oktober 1997
Heemschut
9
Het Munsterplein heeft een hoge monumentale waarde maar aantasting ligt op de loer.
Brug over de Roer.
doch dit is volgens de geïnterviewden beter dan
het 'laffe' bouwen uit de jaren '70, waarvan
bijvoorbeeld een voormalig bankgebouw (het
'hologig monster' in de woorden van Janssen)
aan het Munsterplein getuigt. Illustratief voor
de visueel-ruimtelijke progressie is de nieuw
bouw die aan de singels, en dan met name aan
de linkerkant van het station, heeft plaatsge
vonden. Ook Roermond heeft zich de afgelo
pen jaren niet kunnen onttrekken aan de eenzij
dige opvattingen omtrent 'representativiteit'
die de directies van banken, bedrijven en maat
schappelijke instellingen erop nahielden: met
andere woorden, we zien veel glas en veel
'spiegelend' marmer in het straatbeeld. Zowel
Janssen als Caris plaatsen hierbij de kantte
kening dat deze ingrepen plaatsvonden op die
Beschermenswaardig doorkijkje.
plekken waar de minst karakteristieke bebou
wing stond (Dit lijkt me overigens een visie die
te weinig rekening houdt met de uitstraling van
een pand op zijn omgeving F.H.) en dat de
ontwerpen steeds beter worden. Dit zien we
ook bij de herinrichting van het Kloosterwand
plein. De 'Van der Valk-toren' springt in het
oog maar detoneert niet en de nieuwe schouw
burg lijkt erg pompeus maar zal waarschijnlijk
toch op een evenwichtige wijze een plaats in het
stedelijk weefsel innemen. Caris benadrukt
echter dat als niet alle partijen, dus zowel
gemeente, architect als opdrachtgever, een
sterke bevlogenheid aan de dag leggen, je niet
al te hoge verwachtingen mag koesteren.
Volgens hem kan de gemeente op het ogenblik
niet veel meer doen dan de opdrachtgever
houden aan de minimale eisen van welstand.
Aanvullend beleid is hier noodzakelijk. Of een
beleidsinstrument als het beeldkwaliteitplan,
waar momenteel aan gewerkt wordt, in deze de
oplossing biedt, moet nog blijken. Het zal het
gesprek tussen de betrokkenen kunnen verge
makkelijken, maar is daarom nog geen garantie
om de middelmaat uit te bannen.
Te weinig ruggegraat?
Betekent deze opstelling echter niet dat de
gemeente Roermond feitelijk te weinig rug
gegraat toont? Er zijn toch steden, ook in
Limburg, waar blijkt dat een stevig eisenpakket
van de kant van de gemeente bepaalde sterke
'tegenpartijen' wel degelijk tot andere gedach
ten kan brengen.
Wat de toekomst aangaat: het stadsbestuur
verwacht dat de toekomstige creaties van
talentvolle architecten een kwaliteitsimpuls
voor de stad zullen betekenen. Een belangrijke
taak voor de Commissie RKZ betreft de
herstructurering van het Stationsgebied en de
inrichting van het Kazernegebied, respectieve
lijk ten oosten en ten noorden van de binnen
stad, waarbij het uitgangspunt een verantwoorde
aansluiting van beide stadsdelen op die binnen
stad dient te zijn.
Op grond van de monumentennota concludeer
ik, dat het gemeentebestuur meer waarde
toekent aan de 'bescherming en ontwikkeling
van historisch waardevolle structuren' dan aan
monumentale objecten en ensembles, waarop
een 'dynamisch en selectief beleid' van toepas
sing moet zijn.
Caris stelt echter nadrukkelijk, dat meer
aandacht voor structuren niet ten koste gaat
van de objecten.
Hoe dan ook, aan de ene kant valt het goed te