De "wederopstanding" van het
landgoed
St-Ger
5
w J\
"V
Frank Hovens
Op 15 september zegende bisschop Wiertz het geheel
gerestaureerde landgoed St-Gerlach in. De feestelijke opening
van het monumentale complex had zeker ook niet zonder
gekund. De restauratie had immers meer ingehouden dan het
opknappen van een aantal gebouwen. Het betekende evenzeer
het herstel van een unieke sfeer, van een barokke roomse
harmonie - spiritueel èn uitbundig waarbij de scheidslijnen
tussen het wereldse en het sacrale vervagen.
ebouw
stoeriachiisKfitkl-S A
r:f s- 1)
zutdschuur
yp^rroaligè-jiJl
gerlach
A
Vier monumentale gebouwen maken
'St-Gerlach' tot een uniek geheel. Het
neo-klassieke vroeg-18de-eeuwse chateau, de
parochiekerk en het 17de-eeuwse voormalige
stiftgebouw vormen de drie overgebleven vleu
gels van het oorspronkelijke, carrévormige
kloostercomplex. Op zo'n honderd meter hier
vandaan ligt de pachthof. Wat St-Gerlach
zeker niet in de laatste plaats zijn allure verleent,
is de rustieke omgeving.
Iets meer over de kerk en de pachthof. De
eerste is tussen 1720 en 1725 in Westfaalse
barokstijl opgetrokken. De architect is onbe
kend, maar verondersteld wordt dat het hier
een creatie van Johann Conrad Schlaun betreft.
Deze Schlaun geniet in Limburg een zekere
bekendheid vanwege de bouw van het klooster
in Wittem en de kerk in Eys en door zijn
vernieuwing van kasteel Neubourg in Gulpen.
In 1751 werd de kerk van St-Gerlach bijzonder
fraai door Joban Adam Schöpf met fresco's
versierd.
In de pachthof uit 1759 herkennen we de hand
van de Akense architect Johann Joseph Couven.
De eigenlijk functie van het gebouw werd door
een zorgvuldig uitgedacht architectuurplan
gecamoufleerd. De twee torens, het hoofdge
bouw en de verbindingsgangen verlenen de
pachthof een verschijningsvorm die je met een
kapitaal pand associeert. Een andere 'truc' die
werd toegepast om bij een passant de indruk te
wekken dat hij met een landhuis te maken had,
waren de geschilderde imitatievensters en dito
poort. Opvallend is verder dat voor de in het
oog springende gedeelten baksteen en voor de
meer verscholen muren mergel werd gebruikt.
Dit lijkt vreemd, maar met de krijtwanden van
de Geulhemer berg in het zicht, is het niet
Maquette Architectengroep Mertens te Heerlen
van het St-Gerlach complex.
Architectengroep Mertens.
verwonderlijk dat mergel juist de goedkoopste
bouwsteen was.
Holle Eik
De geschiedenis van 'St-Gerlach' begint zo'n
850 jaar geleden met het boetvaardige, 'tweede'
leven van de losbandige ridder Gerlach. Een
holle eik verkoos hij tot zijn onderkomen. Het
leven van de heilige Gerlachus inspireerde de
orde van Norbertinessen een halve eeuw later
om op de plek waar de boom gestaan had, en
die al tot een pelgrimsoord was uitgegroeid,
een adellijk vrouwenstift te stichten.
In de eeuwen die volgden heeft het klooster
meer dan eens de gevolgen ondervonden van
de oorlogen die in de streken van het huidige
Zuid-Limburg woedden. Branden en plunde
ringen hebben de sporen van de eerste bebou
wingen vrijwel geheel uitgewist.
Vermeldenswaard is dat na de tachtigjarige
oorlog St-Gerlach een Spaanse, later
Oostenrijkse, enclave was binnen Staats gebied.
De muur die de grens aangaf staat er, gerestau
reerd en wel, nog steeds.
Dat niet alleen oorlogsgeweld, maar ook
'ideeën' een bedreiging kunnen vormen, bewij
zen de gebeurtenissen in het laatste kwart van
de 18de eeuw. In 1783 vaardigde de verlichte
despoot Joseph II een edict uit dat de kerkelijke
macht moest inperken. Dit hield voor het
klooster St-Gerlach in dat er geen nieuwe
novicen meer mochten komen; bijna letterlijk
de doodsteek natuurlijk. Het definitieve einde
werd ingeluid door het verdrag van
Fontainebleau in 1785, waarbij de Oostenrijkse
bezittingen in onze contreien grotendeels over-
28
Heemschut
december 1997