HEEMSCHUT FLEVOLAND 18 Heemschut december 1997 Reeds geruime tijd wordt er in de jonge provincie Flevoland gesproken over een eigen contact-punt voor Heemschut. Drs. Tiesinger, directeur van het Sociaal Historisch Centrum, in Lelystad is bereid het bescherming- en bewakings- werk van Heemschut te gaan coördineren. Tel. 0320-255404., Op de foto de Willibrord-kerk in Swifterband. verbeteren. Die ideeën worden genoemd in de gemeentelijke Nota Binnenstadsperspectief. In de nota gaat men uit van de aanleg van ondergrondse parkeerruimten op hooguit 275 meter van het winkelcentrum in de oude binnenstad. Als eventuele mogelijkheden noemt de nota wat voorbeelden: onder de Brink, het Grote Kerkhof, de Stromarkt en de Nieuwe Markt. In een brief aan B en W zegt Heemschut onder meer dat met name een parkeergarage onder de Brink het historische aanzien van de binnenstad ernstig schaadt. Heemschut noemt ook wat alter natieven voor de ondergrondse parkeergarages: de gemeente moet gaan werken aan een kleinschalig, energievriendelijk en hoogfre quent netwerk van het openbaar vervoer voor de binnenstad tussen de al aanwezige en uit te breiden parkeervoorzieningen buiten de P-ring. 'Afgezien van de verkeerskundige bezwaren,' aldus Heemschut, 'is het duidelijk dat dit type voorzie ningen het historisch karakter van de binnenstad geweld aandoet en de aandacht afleidt van andere en betere oplossingen. Heemschut is ook bang dat de funderingen van de omliggende gebouwen gevaar lopen. En dan is er nog het unieke bodemarchief dat verloren gaat, 'ondanks,' aldus de brief, 'wellicht enige snelle archeologische opgravingen.' Een monumentale stad als Deventer kan volgens Heemschut het beste beschermd worden als de stad in alle opzichten blijft functioneren, waarvoor bereikbaarheid van de winkels en voorzieningen, een belangrijke, maar beslist niet de enige factoren zijn. GELDERLAND Lot Tricotfabriek als complex bezegeld Winterswijk Met de afwijzing door de Rijksdienst van het tweede verzoek van Heemschut tot plaatsing van de voormalige Tricotfabriek op de lijst van beschermde rijksmonumenten is haar lot als complex bezegeld. Een lot dat sinds de sluiting en ontruiming in 1978 schommelde tussen herbestemming en sloop. Terwijl herbestemmingsplannen uit beginjaren '80 op niets uitlie pen en sloop dreigde, ontdekte men eind jaren '80 de monumen tale waarde als gaaf voorbeeld van een industrieel complex. In 1989 komt het op de agenda van de Winterswijkse monumentencom missie. In een gemeentelijk haal baarheidsonderzoek naar herbe stemming oordeelt de gemeente gunstig over plaatsing van het nieuwe stadskantoor op het ter rein, waarmee "behoud van delen" van het complex zijn intrede doet. In 1992 doet Heemschut het eer ste verzoek tot plaatsing op de rijkslijst van het gehele Tricotcomplex en wordt voorlo pig sloop voorkomen. November 1993 adviseert de raad voor Cultuurbeheer negatief aan de minister: het complex zou alleen lokaal/regionale waarde hebben. Intussen zijn allerlei initiatief groepen gevormd, o.a.de actie groep "Schoorsteun" die zich inzet voor behoud van de 45 meter hoge schoorsteen, de laatste van de Winterswijkse textielindustrie. De gemeentelijke discussie gaat nu vooral om herbestemming van de spoelerij als gemeentehuis en de gebouwen aan de Wilhelminastraat als woningen. De rest zal worden gesloopt, ook de stookruimten en de door deskundigen waardevol geachte hallen met sheddaken. Een goed voorbeeld van (museaal) hergebruik van dergelijke hallen bevindt zich in de Schirmfabrik Brauer Co in Aken. In de hallen van de Tricotfabriek zou volgens Heemschut een prachtige burgerzaal kunnen worden ondergebracht. De veel ruimere mogelijkheden tot herbestemming van het gehele Tricotcomplex, waarvan de gebouwen een vroeg voorbeeld van betonbouw in Nederland vertegenwoordigen, de stijgende waardering voor haar architecten Beltman sr enjr en de overtuiging dat behoud van enige geïsoleerde relieken geen herbestemming van een industrieel complex betekent, gaven Heemschut o.a. aanleiding om in juni 1997 nogmaals een verzoek bij de rijksdienst in te dienen, waarop in juli 1997 afwijzend werd gereageerd. Het doel was behoud van het gehele complex. Behoud van het spoelhuis, de gebouwenwand aan de Wilhelminastraat en de schoor steen, bleken het maximaal haal bare. De voorzitter van de vereni ging Het Museum repte bij de recente opening van een tentoon stelling over de Tricot over de wenselijkheid van "een maximale expositie". Hiermee doelde hij op het ontbreken van de plannen over de toekomstige bestemming als gemeentehuis. Architect Frits van Dongen mocht de meest recente tekeningen niet afstaan van het gemeentebestuur.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1997 | | pagina 20