28
Heemschut
oktober 1998
Ie VERDIEPING
Afbeelding 6
Situatie voor de brand in
1945. Plattegrond van de
eerste verdieping met aan
duiding van de doorsneden
(Kamphuis p 318).
Afbeelding 5
Situatie in 1984. Eerste
verdieping. Opmeting van
het resterende metselwerk
(Kamphuis p 325).
Afbeelding 7
Doorsnede C-C'.
(Kamphuis p 321).
Afbeelding 8
Doorsnede D-D'.
(Kamphuis p 321).
Duitse bezetter geëvacueerd. De commandant van de
daar neergestreken Duitse troepen verblijft veelal op het
kasteel dat compleet met kunstschatten moest worden
achtergelaten. Bekend is dat door die commandant
kunstwerken uit het kasteel zijn verwijderd, die later
niet zijn achterhaald. Ook Mussert heeft er toen een
bezoek gebracht en de omvangrijke porcelijn collectie
meegenomen, later voor een zeer klein deel terugge
vonden in het Pausenhuis in Utrecht.7 Van de lotgeval
len van de kunstcollectie is weinig bekend. Is deze op
12 januari 1945 verbrand, of voorafgaand geroofd waarna
het kasteel in brand is geschoten dan wel gestoken?
Bijzonder vermeldenswaard zijn de portretten van
Jacob Trip (1659 of'60) en diens echtgenote Margaretha
de Geer (1665), geschilderd door Rembrandts leerling
NicolaesMaes.8 (zie foto pag. 23) Het is niet bekend wat
er mee gebeurd is en het bestaan van verschillende
versies van beide portretten bemoeilijkt het zoekwerk.
Zo bevindt zich een portret van Margaretha de Geer,
gedateerd 1669, in het Dordrechts Museum en is daar
te zien met ingang van 11 oktober aanstaande tijdens
de grote expositie 'Arent de Gelder', eveneens leerling
van Rembrandt wiens werk interessante overeenkom
sten vertoont met dat van Nicolaas Maes.''
Consolidering en verval
Aan het bijzonder grondige en uitvoerige bouwhisto
risch onderzoek van Kamphuis, dat tot het beste in
Nederland wordt gerekend, ontlenen we een aantal
illustraties bij dit artikel die de bouwperioden helder
weergeven. Het verval is snel gegaan. Wat gedurende
600 jaar is opgebouwd is in 5 3 jaar verwoest. Het muur
werk is na de brand in 1945 nog in goede staat en er
worden dan voorzieningen getroffen ter voorkoming
van inwatering en plannen voor herstel gemaakt met
uitzondering van de delen die als minder belangrijk
worden aangemerkt. Deze zijn in 1959 gesloopt waar
onder spijtig genoeg de zeshoekige toren en de west
vleugel. Consolideringswerk wordt uitgevoerd in de
jaren 1960-62 en in 1967 wordt een noodkap aangebracht.
De eetkamer in de Noordvleugel wordt voorzien van
een definitieve kap (zie omslagfoto). Desondanks volgen
de instortingen elkaar steeds sneller op: de trappentoren
(1966, afb 16); schouw en rookkanalen van de eetkamer
(1983), delen van de tandlijst keukentoren (1984-85).10
En daarna de schouw en ovens van de keuken in de
NO-toren (afb. 14), de noordelijke muur van de woon
toren waarvan door het metselen van een steunbeer het
belangrijkste deel behouden is gebleven (afb. 17). Nu
in 1998 zijn al deze consolideringsinspanningen vrijwel
teniet gedaan. Het dak boven de eetkamer lekt, de hemel-
waterafvoer van de noodkap boven de zaal mondt rechts
treeks uit op het gewelf van de zaalkelder die door en
door nat is. De oorzaken moeten gezocht worden in
vandalisme en waardoor effectief onderhoud onmoge
lijk is. En dat brengt ons bij het probleem dat ook een