augustus 1997
Heemschut
35
Geselecteerd als monument: W.van Gentsvaart 1.
vermenging van belangen te voorkomen.
Toch werd het gewenste directe contact met
het bestuur als ook met de afdeling bouwzaken
(welstand!) gerealiseerd.
Er is gedurende het functioneren van de
commissie geen behoefte gevoeld aan een
vergroting van het aantal leden. Krachtens de
verordening was de commissie overigens wel
bevoegd om indien nodig deskundigen van
buiten de commissie te raadplegen. Vanaf
januari 1995, toen de feitelijke procedure van
plaatsing op de gemeentelijke lijst in gang werd
gezet, is gewaardeerde assistentie verleend
door het adviesbureau MSP uit Gouda.
De selectie
Bij een eerste grove selectie werden de ruim
400 objecten uit het MIP rapport ter plekke
beschouwd door twee onafhankelijk van elkaar
werkende groepjes van drie leden uit de werk
groep. Daarnaast werden al deze panden even
eens beschouwd door de externe deskundige.
Tevoren werden de criteria goed besproken om
tot een gelijkwaardige beoordeling te geraken.
Na een afweging van de aldus verkregen
uitkomsten werd snel duidelijk welke van de
objecten verder buiten beschouwing konden
blijven. De resterende 180 objecten werden
vervolgens aan wat zwaardere criteria getoetst.
Het eindresultaat van de voorselectie was een
lijst van ongeveer 70 panden.
Bij de eindselectie door de inmiddels geïnstal
leerde monumentencommissie werd getoetst
aan de dertien criteria zoals deze ook werden
gehanteerd bij de provinciale inventarisatie.
Het oorspronkelijke plan om het voldoen aan
een criterium met een cijfer te waarderen, werd
om puur praktische redenen niet uitgevoerd.
Het leek ons bovendien moeilijk om subjec
tieve waarden in een cijfer uit te drukken. Om
toch tot een bruikbare waardenvergelijking te
geraken werd als volgt gehandeld.
De stemhebbende leden van de commissie
toetsten onafhankelijk van elkaar de ongeveer
70 panden aan 13 criteria. De criteria waaraan
per pand werd voldaan werden simpelweg met
een kruisje aangegeven. Per pand werd nu het
aantal kruisjes uit de totaal zeven beoordelin
gen opgeteld. De aldus verkregen totalen
varieërden van 20 tot en met 47 per pand. De
aldus verkregen cijfers bleken een hanteerbaar
middel te zijn om tot een onderling goed afge
wogen eindwaardering te komen. Na uitvoerig
overleg, waarbij hier en daar toch nog een
nadere bijstelling noodzakelijk bleek, werd
besloten om de panden met 'waarden' van 30
en meer voor te stellen voor de gemeentelijke
lijst. Uiteindelijk resteerde er op deze wijze een
aantal van 47 panden. Hieraan werden later nog
enkele objecten, geen gebouwen, toegevoegd.
De procedure van aanwijzing
Inmiddels (januari 1995) had het gemeente
bestuur zich verzekerd van de assistentie van
het adviesbureau MSP te Gouda. Samen met
dit bureau werd snel de procedure gestart.
Allereerst werd een bondige brochure uitge
geven met daarin een uiteenzetting van de
gemeentelijke monumentenzorg en de daaraan
verbonden procedures. Tevens werd aangege
ven op welke wijze bezwaren zouden kunnen
worden gemaakt. Een volgende stap bestond
uit het horen van de eigenaren van de voorge
stelde panden. Teneinde het geheel voor de
commissie en ook voor de eigenaren overzich
telijk te houden, werden de eigenaren, verdeeld
over drie hoorzittingen, uitgenodigd. Na de
hoorzittingen werden naar aanleiding van
opmerkingen bij een enkel pand de redengevende
omschrijvingen aangevuld dan wel aangepast.
In eerste aanleg werd er door 18 eigenaren
bezwaar aangetekend. In 13 gevallen werd het
bezwaar door de commissie voor de bezwaar-
en beroepschriften ongegrond verklaard. In
drie van de vijf resterende gevallen besloot het
college van B&W tot het ongegrond verklaren
van de bezwaren en slechts twee panden
werden uiteindelijk van de lijst afgevoerd.
Tevreden over resultaat
Het is opmerkelijk dat geen van de eigenaren
beroep heeft aangetekend bij de
Arrondissementsrechtbank te Breda. Dit toch
wel uitzonderlijke resultaat heeft de monumen
tencommissie ervaren als een bevestiging van
de wijze waarop te werk is gegaan.
De openheid naar de burgerij middels duide
lijke publikaties heeft daar zeker toe bijgedra
gen, evenals de duidelijke uiteenzettingen
tijdens de hoorzittingen. Openheid en duide
lijkheid naar de burgerij kan niet voldoende
worden benadrukt. Er ontstaat een basis van
vertrouwen, die bij uitvoering van wettelijk
vastgestelde regels onontbeerlijk is.
Ook de duidelijke afspraken tussen welstands-
en monumentencommissie heeft goede vruch
ten afgeworpen. Wanneer in de vergadering
van de welstandscommissie zaken aan de orde
kwamen, die van invloed hadden kunnen zijn
op monumenten, dan werd de monumenten
commissie in die vergadering vertegenwoor
digd door één van de externe deskundigen.
Heemschut
In één van die gevallen dreigde er sloop voor
een gemeentelijk monument. Door goed over
leg met alle betrokkenen werd de sloop voorko
men. Hierbij werd overigens door B&W advies
gevraagd aan de Bond Heemschut. Er werd
tenslotte een aanvaardbare oplossing gevon
den, waarbij een verbouwing werd gerealiseerd
zonder dat schade aan de waarde van het monu
ment is ontstaan.
Commissie nu opgeheven
Helaas moest 'onze' commissie eind 1996 als
gevolg van de gemeentelijke herindeling
worden opgeheven, maar er is een goede kans
dat de wijze van werken niet verloren zal gaan,
mede doordat enkele leden een plaats zullen
vinden in de nieuw te vormen commissie.
Intussen is onze commissie zo onbescheiden
om te stellen dat wij op een goede wijze inhoud
hebben gegeven aan een deel van de zorg voor
de gebouwde omgeving.
Ing. Lambert de Visser is technisch adviseur van de
Provinciale Commissie van Heemschut in Noord-
Brabant.