stadsbeeld Visbanken verrijken Wibo Burgers In bijna vijftien Nederlandse stadjes en steden vind je ze nog: de visbanken. Het zijn de overkapte toonbanken op de straat of het plein, waarop in vroeger dagen de vis werd schoongemaakt en aan de man gebracht. Op veel plaatsen zijn deze monumentale marktkramen verdwenen en herinneren alleen straatnamen nog aan hun bestaan. Wanneer ze er nog zijn vormen ze ontegenzeggelijk een verrijking van het stadsbeeld. 38 Heemschut december 1997 In de Middeleeuwen kende men aanvankelijk alleen algemene weekmarkten, die veelal in de centra van de steden plaatsvonden. De handel groeide, het aanbod nam toe. Als gevolg daarvan kwamen er nieuwe deelmarkten tot stand, waar bijvoorbeeld alleen kaas, boter, vee of vis werd verhandeld. Aanvankelijk werd de vis naar de centrale markt gebracht. Vooral het visafval veroorzaakte veel stank. Ook de hygiëne op de marktplaats liet te wensen over. De stadsbesturen namen dan ook maatregelen. Er kwamen vaste verkoopplaatsen voor vis, die later overkapt werden: de hardste nen vis(toon)banken. Keurmeesters bewaakten de kwaliteit van de producten, die aan de markt kwamen. Zeevis werd duidelijk gescheiden van riviervis, in veel gevallen kwam daar op den duur een aparte markt voor. Vaak verdwenen Heel vaak zijn de visbanken en vishallen, waar zich in vroeger dagen een levendige handel afspeelde, verdwenen. Soms zijn het alleen de namen van straten en pleinen, die terug doen denken aan vroeger: Visstraat, Vismarkt en - zoals in Den Haag - de Visbanken, een plein tje bij de Grote Kerk. In Leiden herinnert een fraaie fontein uit 1693 op de Vismarkt nabij het stadhuis aan de markthandel in vis. Ernaast staat een nog overgebleven visbank. Ontwerper van de fontein is waarschijnlijk de toenmalige stadsarchitect Jacob Roman. In deze stad kende men een algemene vismarkt en een speciale (aal)markt voor de handel in paling. In een aantal kleinere en grotere steden in Zuid-Holland, Noord-Holland, Zeeland, Noord-Brabant en Gelderland zijn de gebouw tjes echter bewaard gebleven, ook al worden ze soms voor heel andere doeleinden gebruikt. Ze vormen steeds een levendig en charmant element in het stadsbeeld van nu. De eerste berichten over de verkoop van vis dateren van de 14de eeuw. In de meeste geval len kwamen de visbanken tot stand in de 15 de De twee visbanken aan de Gouwe te Gouda. Foto's Wibo Burgers. eeuw. In Haarlem werd in 1603 een vishal gebouwd met 42 visbanken, zo valt op te maken uit een schilderij van Berckheyde. Eerder waren hier al eenvoudiger visbanken. In Gouda werden in 15 88 visbanken aan weers zijden van de Gouwe neergezet. Beide visbanken waren met elkaar verbonden door een hoge trappenbrug, die in 1850 werd gesloopt. De Visbanken in Gouda staan te boek als Visbank en Korenbeurs, hoewel er nimmer koren is verhandeld. De galerij aan de Lage Gouwe was bestemd voor handelaars uit Gouda, die aan de Hoge Gouwe was het domein van de hande laars van buiten de stad. Delft had aanvankelijk ook twee visbanken, maar die op de kade van de Hippolytusbuurt is in de loop der tijd verdwenen. De visbanken in Alkmaar - tot voor enkele jaren nog in gebruik - zijn in 1591 gebouwd, die in Vlaardingen dateren van de 18de eeuw. Vis mocht niet stinken Op de hardstenen banken werd de vis schoongemaakt en vervolgens uitgestald. Keurmeesters hielden toezicht. Wie werd betrapt op "eenighe stinckende visch die zal verbeuren XII schellingen ende die visch int waeter te smacken." Soms had de keurmeester een apart huisje bij de visbanken. Over de verkochte vis moest ter plekke belas ting worden betaald. Na de markt moesten de visbanken uiteraard duchtig geschrobd worden. De stadsbesturen hadden alle belang bij de visbanken: niet alleen uit het oogpunt van hygiëne, maar ook omdat de verhuur van de banken geld in het laatje bracht. Vooral in de vorige eeuw zijn de markten in het slop geraakt door maatschappelijke veranderin gen. De op gang komende industrialisatie leidde tot massaproductie en een betere organi satie van de handel. De markten moesten het vaak afleggen tegen directe verkoop op veilin gen en beurzen. En ten slotte waren het de strenger wordende eisen op het gebied van de hygiëne, die het gebruik van de oude visbanken in de weg stonden. Aan sloop ontkomen Van de gebouwtjes, die momenteel nog bestaan, zijn er enkele op het nippertje aan sloop ontkomen. Zo werd in 1902 voorgesteld

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1997 | | pagina 40