Commentaar oktober 1997 Heemschut 3 Doorkijkje op de Pieterskerk in Leiden. opgave. Het gaat om heel uiteenlopende objec ten: tuindorpen, villaparken, stadsuitbreidin gen, verdedigingslinies, landgoederen, boer derij linten, kanalen en infrastructurele werken. Begin 1994 hebben de ministers van OCen W en VROM de Commissie Bescherming en Ontwikkeling ingesteld met als opdracht hier over een advies uit brengen. Ruim drie jaar later, maart van dit jaar, heeft deze Commissie haar taak volbracht met de publicatie van het manifest 'De ruimte in de tijd geplaatst'. Het antwoord van de Commissie is heel eenvoudig: het 'beschermd stads- en dorpsgezicht' is het instrument bij uitstek om ook deze gebieden, die in het MSP geselecteerd zijn, te beschermen. Zij pleit in haar manifest voor een integraal ruimtelijk kwaliteitsbeleid. 'Ruimtelijke kwali teit wordt in hoge mate bepaald door identiteit en herkenbaarheid. Hiervan is de cultuurhisto rie een wezenlijk bestanddeel. Daarom zal de cultuurhistorie een vanzelfsprekende afwe gingsfactor moeten zijn in de ruimtelijke plan ning'. Deze stelling verwoordt precies waar Heemschut voor staat. Verderop in het mani fest krijgt deze stelling een vervolg: 'Het verle den is richtsnoer, stimulans en inspiratiebron voor de toekomst. Cultuurhistorie is vooral te zien als een katalysator bij verdere ontwikke ling, niet als een remmende factor'. Wat mij betreft is dit inderdaad de grote uitdaging. Voorbeelden In het manifest staan enkele voorbeelden beschreven. Ik wil er twee noemen. Een markante erfenis van de 19de eeuwse industrialisatie zijn natuurlijk de vele kanalen die Nederland doorsnijden. Het Apeldoorns Kanaal is daar een van. Het kanaal is fraai gelegen op de overgang van de Veluwezoom en het stroomgebied van de IJssel. Aanwijzing van het kanaal als beschermd gezicht schept de mogelijkheid om het gebied te ontwikkelen voor recreatie en toerisme. In het Interbellum breidden de steden zich razendsnel uit. Vermaard is de 'Ring 20-40' van Amsterdam: natuurlijk het 'Plan Zuid' van Berlage, maar ook bijvoorbeeld de tuindorpen in Noord en het Mercatorplein. Iedere afzon derlijke wijk is anders van opzet, maar toch vormt de Ring een samenhangend geheel. Een integrale visie op de toekomst van dit gebied, met gebruikmaking van het instrument beschermd stadsgezicht, kan de bijzondere cultuurhistori sche kwaliteit van de Ring garanderen. Tot slot: 'Cultuurhistorie is vooral te zien als een katalysator bij verdere ontwikkeling, niet als remmende factor', Heemschut krijgt regel matig het verwijt zo'n remmende factor te zijn. Vaak kan het niet anders: Heemschut komt in actie als cultuurhistorische waarden genegeerd worden, en dan is het vaak al te laat. De enige mogelijkheid is dan nog om een bouwplan proberen tegen te houden. Vandaar dat ik de slotstelling van het manifest alleen maar kan onderschrijven en net als de Commissie Bescherming en Ontwikkeling iedereen wil oproepen die medeverantwoordelijk is voor ruimtelijke en architectonische kwaliteit de in het Manifest beschreven ideeën tot uiting te brengen in plannen en besluiten. Math Berkers is geograaf te Raalte Literatuur: Toelichting bij het besluit tot aanwijzing van het beschermde dorpsgezicht Landgoederen- reeks Eelde-Paterswolde. Rijksdienst voor de Monumentenzorg. De ruimte in de tijd geplaatst. Nieuwe wegen op historische grond. Commissie Bescherming en Ontwikkeling, 1997. Tegen het jaar 2000 zal het aantal 'beschermde stads- en dorpsgezichten' uiteindelijk op zo'n 500 zijn gekomen als ook de jonge monumenten zullen zijn verdisconteerd. Dit in de Monumentenwet opgenomen instrument heeft zeker zijn vruchten afge worpen. Op zichzelf houdt het niet veel meer in dan de verplichting een bescher mend bestemmingsplan op te stellen voor een stads- of dorpsdeel. Er is geen extra geld aan verbonden. Maar de verplichting kan ook min of meer omzeild worden, zoals in Amsterdam wel gebeurt, waar nogal eens postzegelbestemmingsplannetjes worden gemaakt ter grootte van een bouwplan in plaats, dat een bouwplan op de maat wordt gesneden van een bestemmingsplan. Het is eerder een kwestie van mentaliteit of een gemeentebestuur werkelijk respect heeft voor de historisch gegroeide bebouwing. Toch is het instrument een goede zaak omdat het gemeentebesturen steeds weer herinnert aan het behouden van de juiste mentaliteit. Natuurlijk hoeven oude binnensteden en dorpscentra niet 'bevroren' te worden. Het zijn geen openluchtmusea. Maar wel vormen de in een beschermd stadsgezicht beschreven historische kwaliteiten de rand voorwaarden voor nieuwe ruimtelijke ingre pen. Nieuwbouwplannen behoren op de maat en schaal van de bestaande historische bebouwing te worden gesneden. Jaap Kamerling

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1997 | | pagina 5