f
w
26
Heemschut
oktober 1997
Indonesië een symposium van zeer hoge kwali
teit over het eiland Onrustde voormalige
onderhoudshaven van de VOC, die voor de
kust van Jakarta werd gebouwd. Later kreeg die
een andere functie, onder meer als quarantai
neplaats voor Indonesiërs, bijvoorbeeld van
mensen die terugkwamen uit Mekka. Men wil
er nu een themapark van maken.'
Als je in de oude benedenstad van Jakarta ziet
hoe veel gebouwen erbij staan... De toegenomen
aandacht betreft zeker niet alle gebouwen.
'Ja, maar dat heeft te maken met het omgaan
met het gebouwde erfgoed in het algemeen.
Het is niet zo dat men méér doet aan objecten
uit de Nederlandse tijd dan aan objecten in
andere perioden. Twee begrippen zijn in de
Nederlandse monumentenzorg van de afgelo
pen honderd jaar belangrijk geweest: political
commitmentde betrokkenheid van de politiek
en public awareness, de publieke belangstelling.
Wij hebben er óók heel lang over gedaan om die
op te bouwen. Maar de political commitment
en de public awareness nemen in Indonesië
heel duidelijk toe, zoals dat het geval is in India,
Sri Lanka, en Maleisië. Ondersteuning van
Nederlandse kant kan pas plaats hebben op het
moment dat daarvan sprake is.'
De politieke en publieke belangstelling in een
aantal landen komen niet uit de lucht vallen.
Het heeft te maken met toegenomen welvaart.
'Op het moment dat een land niet meer hoeft te
denken: hoe haal ik morgen, maar zover is in
zijn ontwikkeling en welvaart dat het ook aan
overmorgen kan denken - het bestaan is méér
dan overleven - kan het zich vaker gaan bezig
houden met de culturele bodem.'
Beleidswijzigingen.
In Nederland zelf staat de ontwikkeling ook
niet stil. Was er tot voor kort niet echt sprake
van een beleid ten aanzien van monumenten
uit de tijd van de Verenigde Oost-Indische
Compagnie en de West-Indische Compagnie,
de Nederlandse overheid begint zich er nu
duidelijk voor te interesseren.
Frits van Duim: 'Er was tot nu toe geen beleid
met een financiële component. Geld moest in
voorkomende gevallen bij elkaar verzameld
worden uit een aantal budgetjes voor buiten
lands cultureel beleid. Het was de sfeer van:
nou, als dat land het héél graag wil, is er wel wat
mogelijk...'
Die tijd is achter de rug. In de cultuurnota
Pantser of Ruggengraat is plaats ingeruimd voor
een buitenlands cultureel beleid. Twee brieven
van staatssecretarissen aan de Tweede Kamer
hebben tot onderwerp intensivering van
buitenlands cultuurbeleid en het Nederlands
cultureel erfgoed in het buitenland. Er komt
een kamerdebat met minister Pronk en de
staatssecretarissen Nuis en Patijn over dit
onderwerp. En dat is volgens Frits van Duim
een absoluut unicum.
Last but not least: er komt geld beschikbaar.
Niet alleen op het terrein van onderwijs en trai
ning, maar in bijzondere gevallen ook voor
restauraties, met een groot spin-off effect.
Het buitenlands cultureel beleid krijgt jaarlijks
6 miljoen. Het Nederlands cultureel erfgoed
in het buitenland nog eens 10 miljoen voor de
periode tot 2000. Van praktisch niks naar
miljoenen dus. En dat is in de monumenten
zorg heel wat. Frits van Duim is dan ook
'ontzettend blij dat het cultureel erfgoed nu in
het cultureel buitenlands beleid is opgenomen.'
Waarom?
Waarom zou Nederland zich eigenlijk
bemoeien met Nederlands cultureel erfgoed in
een ander land? Deze wat filosofische vraag is
nog blijven hangen.
Frits van Duim kijkt me mild aan alsof hij wil
zeggen: monumentenbeleid is inderdaad wel
iets meer dan gezeur over centjes...
'Om meerdere redenen is die bemoeienis
terecht. Ten eerste omdat het gemeenschappe
lijk cultureel erfgoed een belangrijk deel vormt
van de Nederlandse geschiedenis. Zonder
Oost- en West-Indische Compagnie had ons
eigen gebouwde verleden er heel anders uitge
zien. Vele van onze huidige monumenten
konden gebouwd worden door de enorm sterke
positie die we in de handel hadden. Ook in de
periode na het herstel van het koninkrijk in
1813 werden allerlei infrastructurele werken,
zoals de Hollandse waterlinie en de Stelling van
Amsterdam gefinancierd uit de ontwikkeling
Synagoge Punda in Willemstad, Curapao, geve! met binnenplein. Foto H.v.d. Wal.