Aannemer Huurman probeert Bert Franssen Deelnemer Restoration 98 in de RAI De Delftse aannemer Huurman is één van de grote restauratieaannemers van Nederland. Bijna een eeuw geleden voltooide Huurman zijn eerste project, de restauratie van het koor van de Grote Kerk in Delft (1899). Vooral na de Tweede Wereldoorlog bouwde de aannemer een enorme ervaring op, omdat het bedrijf zich sindsdien alleen nog maar op restaureren toelegt. 4 Heemschut Op dit moment is Huurman onder meer bezig met de restauratie van de Grote Kerk te Goes. Een flinke opdracht, die verwezenlijkt kon worden dankzij het extra geld van voormalig staatssecretaris Nuis. Een interview op locatie met directeur Cees Van clerSalm. In de bouwkeet voor de zuidgevel van de Grote of Maria Magdalena Kerk legt Cees van der Salm van Huurman uit hoe de opdracht bij hem terechtgekomen is: gewoon via een aanbeste ding, waarvoor vier serieuze aannemers waren benaderd. Huurman was de laagste inschrijver en kreeg dus de opdracht. Met de aanbesteding was een bedrag van/ 3,5 miljoen gemoeid. Is het maken van een offerte geen natte vinger werk? Van der Salm: 'Vooraf bekijken we de situatie vanaf de begane grond, met een verre kijker inventariseren we wat de schade is. Maar de werkelijke schade komt pas aan het licht als je de steiger hebt geplaatst, als je er met je neus bovenop staat. Bij de begroting speelt je erva ring natuurlijk mee, maar de details zie je pas als je erbij staat. In het geval van deze kerk zou ik achteraf eigenlijk meer willen restaureren dan nu overeengekomen is. Niet omdat ik aannemer ben, maar vanwege het project.' De Maria Magdalena wordt in zijn geheel aangepakt. 'In veertien dagen zetten wij met vier man een deel van de kerk in de steiger, en bekijken het metselwerk ter plaatse. Slecht metselwerk gaat eruit en wordt vervangen door oude stenen, die uit de sloop afkomstig zijn. Als het metselwerk hersteld is, wordt het voegwerk nagekeken. Slecht werk wordt uitgehakt en vervangen door nieuw voegwerk, qua mortel samenstelling en kleur overeenstemmend met het omliggende werk, om niet grote vlekken te krijgen in de gevel. Wat goed en origineel is, laten we zitten. We zijn vooral constructief bezig, proberen de kerk gezond, maar niet 'mooi' te maken. Wij zeggen ook altijd, dat iemand die een gerestaureerde kerk bezoekt, nauwelijks mag zien dat we er geweest zijn, pas dan hebben we het goed gedaan.' 'In deze gevel zit veel natuursteen, met invloe den van België en Frankrijk, omdat je hier vrij zuidelijk zit, we gebruiken dezelfde soorten of bijpassende natuursteen. We plaatsen nauwe lijks geheel nieuwe blokken, meestal alleen delen van blokken, die we in model boetseren, met behoud dus van het omliggende werk. Daarnaast wordt ook het natuursteenvoegwerk nagelopen.' Uiteraard pakt Huurman ook het dak van de kerk aan - zoals gebruikelijk een heel groot onderdeel - het loodwerk, de ramen, enzo voort. Filosofie 'Je moet het materiaal hergebruiken als dat op een verantwoorde manier kan,' zegt Cees van der Salm. 'Ik ben volstrekt tegen makkelijk slopen en vervangen door nieuw, zoals in het verleden vaak gebeurde. Ik zal een voorbeeld noemen. Een natuurstenen hoekblok heeft mooie afgeronde hoeken door het slijtproces van de natuur. Gebruik je in plaats daarvan een stuk steen met een strakke lijn, dan springt die er meteen uit.' Terwijl we om de kerkheenlo- pen, laat hij verschillende voorbeelden daarvan zien, waaraan vroegere restauratie-aannemers zich hebben bezondigd. Restaureren is een proces van voortdurende afwegingen. 'De moeilijkste vraag is altijd: tot hoever restaureer je terug, wat vind je nog net acceptabel om te handhaven, dat grensgebied. Met het antwoord op deze vraag valt of staat een project. Om een voorbeeld te noemen. In hoeverre maak ik het metsel- en natuursteen- werk schoon? Je kunt de oorspronkelijke kleur terugkrijgen, maar dan gebruik je middelen die niet toelaatbaar zijn, en dan is ook de lol van het project er af, vind ik. Het beste is proefstukken op te zetten, dan op een afstand gaan kijken of je het gebouwniet verknoeit. Of het niet tè mooi wordt. De Grote Kerk hier in Goes wassen we alleen met water af, we gebruiken geen reinigingsmiddelen, we proberen niet de oorspronkelijke kleuren terug te krijgen, zodat de kerk in het stadsbeeld niet als een nieuwe kerk opdoemt. Voor dit soort zaken is geen echte leidraad, je moet per project afwegen. Wat is de vervuiling in het verleden van het project geweest? Zit ik in een industriegebied met zure regen? Hoe ver ga ik dan terug reini gen? Moet we het profiel weer helemaal terug halen of mogen er ook stukjes af zijn? We bekijken dat met de architect, opzichter, uitvoerder en met alle mensen erbij. Iedere keer opnieuw. Want een andere gevel kan door zijn lichtval best wel een andere oplossing vragen, zodat we er anders mee om moeten gaan.' Knaagkever De bonte knaagkever is ook voor Huurman een vertrouwd fenomeen. Maar niet alleen of zelfs niet vooral de laatste tijd. Van der Salm: 'Ik heb nooit anders meegemaakt. Er wordt tegen woordig gesproken in termen van een plaag, maar we hebben niet meer last van de kever dan vroeger, dat geloof ik niet. Door de schade die de kever veroorzaakt, moeten we delen van een project vernieuwen, en passen injectiemethodes oktober 1998

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1998 | | pagina 6