Ook het 'kleine' Groene Hart
in het nauw
Jan-Derk Gerritsen
Als het om landschap ging, wist Ruisdael wel waar hij moest schil
deren. Zelfs in het nog onbedreigde Groene Hart had hij in 1670
niets te zoeken. Laat staan, dat hij vandaag op dat idee zou komen,
bedreigd als het al is door bebouwing, snelwegen en straks ook
nog een Hoge Snelheids Lijn. Zijn 'Gezicht op Alkmaar', in beeld
gebracht tussen 1670 en 1675, laat zien wat er in het zogenaamde
'kleine' Groene Hart landschappelijk te genieten viel en eigenlijk
nog valt, daar tussen Bergen, Egmond en Schoorl. Maar ook daar
liggen bedreigingen op de loer.
12
Heemschut
augustus 1997
Landinrichting
Een werkgroep opgericht door de heer
CL. Barten uit Egmond vreest, dat de groot
scheepse landinrichtingsplannen, die nu worden
uitgebroed, dit gebied ingrijpend zullen wijzigen
en dat de verregaande scheiding van functies en
de aanleg van nieuwe natuurgebieden de 'dood
steek' zullen betekenen voor dit eeuwenoude
cultuurlandschap. Het ontbreken van een histo
risch geografisch-onderzoek maakt dat vermoe
den niet ondenkbaar. Vier jaar geleden heeft de
Dienst Landelijk Gebied in Haarlem al aange
drongen op een dergelijk onderzoek maar bij de
Landinrichting bleek daarvoor geen budget te
worden uitgetrokken.
Speerpuntgebied
In het Natuurbeleidsplan wordt dit open
Noord-Hollandse landschap achter de duinen
met zijn dijken, vaarten, wegen, molens en
eeuwenoude verkavelingspatronen aangemerkt
als een van de meest waardevolle cultuurland
schappen. Het kreeg als een van de tien in ons
land het predikaat speerpuntgebied. Geen
wonder dan ook, dat de afdeling Historische
Geografie van het Staringcentrum in
Wageningen het 'zonder meer een misser'
vindt, dat voor dit landinrichtingsproject geen
gedegen historisch-geografisch onderzoek
heeft plaatsgevonden. In ongeveer dezelfde
bewoordingen laat zich ook prof. dr. G.J. Borger,
voorzitter van de Beekmanstichting uit. Welis
waar zegt hij, dat een landschap in ontwikkeling
niet altijd een verslechtering hoeft te betekenen
maar dat daarbij wel een voorwaarde is, dat de
betreffende waarden bekend zijn en op even
wichtige wijze in de planvorming betrokken
worden. Daarom bepleit hij een Cultuur
historische Effectrapportage (CER) bestaande
uiteen inventarisatie van cultuurhistorische
Duinrel in de duinen van Bergen. Op de achtergrond de binnenduinrand. Foto Henk Iellema/Rita Souwerbren.