Amsterdam verdient beter
Jaap Kamerling
Bij Uitgeverij Thoth verscheen vorige maand 'Amsterdam verdient
beter', een juweel van een boek over het onpeilbare leed, dat de
Amsterdamse architectuurliefhebber wordt aangedaan.
38
Heemschut
augustus 1997
In korte essays geven Geurt Brinkgreve, Max
van Rooy en Wiek Róling lucht aan hun ergernis
en hoop over het Amsterdamse stadsgezicht.
Geurt Brinkgreve herinnert nog eens aan
de ongelooflijke ideeën over de stad in de
Wederopbouwperiode. Hoofdcommissaris
Kaasjager boerde in die jaren het onvoorstelbare
plan op om ten behoeve van parkeerruimte een
aanzienlijk deel van de grachten te dempen.
Gelukkig vond dit idee geen instemming ten
stadhuize maar wel bij schrijvers van
ingezonden brieven. Die vonden, dat het nu
maar eens uit moest zijn met dat gezeur over
schilderachtige oude huizen. De binnenstad
heeft nota bene nog een plattegrond uit de
17de eeuw: onbruikbaar voor de ruimte
behoeften van een 20ste-eeuwse city. Kijk naar
Rotterdam...daar pakken ze de zaak stevig aan.
Dat het gemeentebestuur wel degelijk luisterde
naar deze oprispingen blijkt uit de onthullende
foto's van Maarten Brinkgreve, die de
Weesperstraat van 1952 naast die van 1997 zet.
Een nu uit zijn krachten gegroeide straat met in
1952 nog hetzelfde profiel als de huidige
Utrechtsestraat, die zichzelf is gebleven. In het
Wederopbouwplan stond te lezen, dat de bebou
wing door leegstand en houtroof tijdens de
hongerwinter te zeer was gehavend om nog voor
herstel in aanmerking te komen. De foto in het
boek laat echter zien, dat dit gewoon niet klopt.
De straat zag er niet slechter uit dan de Utrechtse
en de Leidsestraat in die dagen en de bouw
kundige staat van de panden was ook niet minder.
Badplaatsboulevard
In zijn bijdrage 'De stadsregie' over de
openbare ruimte laat Max van Rooy geen spaan
heel van het gemeentelijk beleid. Hij maakt
zich woedend over de opoffering van de stad
aan commercie en consumentisme. 'De
uitzinnigste gekkigheid is toegestaan in de
hoofdstad. Het Damrak is daar wel het meest
eclatante voorbeeld van. Daar is door de
gemeente een zogenaamde Rode Loper
uitgerold van station tot aan Spui.
Een samenzwering tussen een baldadige
beeldhouwer en de Chef stadsmeubilair heeft
Het sluiswachtershuisje aan de Anthonie Breestraat verdwergt bij de nieuwe Toneel Academie.
de stad op deze majestueuze plek opgezadeld
met een badplaatsboulevard.'
Wat genuanceerder uit zich prof.Röling. Hij
vindt, dat de betekenis van oude steden steeds
groter wordt maar dat die oude stad desondanks
niet mag worden bevroren. De stad moet
groeien en veranderen maar met de intentie
te verbeteren en niet nodeloos te vernielen.
Gebouwen in de oude stad, die een wat vervallen
indruk maken moet je niet per definitie gaan
slopen, zegt Röling. We moeten beter letten
op het ritme van de stad.
Dat is in elk geval niet gebeurd bij de bouw van
project De Kolk, vindt iedereen in het boek.
Volgens Brinkgreve hebben gemeente en
projectontwikkelaar het plan voor het groen-
glazen gevaarte ondanks alle bezwaren- ook
van Heemschut- doorgedrukt. Röling spreekt
van een schoolvoorbeeld van
schaal- en maatfouten en zelfs wethouder
Stadig vindt het volume van het complex nu
opeens 'te veel'. Burgemeester Patijn vindt het
'een prachtig gebouw' maar 'wat doet het
hier?'. Een beetje laat, dat wel.
Gelukkig ziet met name Röling ook enkele
goede dingen in de stad. Zoals het huis van
architect Cahen aan het Singel. Dit pand is
inmiddels zo vaak genoemd als goed voorbeeld,
dat je je afvraagt of er echt niet meer is, wat de
toets der kritiek kan doorstaan. Röling noemt
dan ook nog het Moederhuis van Van Eyk aan
de Plantage Middenlaan, al bijna even vaak
genoemd. En wethouder Stadig doet ook
nog een duit in het zakje: het nieuwe gebouw
van de Hogeschool voor de Kunsten aan de
Jodenbreestraat. 'Dat vind ik een zeer geslaagd
groot gebouw'.
In hetzelfde boek registreert de fotograaf
echter, dat het gebouw veel dieper en ook
hoger is dan het veel gehoonde Maupoleum,
dat het moet vervangen. De wethouder wordt
bijna lyrisch als hij het over de nog te bouwen
Filmacademie aan het Visserplein heeft. Het
wordt een van de spannendste gebouwen, die
gaan komen, weet de wethouder, hoewel hij
er zich absoluut nog geen voorstelling van kan
maken.'een vrijstaand, rond gebouw met een
coulisseachtige huid en overal straat er omheen',
hijgt hij. We houden ons hart vast. De eerste
tekeningen vielen ons tegen.
Amsterdam verdient beter.Uitgegeven
bij Thoth Bussum. ISBN 90 68681591
Prijs:/39,50.