Wat doet Roermond met haar
beschermd stadsgezicht?
Frank Hovens
Sinds 1987 kent Roermond een geregistreerd beschermd
stadsgezicht. Het betreft hier de oude stadskern binnen de
singels alsmede een groot deel van de singels zelf, voorstad St.-
Jacob en het gebiedje 'Buitenop'. In dit laatste stadsdeel staat
weliswaar geen gebouw dat vermeldenswaard is, maar aangezien
het de plek is van waaruit Roermond zich sedert de 12de eeuw
heeft ontwikkeld, werd het ook 'meegenomen'.
8
Heemschut
oktober 1997
Hoe heeft de gemeente de afgelopen 10 jaar
invulling gegeven aan de status van beschermd
stadsgezicht? Twee personen hebben mij hier
over, en over het monumentenbeleid van de
gemeente Roermond in het algemeen, meer
duidelijkheid verschaft. Erik Caris is de man
die voor de gemeente het monumentenbeleid
coördineert. Dennis Janssen volgt als voorzitter
van de Stichting Ruimte nauwgezet en met
kritische blik de stappen van de gemeente op
het gebied van de monumentenzorg en het
architectuur- en stedebouwkundig beleid.
Door middel van haar blad 'Ruimtelijk' geeft de
stichting uiting aan haar liefde en zorg voor de
stad. De heren Caris en Janssen zijn het lang
niet altijd met elkaar eens, maar tijdens het
'dubbelinterview' blijkt toch dat hun visies op
veel cruciale punten overeenstemmen. Om te
beginnen zijn ze trots op Roermond en vinden
ze dat de stad zichzelf wat meer in de schijn
werpers mag plaatsen. Het is de tweede monu-
mentenstad van Limburg en herbergt binnen
het vrijwel onaangetaste middeleeuwse straten
plan van de binnenstad een groot en divers
aanbod van monumenten. Het is hier niet de
plaats om een complete lijst van fraaie gebou
wen op te sommen, maar toch stip ik even aan
dat de stad onder meer rijk is aan gave repre
sentanten van de Rijnlandse late Gotiek, de
Maaslandse Renaissance en de Franse en
Oostenrijkse Rococo. Verder zijn er alle moge
lijke neo-stijlen uit de 19de eeuw vertegen
woordigd en kent de stad een opmerkelijke
hoeveelheid Jugendstil uit het begin van deze
eeuw.
De heren Janssen en Caris delen tevens de zorg
voor de toekomst: er zal hard gewerkt moeten
worden aan het waarborgen van de ruimtelijke
kwaliteit van de stad. Naar mijn indruk is er
vooral in de jaren '70 veel schade aangericht.
De meest storende ingreep heeft wel plaatsge
vonden in het Kloosterwandkwartier, waar men
De Roer; de stad ontwikkelde zich langs haar
oevers. Foto's Erik Caris.
bij de fantasieloze nieuwbouw van enkele
grootwinkelbedrijven en wooncomplexen zelfs
geen respect heeft getoond voor het historische
rooilijnenbeloop, iets wat bij andere projecten
doorgaans beter in het oog werd gehouden.
Ruimtelijke kwaliteitszorg
Op mijn vraag hoe de gemeente Roermond
omgegaan is met haar beschermd stadsgezicht,
geeft de heer Caris een drieledig antwoord.
Ten eerste is met geld uit het Stadsvernieuwings
fonds de sanering van het verpauperde noord
oostelijk deel van de binnenstad op historisch-
(geografisch) verantwoorde wijze uitgevoerd,
mede doordat de meest recente nieuwbouw
naar het bestaande straatbeeld werd gevoegd.
In de tweede plaats heeft het bestuur zijn inten
ties in onder meer de nota 'Centrum In-
Zicht...' kenbaar gemaakt en is men bezig met
het samenstellen van een gemeentelijke monu
mentenlijst. Hieruit blijkt dat de gemeente
allesbehalve ongevoelig is voor de historische
kwaliteit van de binnenstad. Ten derde is men
momenteel bezig met het opstellen van een
beschermend bestemmingsplan. Caris beaamt
dat dit tamelijk laat is, maar hij voegt eraan toe
dat het wel op een gedegen manier gebeurt. Er
worden bijvoorbeeld archeologische en
cultuurhistorische structuur- en waardenkaar-
ten gemaakt, die als leidraad bij toekomstige
ruimtelijke ontwikkelingen zullen fungeren.
De heer Janssen is nochtans van mening dat het
monumentenbeleid van Roermond altijd 'in de
onderste la' heeft gelegen, en dat dit eigenlijk
nog steeds het geval is. Maar ook hij vindt dat
er tekenen zijn dat het de laatste tijd 'wat beter
gaat, maar helaas nog te vaak ondanks in plaats
van dankzij de gemeente.'
'Hologig monster'
Beide heren zijn vooral te spreken over de
werkzaamheden van de Commissie Ruimtelijke
Kwaliteitszorg'. Deze commissie probeert sinds
1993 het niveau van de openbare ruimte van
de stad op te krikken. En het is te merken, want
er zijn meerdere gebouwen de laatste jaren
gerealiseerd die de toets der kritiek gemakkelijk
kunnen doorstaan. In de ogen van velen mogen
de nieuwste creaties dan wel provocerend zijn,