augustus 1997
Heemschut
een samengaan van economie en natuur. Als
voorbeelden kunnen we de projecten 'Grens-
en Zandmaas' noemen. Vroeger leidde delf
stofwinning welhaast automatisch tot een grove
aantasting van het landschap. De immense
plassen rond de Maas herinneren ons aan de
grindgaten die hier geslagen zijn. Bij het
Grensmaasproject wordt het grind ondiep en
over een groter oppervlak afgegraven. Deze
winning gaat gepaard met een natuurontwikke
ling langs de Maas, waarbij de rivier weer de
vrije loop wordt gegeven. Consequentie
hiervan is dat het uiterwaardenlandschap zoals
dat in de afgelopen honderden jaren gevormd
is, opgeofferd wordt. Dit illustreert dat 'natuur'
en 'landschap' op gespannen voet met elkaar
kunnen staan. Volgens Lee Vos, beheerder voor
het district Zuid- en Midden-Limburg van de
Vereniging tot Behoud van Natuur
monumenten en lid van de afdeling Limburg
van Heemschut, moet je in dit soort zaken
realistisch blijven, hetgeen betekent dat je
keuzes moet maken. Het meest funeste is
volgens hem om 'niet te kiezen'.
De kapstok waar de strijd voor natuur en land
schapsbehoud zich aan op moet hangen, is
volgens Vos het beleid zoals het Rijk dat gefor
muleerd heeft t.a.v. de 'ecologische hoofdstruc
tuur'. Hierin wordt duidelijk vastgesteld welke
gebieden beschermd dienen te worden, waar
'verbindingszones' in stand gehouden of
gecreëerd moeten worden, en in welke delen
wèl economische ontwikkelingen mogen plaats
vinden. Wat hierbij een cruciale rol speelt, is
het 'compensatiebeginsel'. Tegenwoordig is
men van mening dat een aantasting van het
landschap gecompenseerd moet worden door
de realisering van nieuwe natuurgebieden. Dit
speelt ook in de strijd om de definitieve invul
ling van de A7 3 -Zuid in Midden- en Noord-
.TJ'
Beekdalen zijn vaak nog enigszins begroeid. In de toekomst krijgt de natuur hier meer ruimte en
ontstaan groene linten, waarin het water vrij kan stromen.
Limburg. Nu de keuze op de Oosttracé-variant
is gevallen, een keuze trouwens waarover hoe
langer hoe meer twijfels rijzen, is het zaak om
zoveel mogelijk natuur en cultuur te sparen en
aangerichte schade te compenseren. Ook
Heemschut zet zich hiervoor in. Mede door
haar acties wordt de steilrandbreuk bij Tegelen
niet aangetast.
Monotonisering
Eigenlijk draait het allemaal om de manier
waarop wordt ingegrepen. Zelfs 'prutsen in de
grond' kan volgens Lee Vos perspectief bieden
voor ontwikkelingen van het cultuurlandschap.
Dit zien we bijvoorbeeld bij de mergelwinning.
Rond Berg en Terblijt heeft er in het verleden
op relatief kleine schaal mergelwinning plaats
gevonden. Hier valt nog 'wat van te maken' qua
natuur- en landschapsontwikkeling. De afgra
ving van het Plateau van Margraten zou echter
een flagrante aantasting van de landschappe
lijke structuur betekenen.
Daar waar de gevolgen van een op grote schaal
ingrijpen het meest merkbaar zijn, is de land
bouw. Met name de intensivering van de vee
teelt en de 'rücksichtslose' toepassing van ruil
verkaveling eisen al jaren hun tol. Aantasting
van lucht en grondwater, erosie van vruchtbare
landbouwgrond en een verschraling van het
cultuurlandschap zijn funeste gevolgen. Wat
dat laatste betreft, er heeft de afgelopen 40 jaar
een schier onstuitbare 'monotonisering' van
het cultuurlandschap plaatsgevonden.
Karakterloze boerderijen en schuren ontsieren
in toenemende mate het landschap en talloze
kleine landschapselementen zijn 'weggeratio-
naliseerd', want schijnbaar niet functioneel en
als alleen maar een sta-in-de-weg voor een effi
ciënt geachte landbouw beschouwd. Dat, om
een voorbeeld te noemen, op de Zuidlimburgse
hellingen juist de graften - dat zijn tegen een
haag door grondafspoeling gevormde taluds -
de elementen waren die de erosie bestreden,
werd daarbij veronachtzaamd.
Het zijn met name deze kleine landschapsele
menten die de gebruiks- en belevingswaarde
van het cultuurlandschap optimaliseren. Zij
vertellen het cultuurhistorische verhaal van het
landschap en verlenen aan iedere regio haar
eigenheid. De Stichting IKL (Instandhouding
Kleine Landschapselementen) zet zich in voor
herstel, behoud en aanleg van deze elementen,
variërend van grafheuvels, holle wegen,
graften, poelen, hoogstambomen en wat dies
29