Interieurs: blinde vlek
van de monumentenzorg
Bert Franssen
'Dit gebied is volkomen onderbelicht, echt volstrekt onderbelicht/
zegt dr. P.W.F. Brinkman, hoofd van de afdeling registratie van de
Rijksdienst voor de Monumentenzorg. We praten over interieurs.
'Wat interieurs betreft hebben we een idee, maar meer ook niet.
We hebben er geen cijfers over. En dat is wel eens triest/
Wie zich zo onomwonden uitlaat, heeft een plan voor betere
tijden. Inderdaad heeft een werkgroep van de Rijksdienst een
route uitgestippeld, die tot meer aandacht voor het interieur moet
leiden. Blijvend.
2
Heemschut
april 1997
Over het adembenemende interieur van de Beurs
van Berlage schrijft het Monumentenregister
niets. Hetzelfde geldt voor de grote meerder
heid van beschermde objecten. Interieurs zijn
echt de blinde vlek in de Nederlandse monu
mentenzorg. Zelfs het recente Monumenten
Inventarisatie Project (MIP) bracht nauwelijks
verandering in die situatie.
Oorzaken voor deze geringe aandacht zijn er
wel aan te wijzen. 'Het samenstellen van een
monumentenlijst was een kwestie van geveltoe-
risme-, bekijken van geveltjes om te beoordelen
of een monument geschikt was voor de lijst.
Dat was namelijk al zo'n omvangrijke operatie
dat men aan interieurs in dit kader nooit syste
matisch heeft gewerkt,' zo vertelt dr. P.W.F.
Brinkman, hoofd van de afdeling registratie van
de Rijksdienst voor de Monumentenzorg.
'Incidenteel wel natuurlijk, er zijn wel degelijk
interieurs beschreven, bijvoorbeeld van kerken.
Soms lees je in de redengevende omschrijving
- dat is de letterlijke tekst aan de hand waarvan
de bescherming wordt vastgesteld - 'middel
eeuwse kap' of iets dergelijks of er worden
'schilderingen' genoemd. Maar een systemati
sche inventarisatie van interieurs is er niet. Dat
die er moet komen is een ding dat zeker is. De
tijd is er nu rijp voor.'
Formeel wordt een rijksmonument in zijn
geheel beschermd, met inbegrip dus van het
interieur. Maar zolang de tekst van de redenge
vende omschrijving de binnenruimte niet
benoemt, heeft de monumentenbescherming
geen been om op te staan als men het interieur
wegbreekt.
Niet zelden waren het toevallige factoren die
bepaalden of de redengevende omschrijving zo
nu en dan toch aandacht aan het interieur
besteedde: de persoonlijk interesse van de
toenmalige beschrijver speelde zeker een rol.
Belangrijker echter was de mogelijkheid om
een gebouw te bezoeken-,
'Dat gaat bij kerken makkelijker dan bij woon
huizen! Toen men aan het begin van deze eeuw
de buitenkant van monumenten begon te
inventariseren, zei men al: het opmeten en
beschrijven van het eigendom van anderen, kan
dat zo maar? Nou, de onderneming zou nog
aanzienlijk moeilijker zijn geweest, als ook de
interieurs in de inventarisatie waren betrokken.
Het is echt een probleem, nog steeds. Bedenk
ook dat het register openbaar is, voor iedereen
inzichtelijk. Dus ik kan me voorstellen dat
monumenteneigenaren terughoudend zijn met
het prijsgeven van al te veel interieurgegevens.'
Afschieten
Is belangstelling voor hun interieur in zekere
zin bedreigend voor de eigenaars van monu
menten, ze krijgen er ook iets voor terug.
Brinkman: 'Ze worden zich ervan bewust
wat voor schat ze bezitten. Het komt voor dat
mensen niet weten dat ze een prachtig origineel
plafond met moerbalken en kinderbinten bezit
ten, zodat ze het afschieten met gipsplaten en
het bij de volgende ronde eruit halen. Als je hun
erop zou kunnen wijzen hoe fraai dat is, gaan ze
zich er ook voor interesseren. Ook trappen
zitten in het verdomhoekje van het interieur.
Van de waarde ervan is men zich vaak niet
bewust. Als je iets van de geschiedenis van een
interieurelement afweet, ga je het meer waar
deren. De opkamer van een boerderij had zin,
had een doel. Mensen vinden het vaak interes
sant en leuk als ze horen dat er zoveel te vertel
len is over hun bezit, en gaan het koesteren.
Terwijl ze misschien met plannen rondlopen
om hem uit te breken.'
Zulke plannen werden echter heel vaak harde
werkelijkheid. De verwoestingen zijn haast niet
te tellen. Zo zijn van bekende Amsterdamse
grachtenpanden vaak alleen nog maar de gevels
intact gebleven, de rest is weggebroken. Maar
om een voorbeeld aan te wijzen kan de heer
Brinkman gewoon op zijn werkkamer in Zeist
blijven zitten. Aan de overkant van het schitte
rende Rijksdienst-gebouw stonden tot voor
enige tijd gevelschortjes zonder huizen erach
ter, slechts ondersteund door ijzeren binten,
later werd er nieuwbouw aan vastgeplakt.
Berlagezaal in de Beurs van Berlage te
Amsterdam. Het interieur is geheel van Berlage.
Alleen de glas-in-lood-ramen zijn van
Derkinderen.