12
Heemschut
december 1998
Pakhuizen Maandag t/m
Zondag aan de
Cruquiusweg, verbouwd
tot koopappartementen.
Literatuur
Egbert Koster: Oostelijk haven
gebied Amsterdam/Eastern
Docldands. Architectuur
Natura, 1995.
Ton Heijdra: Kadraaiers
Zeekastelen; geschiedenis van
het Oostelijk Havengebied.
Open Haven Museum, 1993.
Rinke van Brenkelen: Getuigen
van een wereld die verdween;
Monumenten van bedrijf en
techniek in Amsterdam.
Bureau Monumentenzorg,
1996.
G. Lutke Meijer: De
Amsterdamse haven door de
eeuwen heen. De Bataafsche
Leeuw, 1990.
voor de Stadsontwikkeling, die het één van de
markantste gebouwen van de kade vond: 'Dit is de enig
overgebleven zeekade die het tijdperk van de schaal
vergroting van de zeevaart navertelt. Haal je dat
gebouw weg, dan valt de stedelijke samenhang qua
beeld en functie in elkaar.'
Maar de meeste pakhuizen blijven behouden, de
herbestemming staat vaak al vast. Somber, uitge
woond, een rommelig geheel, maar je proeft de histo
rie en de monumentgevoelige ziel ontdekt hier en daar
wel degelijk hoogstandjes van bouwkunst.
Het prachtige pand Azië wordt op dit moment
verbouwd als onderkomen van het Nederlands
Interieur Collectief, dat er een Dutch Design Centre
voor meubelen wil vestigen. Het wordt binnenkort
opgeleverd. Ook Wilhelmina - nu een rommelig verza
melgebouw van allerlei bedrijfjes - kan aantrekkelijk
worden, als over enkele jaren de gevel opgeknapt is en
ontdaan van allerlei ontsierende borden en teksten.
Wilhelmina blijft de broedplaats van bedrijvigheid die
het nu is voor kunstenaars en commerciële bedrijven.
Het daarnaast gelegen pakhuis Australië wordt in 2000
verbouwd tot woningen. Pakhuis De Zwijger wordt
cultureel centrum met ook commerciële aspecten,
waar de nog te bouwen Javabrug, die de kop van het
Java-eiland met de Oostelijke Handelskade moet
verbinden, zich doorheen boort. De verbouwing
begint volgend jaar. Over het wat somber ogende
Ajiika wordt nog gesproken, het gebouw wordt in
2000 waarschijnlijk geschikt gemaakt voor bedrijven.
Gebouw Europa, waarvan de voorgevel in de loop der
jaren wel heel drastisch is gewijzigd, wordt gesloopt.
Ervoor in de plaats komen woningen en bedrijven. De
bouwhoogte daarvan en van alle nieuwe panden die
hier aan het water komen te liggen mag maximaal
24 meter zijn. Helaas, helaas..., pal achter de pakhuizen
is een lange wand met nieuwe woongebouwen van
35 meter hoogte gepland. Zij vooral zullen het aanzien
van de kade vanaf het IJ bepalen. Groot leed dus ook
hier. Het 'behoud van pakhuizen' komt daardoor wel
tussen aanhalingstekens te staan.
In het oosten, bij de Verbindingsdam, liet architect
Willem Jan Neutelings de oude koffie- en cacaoloods
Brazilië (1915) van de toenmalige Koninklijke
Hollandsche Lloyd verbouwen tot winkelcentrum voor
het Oostelijk Havengebied. De tweehonderd meter
lange loods werd eerst in zijn geheel afgebroken, een
sterk gerenoveerde versie daarvan (maar met behoud
van de oorspronkelijke spanten) werd onlangs boven
een ondergrondse parkeergarage weer opgebouwd. De
ingangen van de winkels liggen direct aan de Oostelijke
Handelskade en de IJhaven, een verademing na die
vaak deprimerende overdekte centra, die de laatste
decennia gebouwd zijn. Vooral winkelen aan de
IJhaven heeft iets speciaals.
Lustgevend
Wandelen over de Oostelijke Handelskade - als fietser
of automobilist ontgaat je van alles! - bezorgt je trou
wens meer sensaties, een lustgevende omgeving voor
de minnaars van industriële monumenten.
Neem het tegenover Brazilië gelegen monumentale
Lloydhotelvan architect Evert Breman uit 1918, een
toekomstig rijksmonument. Het was bedoeld als tijde
lijke huisvesting van landverhuizers die met treinen uit
landen als Polen, Roemenië, Servië en Hongarije in
Amsterdam aankwamen, om per schip van de
Koninklijke Hollandsche Lloyd naar Zuid- en
Midden-Amerika te varen. Het werd later onder meer
gebruikt als jeugdgevangenis, waarvan de tralies voor
de ramen nog getuigen, en wordt spoedig verbouwd
tot betaalbaar hotel voor kunstenaars en kunstmin
naars, met allerlei faciliteiten voor hen.
Het Lloyd Hotel is een merkwaardig bouwwerk, net
voor de bloei van de Amsterdamse School gebouwd,
wat aan het decoratieve metselwerk ook goed te
merken is. De bouwstijl wordt wel 'eclectisch'
genoemd, je ziet art deco- en zelfs renaissance-elemen-
tenmaar 'wat geeft het', als het geheel maar voldoet.
Nadat de gevels opgeknapt zijn, de tralies verwijderd,
zullen minder vleiende commentaren wel tot het verle
den behoren.
Op Oostelijke Handelskade nummer 4 staat ook een
waarschijnlijk toekomstig rijksmonument uit 1885 - de
gemeente heeft het alvast op haar gemeentelijke lijst
geplaatst. Het was een hydraulische centrale, door B. de
Greefen W. Springer gebouwd in een eclectische stijl
met nogal wat neo-gotische kenmerken. Het is de
laatste getuige van de centraal opgewekte hydraulische
energievoorziening, die in de 19de-eeuwse haven werd
gebruikt voor de levering van stoom aan hijskranen. Al
in 1899 werd het uitgebreid en omgebouwd tot electri-
sche centrale. Tegenwoordig wordt het gebouw
gebruikt als opslagruimte, maar het verdient een beter
lot. Net als de Oostelijke Handelskade als geheel, in de
versukkeling geraakt, nu een locatie waar het oude
opgewaardeerd wordt en nieuwbouwprojecten tot
stand komen.