Glasatelier Oud Rijswijk s Leo van der Meule In weerwil van wat de naam doet vermoeden is het atelier van Peter Heyman, gespecialiseerd in het restaureren van gebrandschilderd glas, niet meer in Rijswijk gevestigd. We spreken met hem over zijn beroep in de zojuist betrokken nieuwe bedrijfsruimte in Zoetermeer. Glasatelier Oud Rijswijk zal ook op Restoration 98 aanwezig zijn, Heemschut-leden zijn in de stand van het bedrijf (nr. 627) van harte welkom. oktober 1998 Heemschut 33 I Gebrandschilderd glas Allereerst gaan we wat dieper in op de manier waarop dit glas nu eigenlijk gemaakt wordt. Er zijn ruwweg twee methoden te onderscheiden. De eerste - de dure - gaat uit van het vervaardi gen van getint glas waarop in zwart en met grisaille nog slechts belijning en schaduw worden aangebracht. De tweede methode gaat uit van het beschilderen van vrijwel ongekleurd glas. Het gaat dan niet om volledig doorzichtig glas, het glas dat hiervoor dienst doet is van zichzelf heel lichtgeel of lichtgroen. De 'verf bestaat uit een mengsel van gemalen glas en kleurstoffen. Die kleurstoffen worden veelal van metaaloxiden gemaakt. Voor de leek is het meest bekende voorbeeld daarvan het groene roest van koper, zoals aanwezig op de koperen daken van sommige monumenten. Als bind middel, om de verf vloeibaar te maken, wordt water of azijn gebruikt. Het schilderen van het glas was een vak apart waarbinnen zich op den duur ook weer verschillende specialismen ontwikkelden. Zo waren er 'vleesschilders', die aan de gezichten, handen en dergelijke werkten. Voor de vaak weelderige draperieën - ooit een slecht geklede heilige gezien? - waren de plooischilders in de weer. Was de verf een keer op het glas aange bracht dan werd dit verhit, het eigenlijke branden, op een temperatuur tussen de 580 en 640 graden Celsius. Voor iedere kleur gold een andere brandtemperatuur zodat een meerkleu- rig stukje glas soms wel vijf of zes keer de oven in moest. Aantasting en verval De ramen die op deze manier gebrandschilderd werden waren weliswaar in productie en aanschaf goedkoper maar op de lange duur veelal ook kwetsbaarder. Bij heftige temperatuurswisse lingen, in bijvoorbeeld een kwakkelwinter, zet het dunne oppervlaktelaagje waarin zich de verf bevindt anders uit dan het eigenlijke glas, waar door de kleurlaag los kan raken van de drager, de ondergrond. Dan is er nog de zure regen, het neerslaan van grote hoeveelheden condens bij verkeerd stookgedrag en te geringe ventila tie in het natte jaargetijde. Het gebruik van gewoon smeedijzer als versteviging binnen een gebrandschilderd raam geeft ook problemen. Ijzer gaat roesten en iedereen weet: roestend ijzer zet tot tien keer zijn oorspronkelijke Fragment raam kantoor Glasatelier te Zoetermeer.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1998 | | pagina 35