Bollenstreek ontdekt eigen erfgoed
Wibo Burgers
'Wees zuinig op de bollenschuren'
De Bollenstreek heeft zijn eigen cultuurhistorisch erfgoed
ontdekt: de bollenschuren. Er is het laatste jaar een toenemende
belangstelling voor deze uiterst functionele gebouwen, die zeer
karakteristiek zijn voor deze regio. Voor het behoud en
hergebruik van deze schuren ijvert architect Jos Warmenhoven
uit Voorhout al enkele jaren. 'Wees zuinig op de bollenschuren'
zegt hij bij herhaling tegen de bollenboeren. En het ziet er naar
uit dat hij langzaam maar zeker de wind meekrijgt.
36
Heemschut
oktober 1997
De bloembol kwam al in de tweede helft van
de 16de eeuw ons land binnen vanuit Azië. Pas
vanaf de helft van de vorige eeuw ontwikkelde
de bloembollencultuur zich in het gebied
tussen Haarlem en Leiden. De omstandig
heden waren hier gunstig: de kalkrijke zand
grond bleek zeer geschikt voor deze teelt, de
duinen vormden een natuurlijke bescherming
tegen de wind en de regeling van de waterstand
was verzekerd door molens en gemalen. Ook
tegenwoordig breidt de handel in bloembollen
zich nog uit. Er zijn zelfs nieuwe teeltcentra, bij
voorbeeld in de IJsselmeerpolders. Het teelt
proces verloopt als volgt. In het najaar worden
de bollen geplant. Tijdens de winter worden de
vaak beschut gelegen velden met stro bedekt om
de bollen tegen de kou te beschermen. In de
lente gaan de bloemen bloeien, waarna ze
worden 'gekopt'; de bloem wordt bovenaan de
steel afgesneden. Vervolgens sterven de planten
af op het veld, waardoor de bol in plaats van de
bloem de gelegenheid krijgt alle energie op te
nemen en zich te vermeerderen.
In de zomer worden de bollen gerooid en in
grote manden verzameld. Daarna begint het
pellen, waarbij de nieuwe bolletjes van de
oorspronkelijke bol worden gehaald. De nieuwe
bolletjes zijn het plantgoed voor het volgende
jaar, de oorspronkelijke bollen worden verkocht,
na in de bollenschuren gesorteerd en gedroogd
te zijn.
Enkele jaren geleden werd actie gevoerd voor
het behoud van een bollenschuur in Warmond.
De actie had succes; de schuur is er nog.
Drogen
De bollenschuren hadden in dit teeltproces
een belangrijke functie: het drogen. De eerste
schuren werden gebouwd in de periode 1880-
1910. Ze waren meestal van hout. De bollen
werden gedroogd op stellingen. Die stellingen
maakten vaak deel uit van de constructie.
Natuurlijk zaten in de muren veel ramen en
luiken om goed te kunnen ventileren. Deze
oudste bollenschuren hebben vaak een zadel
dak of een mansardekap.
De latere schuren waren veelal van steen en
kregen twee of drie verdiepingen, maar dan
met een plat dak. Vanaf 1920 werden de bollen
in cellen behandeld, ventilatie was dus minder
nodig en de ramen en deuren werden kleiner.
Na 1950 werden bollenschuren vaak vrij
indeelbare ruimten, met grote overspanningen
in staalconstructies. De functie van het drogen
is er niet langer aan af te lezen.
Maar er is meer dan alleen de bollenschuren.
De 'bloembollenarchitectuur' omvat ook fraaie
woningen van bollenkwekers, daterend van
rond de eeuwwisseling, en gebouwen van
instellingen op het terrein van de bloembollen
cultuur. Vanaf de jaren '20 zorgden vaak archi
tecten voor de ontwerpen voor de gebouwen,
vooral toen bleek dat een bijzondere bollen
schuur het goed deed bij de buitenlandse
bollenkopers.
In de afgelopen jaren zijn talloze bollenschuren
gesloopt. Bij een inventarisatie aan het eind van