Kwartetten met ons landschap Jaap Kamerling Vier scenario's voor Nederlands landschap in discussie Het gaat niet goed met Nederland, ruimtelijk gezien. Als je reist door het land zie je veel, dat pijn aan de ogen doet. Overal nieuwe bedrijventerreinen. Hoge palen, die het landschap domineren, opdat je maar kunt weten, dat twee km verderop een Mc Donald's te vinden is. Nieuwe wijken, die nergens verbinding mee lijken te hebben. Een agrarisch landschap, dat zienderogen verschraalt en stinkt. 6 Heemschut Een verzuchting van Barrie Needham. op een werkconferentie in Lelystad op 25 april over 'Nederland 2030', het nieuwste ruimtelijk 'kwartetspel' van de Rijksplanologische Dienst. Met de resultaten van het discussiespel laat minister De Boer van Ruimtelijke Ordening volgend jaar door haar ambtenaren de Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening als opvolger van de Vinex opstellen. 'Ach, wat is natuur nog' 'Ach, wat is natuur nog in dit land: een postzegel ter grootte van een krant', dichtte Jacques Bloem reeds een halve eeuw geleden. Barrie Needham, hoogleraar beleidsweten schappen te Nijmegen, zucht met hem mee. De beleving van de natuur in ons land als open ruimte is nauwelijks meer mogelijk. De suburbanisatie gaat maar door. Niemand vindt het mooi, al die eentonige uitbreidingswijken in de polder. Maar iedereen wil een huis met een tuin, een auto en een werkplek. De ruimtelijke inrichting zorgt ervoor, dat iedereen afzonderlijk zijn wensen kan vervullen. Maar niemand is met de uitkomst als geheel tevreden. De discussienota van de RPD schetst vier mogelijke scenario's om verandering te brengen in deze uitzichtloze situatie: Nederland als 'Stedenland', als 'Palet', als 'Parklandschap' en als 'Stromenland'. Palet-scenario Palet betekent de meest radicale breuk met de Nederlandse traditie. Dit scenario gaat uit van een zo groot mogelijke vrijheid van vestiging van burgers en bedrijven. Je koopt een stukje grond en laat er je huis neerzetten. Van ruimtelijke ordening geen sprake meer. De mensen nemen zelf de verantwoordelijkheid voor hun leefomgeving. De uiteindelijke ruimtelijke inrichting zal in 'Palet' de resultante van allerlei onderhandelingsprocessen op locaal en regionaal niveau zijn want er wordt natuurlijk op die niveaus wel gepraat en 'bestuurd' maar van een centrale sturing zal nauwelijks meer sprake zijn. Waar dit proces op uitdraait kan de RPD wel voorspellen: wonen zal relatief veel ruimte opslokken, er komt veel meer spreiding en versnippering van wonen en bedrijven, dus meer mobiliteit en door gebrek aan centrale planning verschijnt er nauwelijks nieuwe infrastructuur. Dat zal leiden tot meer files en het gestaag aantasten van het landschap. Het Groene Hart zal zich tot een suburbaan 'paradijs' ontwikkelen, het weids open landschap zal op den duur verdwijnen. Drs.Joseeph van der Haagen, directeur ruimtelijke en juridische zaken van Heemschut hoeft niet lang na te denken als ik hem dit scenario voorleg. Hij gruwt van deze ultra-liberale Palet-samenleving, waarin alles kan en mag. Ook prof.Needham is het palet een gruwel. Hij ziet zelf het meest in het Stedenland-scenario. Stedenland Dit houdt een messcherpe scheiding in tussen stad en platteland. Er mag geen landschap verloren meer gaan, vindt Needham. Steden worden zo compact mogelijk ingericht. Na het jaar 2010 -want tot dat jaar is ons land al volgepland blijkens de Nieuwe Kaart- zal geen grond meer buiten de bebouwde kom worden volgebouwd. De ruimte binnen de steden wordt zo efficiënt mogelijk gebruikt. Oude fabrieksterreinen worden moderne, compacte woonwijken. Aansprekende architectuur is van belang om deze verdichting acceptabel te maken maar er zit een gevaarlijk element in de uitwerking door Needham van dit model. Hij vindt namelijk, dat er binnen de bebouwde kom 'geherstructureerd' moet worden om de ruimte optimaal te benutten. Als de oude bebouwing te ruim is opgezet kan sloop noodzakelijk zijn om ruimte te maken voor intensieve bebouwing. En dat kan ten koste gaan van oude monumenten, met name industriële monumenten. De stad mag in dit model immers niet verder uitdijen om het schaarse open landschap te kunnen sparen. Ookjoseeph van der Haagen ziet in dit model de druk op de oude binnensteden toenemen, zodat ook monumentale gebouwen in de verdrukking komen. Overigens ziet hij wel wat in dit scenario omdat het landschap en dus ook het cultuurhistorisch interessante landschap beter gespaard kan worden. Barrie Needham wil om tot realisering van dit scenario te komen afscheid nemen van de halfzachte politiek in de ruimtelijke ordening van het sluiten van compromissen. Want dat heeft betekend, dat iedereen wel een beetje mocht bouwen en een beetje mocht slopen. Needham wil een rijksoverheid, die ter wille van het behoud van het open landschap keihard nee durft te zeggen tegen provinciale en locale plannenmakers. Daarmee zal zij zich zeker impopulair maken maar alleen als zij de poot stijf houdt zal de rijksoverheid een echte omslag in het ruimtelijk beleid kunnen bewerkstelligen, meent Needham. Parklandschap-model Minder ziet Needham in het derde scenario: Nederland als Parklandschap. In dit model worden stad en platteland zo fraai mogelijk met elkaar verweven. Nederland wordt keurig aangeharkt. Er mag meer op het land worden gewoond als nu. De suburbanisatie mag door gaan maar dan wel zo mooi mogelijk ingepast in het bestaande landschap. Er ontstaat een afwisseling van stedelijke milieus en platteland. Dat gaat gepaard met respect voor de karakteristieken van het bestaande landschap. Nederland wordt één groot cultuurlandschap, waarin wonen, werken en recreëren in augustus 1997

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1997 | | pagina 8