Aan aardkundige waarden kun je aflezen hoe
Nederland is ontstaan. Aardkundige waarden
zijn die geologische, geomorfologische en
bodemkundige verschijnselen, die representa
tief zijn voor de ontstaansgeschiedenis van ons
land. Het gaat bijvoorbeeld om hoogteverschil
len in het landschap of variaties in de samen
stellingvan de bodem.
Je ziet ze vaak genoeg over het hoofd, aard
kundige objecten zijn niet het Marken
Volendam van de natuur. Je let er niet op of
beseft pas dat je iets bijzonders passeert nadat
een deskundige er een bord met uitleg bij
geplaatst heeft. Wat inderdaad soms gebeurt,
bijvoorbeeld in de provincie Utrecht. Dit
gewest heeft het voortouw genomen in de
bescherming van aardkundige waarden. Ieder
jaar wordt er een provinciaal monument aange
wezen. En er wordt informatie verstrekt.
Vooral daaraan ontbreekt het namelijk.
Grebbeberg
Tot op heden werd er één aardkundig object als
monument aangewezen: de Grebbeberg, bij
Rhenen. De provincie Utrecht en het Utrechts
Landschap deden dat gezamenlijk. En dan nog
slechts op informele basis, formeel heeft het
geen status. De Grebbeberg is door het landijs
gevormd, later door wind en weer en de rivier.
De Utrechtse Heuvelrug, waarvan de Grebbe
berg deel uitmaakt, ontstond in de voorlaatste
ijstijd, zo'n 150.000 jaar geleden. De julitempe-
ratuur was toen gemiddeld 0°. Vanuit
Scandinavië schoof langzaam landijs, dat wel
200 meter dik kon zijn, over Nederland. Een
uitloper van dit ijs stuwde voor zich uit aarden
wallen omhoog. De zogenaamde stuwwallen.
De Grebbeberg is zo'n stuwwal. Onderaan zijn
sneewwsmeltdalen, puinhellingen en puinwaaiers te
zien. Die ontstonden toen in zachtere perioden
het smeltwater niet kon wegzakken in de bevro
ren ondergrond en ging glijden op de hellingen
van de Utrechtse Heuvelrug. Later vormde
zich de steile zuidhelling van de Grebbeberg,
doordat de destijds snel stromende Rijn een
deel van de stuwwal tussen Rhenen en
Wageningen wegsleep. Op de Grebbeberg zijn
overigens ook cultuurmonumenten te vinden:
een vroeg-middeleeuwse walburcht en een
militaire verdedigingslinie, en het natuuront
wikkelingsgebied De Blaauwe Kamer.
De Grebbeberg kent iedereen, naar er zijn er
nog vele overbekende aardkundige monumen-
ten-in-spe: Biesbosch, Schokland, Utrechtse
Heuvelrug, Montferland, en niet te vergeten,
de Wadden. Er is een kans dat de Wadden over
enige tijd als Wereldmonument worden aange
wezen. De Wadden zijn geen cultuurland
schap, maar pure natuur.
In september zal de provincie Utrecht opnieuw
een aardkundig monument aanwijzen. Dat
gebeurt tijdens de Week van het landschap-.
Onder het thema Onder je voeten wordt van
20 tot en met 28 september de schijnwerper
gericht op de bodem van Nederland.
Beestjes en plantjes
In het algemeen krijgen aardkundige waarden
buitengewoon weinig aandacht van publiek èn
overheid, laat staan dat ze beschermd worden.
Bodemkundige drs. Tom Balsem, die nagaat of
een steunpunt aardkundige waarden haalbaar
is, zegt: 'De bemoeienissen van overheid en
burger zijn vanaf het begin van deze eeuw heel
ecologisch gericht geweest. We zijn allemaal
bezig met milieu en groen en beestjes en plant
jes die uitsterven en zitten eigenlijk alleen maar
in de bodem wanneer het gaat om bodemver
ontreiniging. Maar met de aarde an sich houdt
men zich nauwelijks bezig. Een burger weet
niets van de geologie van gebied waar hij
woont, hij zegt: weet ik niet, veel te moeilijk,
dat is voor de vakmensen. Dat laatste is
nonsens. Bij de Hatertse Vennen bij mij in de
buurt staat een bord, waarop in drie alinea's
kort en bondig wordt uitgelegd wat het gebied
geografisch inhoudt, waarom die vennetjes daar
liggen. Voor elke leek begrijpbaar.'
