december 1998 Heemschut 31 JURRIENS Archeologisch onderzoek bij de Nieuwezijds Kolk in 1994 met op de achtergrond het Korenmetershuisje, hoofdkwartier van de Bond Heemschut. Foto's W. Krook - afdeling Archeologie/dAB. een pijpleiding in een zeef terecht, samen met eventuele archeologische artefacten. Aangezien de Amsterdamse metrobuis in de diepste zand laag wordt aangelegd is het heel goed mogelijk dat resten uit de prehistorie in de zeef zullen worden aangetroffen. Uiteraard bepalen zowel de gehanteerde techniek (een draaiend snijmes) als de doorsnede van de transportbuis de grootte van de vondsten. Jammer is echter dat het hier losse vondsten zal betreffen, zonder enige context. Het begin van de werkzaamheden zal liggen bij het Centraal Station. Daar wordt in dagbouw de zogenaamde startschacht gegraven, een verticale schacht om de tunnelboor te kunnen plaatsen. Voor de stations Rokin en Vijzelgracht zullen diepe bouwputten worden gegraven, tot een niveau van -28,5 NAP. Eerst wordt een paar meter grond afgegraven, waarna sleuven worden gegraven die worden volgestort met beton en de wanden gaan vormen. Daarop wordt een betonnen dak gelegd en dan kan het gewone verkeer weer zijn loop nemen. Deze aanpak stelt de archeologen in staat op een reguliere manier onderzoek te doen in de eerste paar meter voordat wordt begonnen met het storten van de diepwanden. Vervolgens kunnen de archeologen onder het betonnen dak verder werken. Op deze wijze kunnen de vondsten in hun context worden bekeken. Men hoopt op de ultieme toevals treffer: een complete mammoet. Wat denkt men te zullen vinden? Het onderzoek zal informatie verschaffen over de geologische gesteldheid van de bodem onder Amsterdam en over de periode vanaf de prehistorie tot de recente geschiedenis. Tijdens het Pleistoceen (2,5 miljoen jaar geleden) was het huidige Nederland onderhevig aan drasti sche wisselingen van koude en warme perioden, waardoor de zeespiegel in extreme mate varieerde. Hierdoor ontstonden dikke pakken sediment in de vorm van zand, klei en veen. Bij de oudste huizen werd geheid tot de jongste zandlaag, de latere, zwaardere, bebouwing is gefundeerd op de dieper gelegen eerste zand laag, de laag waar de metro doorheen komt te lopen. Tijdens de laatste ijstijd, het Weichselien (120.000-9.000 v.Chr.), trokken jagers onze provincies binnen, achter geharde dieren als mammoeten, wolharige neushoorns en reuzenherten aan. Pas rond 800 v. Chr. vestigden de eerste mensen zich definitiefin het gebied rond de Amstel en het IJ. Klapvizier van een Duitse helm uit het eind van de 14de eeuw, gevonden in 1991 bij onderzoek bij de Olofskapel (collectie Archeologisch Depot Amsterdam).

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1998 | | pagina 33