32 Heemschut augustus 1997 Nieuwe functies voor monumenten Boerderijen in het Eerder Achterbroek. Integendeel, een gebiedsperspectiefwil alleen een richting aangeven, een samenhangende toekomstvisie schetsen. Op deze manier hoopt men huidige en toekomstige plannen op elkaar af te kunnen stemmen. Dankzij deze afstem ming worden de bestaande financiële middelen beter gebruikt. Deze middelen zijn inmiddels ruimer geworden: het Rijk heeft het Vecht/ Regge gebied aangewezen als 'Waardevol Cultuurlandschap'. Door deze regeling is er jaarlijks ruim een miljoen gulden aan WCL- gelden in het gebied te verdelen. Aanpak van onderop Uitgangspunt in de planvorming is, dat de belangrijkste taak is weggelegd voor de bewoners van de streek. Een juiste gedachte: het zijn ook de bewoners die het landschap door de eeuwen heen hebben vormgeven. Deze werkwijze, en ik citeer uit de beleidsnotitie, deze aanpak 'van onderop' wordt beschouwd als een belangrijke voorwaarde voor het behoud van het waarde volle cultuurlandschap. Voor Heemschut is het interessant dat er in het gebiedsperspectief een duidelijke relatie gelegd wordt tussen het toerisme en het historische cultuurlandschap. Het Vecht/Regge project draagt niet voor niets het strijdbare motto 'Pen op papier, schop in de grond'; terwijl de notitie nog in een voorbereidende fase is, zijn er al enkele voor Heemschut vermeldenswaardige projecten in uitvoering of voor een deel al gerealiseerd. Twee molens zijn gerestaureerd: de molen op het landgoed Vilsteren en de Besthmermolen te Ommen. In het kader van het gebiedsper spectief worden overigens geen restauratiegel- den vrijgemaakt. Wel worden er, en dat is zeker zo belangrijk, middelen beschikbaar gesteld om monumenten een nieuwe functie te geven. De molen te Vilsteren kan weer malen dankzij het Graanproject Vechtstreek. Boeren worden gestimuleerd om spelt te gaan verbouwen, een in Nederland zo goed als verdwenen tarwe- soort. Voor de intensieve veehouderij is dit een mogelijkheid om voor een klein gedeelte over te stappen op een ander product. De land schappelijke winst is duidelijk: wuivend graan oogt aantrekkelijker dan percelen met maïs. De Besthmermolen is in gebruik als natuurinfor- matiecentrum. Het waardevolle cultuurlandschap is het belangrijkste toeristische product van het gebied. Het in standhouden van dit landschap dient dus niet alleen een cultuurhistorisch belang maar is bovendien economisch noodza kelijk. Voor de buurtschap Beerze is in samen werking met het Oversticht een beplantings plan gemaakt. In overleg met de bewoners zijn coniferen uit de tuinen verdwenen en rond de erven zijn beukenhagen aangeplant: de eenheid van deze middeleeuwse nederzetting wordt hierdoor geaccentueerd. Een ander voorbeeld van recreatief medegebruik is het Eerder Achterbroek, een oud cultuurlandschap dat deel uitmaakt van het landgoed Eerde. Op initiatief van Natuurmonumenten zullen de toeristische fietspaden worden verbeterd. Voor twee andere landgoederen, Den Berg en de Aalshorst, wordt een samenhangend ontwikke lingsplan gemaakt. Een laatste voorbeeld: van de Voormalige Loozensche Linie, een verdedigingswerk uit 1799, tussen Hardenberg en Gramsbergen, is nog een groot bastion met gebogen flanken bewaard gebleven. De Loozensche Linie zal voor een deel worden hersteld en er zijn plannen om de schans weer toegankelijk te maken. De winst van het samenhangend gebiedsper spectief voor het Monument mag duidelijk zijn. Het behoud van monumenten en cultuurland schappen staat op deze manier niet op zichzelf maar maakt een essentieel onderdeel uit van een breder beleid. Het maakt duidelijk dat monumenten en cultuurlandschappen een voorwaarde zijn voor een aantrekkelijk toeris tisch product. Behoud van monument en land schap heeft dus niet alleen de voor Heemschut vanzelfsprekende cultuurhistorische legitime ring maar is ook een economische noodzaak. Math Berkers is geograaf te Raalte.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1997 | | pagina 34