Engeland heeft volgens Balsem veel meer
aandacht voor aardkundige waarden - earth
heritage - dan Nederland. Aardkundige waarden
in Nederland hebben de handicap dat ze niet zo
spectaculair zijn. Nederland is tenslotte vlak.
Mooie luchten, rijen ondenkbaar ijle populie
ren, maar vlak. Toch treft je nergens in de
wereld binnen een straal van 100 kilometer
meer variatie aan dan in Nederland. Nederland
is het deltagebied van het Europese continent,
je vindt er gesteenten uit het carboon, trias en
krijt, landvormen en bodems uit het pleisto-
ceen, maar ook afzettingen van hedendaagse
aardkundige processen. De werking van alle
geologische processen: water, wind, ijs, en
bodembewegingen hebben een heel gevarieerd
landschap opgebouwd.
Inventarisatie
In 1974 gaf de overheid opdracht te beginnen
met een inventarisatie van wat waardevol is, de
zogenaamde GEA-projecten. Men nam er de
tijd voor, want de inventarisatie duurde 20 jaar.
Verder lieten de provincies zich niet onbetuigd.
Toen milieuverontreiniging een thema werd,
begonnen ze de bodem te onderzoeken; op die
manier kwam een omvangrijke inventarisatie
van aardkundige waarden tot stand.
In het Natuurbeleidsplan (NBP) uit 1990
noemt het ministerie van Landbouw de aard
kundige waarden uitdrukkelijk, naast biologi
sche aspecten. Terecht, vind Tom Balsem:
'Aan de ene kant piekeren we er ons suf over
hoe we de das kunnen redden en otters uit
kunnen zetten, we maken ons druk over een
vlinder of een rups die niet meer gezien wordt.
Aan de andere kant vegen we hele stukken van
Nederland momenteel uit, waar in de afzettin
gen van kleizand en stenen geschreven staat
hoe Nederland ontstaan is. We vegen het
letterlijk uit.'
Aardkundige waarden worden dus bedreigd,
permanent. Volgens Balsem verdwijnen er
aardkundige waarden zonder dat er één haan
naar kraait. Dagelijks. Het is al lange tijd aan de
gang. 'Denk eens aan de ruilverkavelingen.
Daardoor zijn hele stukken aardkundig erfgoed
uitgewist, die nooit meer terug komen.
Nivellering van het landschap is de allergrootste
bedreiging. Er is net een kaart van Nederland
gepresenteerd met alle projecten tot 2010 die
nu in de pijplijn zitten of zeker doorgaan.
Daaruit blijkt dat het verder gaat: grondverzet,
nivellering, vlak maken. Elke zichzelf respecte
rende gemeente moet zelfstandig zijn, moet
commercieel zijn. Dus wat wil elke gemeente?
Een bedrijvenpark naast de deur, ontsluiting
van nieuwe wegen, kortom, natuurgebieden
worden ingeleverd voor bedrijvenparken.
Heuveltjes, slootjes, en andere aardkundige
zaken gaan reddeloos verloren: bulldozer
erover, klaar. Je kunt ze niet meer zien of bestu
deren, weg is weg, op is op.'
Tom Balsem ging voor de Kring voor Toegepaste
Fysische Geografie na of er wellicht behoefte
bestond aan tenplatform aardkundige waarden.
Voorlopige conclusie: wel behoefte, maar geen
geld. Een steunpunt is misschien wèl haalbaar.
28 landelijke organisaties zijn ervoor.
Het steunpunt moet kennis en informatie
verzamelen, aan belangenbehartiging en een
beetje onderzoek doen, adressen en een databa-
sis met informatie aanleggen. En natuurlijk
vooral samenwerking stimuleren. Maar het is
nog niet zo ver.
augustus 1997
Heemschut
27