De toekomst van Thorn:
noblesse obligera
Zaterdag 5 september vierde de gemeente Thorn met een
prelude op de Open Monumentendag het feit dat haar
vijfentwintig jaar geleden de status van beschermd stadsgezicht
werd toegekend. Mede dankzij de aan deze status gekoppelde
subsidies heeft het stadje zijn roemrijke verleden op
monumentale wijze weten te behouden. De Bond Heemschut is
nieuwsgierig naar wat de toekomst brengt.
Frank Hovens
12
Heemschut
oktober 1998
'De;<3Bote:hegsÉ,"
Binnenplaats van Kasteelhoeve De Grote Hegge.
Voor de Franse Tijd was Thorn een vorsten
dommetje binnen het Heilige Roomse Rijk dat
geregeerd werd door de abdis van een adellijk
stift. Het predikaat beschermd stadsgezicht is
feitelijk dus niet correct, maar de fysionomie van
Thorn rechtvaardigt alleszins deze benaming.
Reeds in de jaren '50 en '60 waren bewoners en
bestuurders van Thorn ervan overtuigd dat ze
in een bijzonder plaatsje met toeristische
potentie woonden. Toch dreigde in die jaren,
onder meer door leegloop, het verval. Toen in
1971 ten zuiden van het Witte Stadje begonnen
werd met het graven van het zoveelste
Middenlimburgse grindgat, werd die dreiging
nog meer gevoeld. Het was duidelijk dat zonder
een forse subsidiestroom de slechts enkele
duizenden zielen tellende gemeente een sombere
toekomst wachtte. De toekenning van de status
van beschermd stadsgezicht, waarbij naast de
bebouwde kern ook het zuidelijk gelegen
buitengebied werd meegenomen, was met
andere woorden een noodzakelijkheid. En het
sinds 1973 verstrekte geld is goed besteed, want
Thorn ligt er heden ten dage met haar 106
rijksmonumenten binnen een straal van 200
meter rond de abdijkerk erg mooi bij, té mooi
volgens sommigen, maar dit terzijde. Wat ons
op dit moment meer interesseert, is de vraag
welke ontwikkelingen Thorn de komende vijf
entwintig jaar te wachten staan.
Kansen of bedreigingen?
Thorn heeft haar schoonheid altijd op een
intieme manier prijsgegeven. De Thornenaren
vonden dat ze het aan hun verleden verplicht
waren - 'noblesse oblige' - om de toeristische
potentie op een serene en kleinschalige wijze
te benutten. Men is altijd als de dood geweest
voor het zogenaamde Valkenburg-effect.
Hierbij dient te worden aangetekend dat deze
term binnenkort op Valkenburg zelf wellicht
ook niet meer van toepassing is.
Blijft Thorn aan deze formule vasthouden?
Enige twijfel hierover wordt gevoed door
enkele plannen om tot een toeristische functie
versterking en produktvernieuwing te komen,
zoals dat in ambtelijk jargon heet.
Het valt de gemeente moeilijk kwalijk te nemen
dat ze aan het geslagen grindgat de komst van
het 'aqua terra project Groeskamp' met 300
recreatiewoningen stimuleert. Hierover hoor
je de monumentencommissie in haar nota