsco (Nederlandse
Instrumentencompagnie) gevestigd.
december 1998
Heemschut
33
Overzicht Nedinsco-complex vanuit het Noorden. Situatie 1993.
Deze onderneming trekt de aandacht door haar
buitengewoon interessante geschiedenis. De
Nedinsco stamt in zekere zin af van een voor
oorlogs gelijknamig bedrijf, dat in 1921 werd
opgericht als dochteronderneming van de
befaamde Duitse industriegigant Carl Zeiss
Jena. Vanaf de bouw van de 36 meter hoge
toren in 1928-1930 domineert dit fabrieksge
bouw, samen met de aloude kerktorens en de
torentjes van het stadhuis, de skyline van
Venlo.
Sinds enkele jaren wordt in het kader van het
Ontwikkelingsplan Venlo-Centrum-Zuid
gewerkt aan een grootschalige herstructurering
van deze wijk, waarin bedrijfsgebouwen in alle
soorten en maten en arbeiderswoningen elkaar
afwisselen. Ruimtevretende en vervuilende
bedrijven worden verplaatst naar industrieter
reinen buiten de stad; op de vrijkomende perce
len verrijzen nieuwe woningen; er komt een
park en een nieuw centraal plein. Volgens dit
Ontwikkelingsplan zou ook de nog steeds als
bedrijfspand in gebruik zijnde Nedinsco-
fabriek eind jaren '90 plaats moeten maken
voor woningen. Nadat stemmen opgingen om
dit beeldbepalende fabrieksgebouw niet voor
de stad verloren te laten gaan, gaf het gemeen
tebestuur het Utrechtse bureau ONB alsnog
opdracht een onderzoek uit te voeren naar de
mogelijkheden tot restauratie en hergebruik
van (een deel van) het complex.
Carl Zeiss Jena en Hans Schlag
Om te kunnen begrijpen waarom Zeiss in Venlo
een dochterbedrijf opende, moeten we teruggaan
naar het einde van de Eerste Wereldoorlog.
Het Verdrag van Versailles (1919) bepaalde dat
het verslagen Duitsland voortaan geen serieuze
wapenindustrie meer mocht onderhouden.
Carl Zeiss Jena - producent van richt-appara-
tuur, afstandmeters, verrekijkers, periscopen en
andere militaire optica - behoorde tot de
getroffen bedrijven. Zeiss zocht en vond
ontsnappingsmogelijkheden. Via deutsch-
freundliche stromannen werd door middel van
een ingenieuze dekmantelconstructie in 1921
in Venlo een Tarnfirma een vermomd bedrijf)
opgericht: Nedinsco. Technici en managers
vestigden zich in Venlo, alwaar met Duitse
gründlichkeit en gesteund door veel kapitaal in
korte tijd een bloeiend bedrijf werd opgezet.
Naar analogie van het moederbedrijf in Jena,
dat een reputatie als modelbedrijf genoot, werd
Nedinsco een zeer populaire werkgever, met
goede voorzieningen op medisch en sociaal
gebied.
De oude banketfabriek waarin Nedinsco begon
werd binnen enkele jaren etappegewijs uitge
breid met nieuwe vleugels, alle in min of meer
modernistische stijl. Vooral de uitbreiding die
in de jaren 1928-1930 tot stand kwam was
bijzonder van karakter. Zeiss besloot eind jaren
'20 de productie van periscopen naar Venlo
over te brengen, waartoe een nieuwe werk
plaats met testtoren nodig was. Voor het juste
ren van periscopen was een gebouw van grote
hoogte nodig. De in de laagbouw gebouwde
instrumenten werden door een takelinstallatie
in de toren omhoog gehesen. De bovenste drie
verdiepingen van de toren waren daartoe open
gewerkt. De gevels van deze verdiepingen
waren vrijwel compleet in glas uitgevoerd,
opdat de periscopen en de afstandmeters op
hoge objecten als kerktorens en fabrieksschoor
stenen in de omgeving konden worden gericht,
waarna de technici de laatste hand aan de
instrumenten konden leggen. Voor dit werk
moest de constructie nagenoeg trillingsvrij zijn,
reden waarom aan de bouw van de vijf meter
diepe funderingen een bodemonderzoek voor-