Monumentenzorg in Sprang-Capelle
Lambert de Visser
Een verhaal uit de praktijk
De monumentenzorg is een integraal deel van de overheidszorg
voor de gebouwde omgeving in het belang van de burger. Bij het
inhoud geven aan die monumentenzorg zal het monument
daarom niet los mogen worden gezien van de directe omgeving.
Daarnaast dient de burger nauw te worden betrokken bij de zorg
voor het monument. Onder meer is een goede informatie naar de
burger beslist noodzakelijk. Een verhaal uit de praktijk over de
aanpak van de monumentenzorg in Sprang-Capelle.
augustus 1997
Heemschut
33
Monumentaal herenhuis aan Julianalaan 15.
Waarom dit verhaal
Deze zienswijze is voor mij een duidelijke
richtlijn geweest bij het opstarten van monu
mentenzorg in Sprang-Capelle, een Brabantse
gemeente met ongeveer 10.000 inwoners. De
burgemeester van die gemeente vroeg mij in
augustus 1992 om te adviseren bij het realiseren
van monumentenzorg in zijn gemeente. Hij
kende mij vanuit de periode waarin ik directeur
was van de intergemeentelijk dienst
Welstandszorg West-Brabant. Dit betekende
dat er nu impliciet een contact tot stand kwam
met de Bond Heemschut (ik ben technisch
adviseur van de Provinciale commissie Noord-
Brabant).
Dit verhaal gaat over de aanpak van de monu
mentenzorg in Sprang-Capelle. Voor enkelen
zal het een bevestiging inhouden van de eigen
opvatting over een verantwoorde monumen
tenzorg. Voor weer anderen sluit ik niet uit dat
het nieuwe elementen bevat om in de eigen
situatie in gedachten te houden, dan wel toe te
passen. Daarnaast hoop ik dat de lezer, die niet
direct bij actieve monumentenzorg is betrok
ken, dit verhaal niet terzijde legt. Ook voor
deze lezer meen ik dat, zeker wanneer er
belangstelling is voor het behoud van monu
menten, een verhaal als dit interessant kan zijn.
Een werkgroep
In november 1992 startte een werkgroep met
de werkzaamheden. Middels een persbericht
werden de burgers geïnformeerd over de wijze
van aanpak van de monumentenzorg in hun
gemeente. In de werkgroep waren vertegen
woordigd: het gemeentebestuur, de burgers, de
plaatselijk Heemkundekring en externe
deskundigen.
Deze samenstelling werd gekozen vanwege de
noodzakelijk geachte onderlinge relatie. De
taak van de werkgroep bevatte onder meer het
opstellen van:
a. een concept voor de Nota Monumenten
beleid, waarin onder meer diende te zijn op
genomen de gemeentelijke Monumenten
verordening en de Verordening monumenten
commissie.
b. een voorselectie van voor te dragen gemeen
telijke monumenten, in hoofdzaak uitgaande
van het rapport van het Monumenten
Inventarisatie Project (MlP-rapport).
Om goed als één team te kunnen werken werd
er veel tijd besteed aan intern overleg en onder
ling uitwisselen van kennis over zowel bouw
technische als specifiek plaatselijke cultuur
historische zaken. Verder werden ervaringen
uitgewisseld met reeds functionerende monu
mentencommissies in gelijksoortige gemeen
ten.
De monumentencommissie.
De werkgroep slaagde er in om in ruim een jaar
de gestelde taak gereed te hebben, zodat reeds
op 19 januari 1994 de monumentencommissie
kon worden geïnstalleerd. Alle leden van de
werkgroep vonden een plaats in de monumen
tencommissie. De opgedane ervaring ging
hiermee niet verloren. Een tweede externe
deskundige werd toegevoegd zodat de uitein
delijke samenstelling er als volgt uit kwam te
zien:
- Twee vertegenwoordigers van de plaatselijke
Heemkundekring.
- Drie burgers van Sprang-Capelle (waaron
der een eigenaar van een monument).
- Twee externe deskundigen architectuur en
bouwhistorie.
- Voorzitter: de met monumentenzorg belaste
wethouder.
- Secretaris: het hoofd gemeentelijk bureau
bouwkunde.
De laatste twee hebben geen stemrecht.
Hiervoor is gekozen teneinde ongewenste